Plan: | BUITENGEBIED 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01045-vg04 |
De waterlopen in de gemeente Nunspeet bestaan vooral uit kleinere beken en sloten die een belangrijke natuurlijke en landschappelijke waarde hebben. Het gaat dan om de beken op het Veluwemassief die vanuit landschappelijk, natuurlijk en geomorfologisch oogpunt van belang zijn. De sloten in het weidevogelgebied zijn van belang omdat ze een kenmerk zijn van het gebied: een hoge grondwaterstand waardoor het gebied een goed leefgebied vormt voor weidevogels en ganzen.
De beken en A-watergangen en de waardevolle vennen zijn vanwege hun hoge waarde bestemd als “Water - Waardevolle beken”. De overige, ondergeschikte watergangen worden niet bestemd, deze maken onderdeel uit van de gebiedsbestemming, dit is benoemd in de doeleindenomschrijving van de betreffende bestemmingen. Hierin is aangegeven dat de waterhuishouding (onder andere de aan- en afvoer van water, retentie van water en bijbehorende voorzieningen) deel uitmaakt van de bestemming.
De Veluwse randmeren zijn bestemd als "Water - Open".
Een deel van de natuurgebieden in het plangebied is gebonden aan een natte omgeving, water maakt in de meeste gevallen onlosmakelijk deel uit van het natuurgebied. Het gaat vaak om drassige gebieden op het Veluwemassief, beekdalgebieden en lage delen van poldergebieden. Deze natte natuurgebieden vervullen vaak ook een belangrijke functie voor de waterhuishouding omdat het water hier wordt vastgehouden en gezuiverd. Waterpartijen en nat-drassituaties in natuurgebieden maken onderdeel uit van de gebiedsbestemmingen "Natuur – Landschap”.
Steeds meer watergangen worden natuurvriendelijker ingericht. Dit gebeurt onder meer door het afvlakken en verbreden van de oevers, het weghalen van beschoeiingen en aanbrengen van vegetatieranden/rietzomen langs de sloot. Een relatief kleine ingreep die veel kan betekenen voor de natuurwaarde en de landschappelijke beleving van een sloot. Het grootste deel van de werkzaamheden past in de bestemming "Water" of “Natuur - Landschap”, waarin ruimte bestaat voor een natuurvriendelijke inrichting van de watergang. Bij de sloten en/of watergangen die in de gebiedsbestemming “Agrarisch” zijn opgenomen en zones langs watergangen wordt de natuurvriendelijke inrichting geregeld via de doeleindenomschrijving. De aanleg en inrichting van natuurvriendelijke oevers gebeurt in overleg met eventuele grondeigenaars, wanneer het waterschap niet zelf de eigenaar is van de gronden. Aanleg van natuurvriendelijke oevers op het terrein van een agrariër of burger vindt plaats op basis van vrijwilligheid.
De waterschappen zijn in samenwerking met de gemeentes op een aantal plaatsen bezig met projecten voor kleinschalige waterberging in natuurlijke laagtes, gebieden die over het algemeen niet geschikt zijn voor de landbouw. Omdat waterberging schadelijke gevolgen kan hebben (onder andere waterschade op aangrenzende agrarische percelen) worden met de betrokken grondeigenaren afspraken gemaakt en overeenkomsten afgesloten. Het waterschap zorgt er ook voor dat er geen schade ontstaat op percelen. De rechtszekerheid wordt gewaarborgd via het peilbesluit en de inspraakmogelijkheden op het peilbesluit. De gemeentes willen daarom in het bestemmingsplan niet ook nog een afzonderlijke procedure voor het realiseren van waterberging opnemen.
Daarom is er voor gekozen om waterberging zodanig te regelen dat er geen extra procedures (zoals het verlenen van een omgevingsvergunning) hoeven te worden gevoerd. Waterberging wordt dus in de doeleindenomschrijving van de verschillende gebiedsbestemmingen benoemd. De rechtszekerheid wordt gegarandeerd via de procedures van het waterschap, dat ook verantwoordelijk is voor de uitvoering en handhaving.
Binnen de bestemming agrarisch bedrijf en de bestemmingen ten behoeve van wonen en de bedrijfsbestemmingen wordt ook opgenomen dat retentievoorzieningen deel uit kunnen maken van de bestemming.
De meeste voorzieningen (sluisjes, stuwen, bruggetjes) en dergelijke zijn ondergeschikt en worden meegenomen in de bestemming “Water - Open” en “Water - Waardevolle beken”.
De Keur is een verordening van het waterschap met specifieke regelgeving voor het waterschapsgebied. Het doel van de regels is het beschermen van dijken, kaden, onderhoudspaden, sloten en hoofdwatergangen. De regels gelden voor het waterschap en de ingelanden. De Keur maakt het voor het waterschap mogelijk de waterbeheersing goed uit te voeren en de sloten, kanalen, stuwen, gemalen, dijken en kaden in een goede staat te houden.
In de Keur zijn bepalingen opgenomen die onder meer de dijken en de wateren moeten beschermen. De Keur geeft ook aan wat de verplichtingen en rechten van het waterschap zijn. Het waterschap kan ontheffing verlenen van bepaalde gebods- en verbodsbepalingen.
De regels uit de Keur zijn behoorlijk gedetailleerd en gericht op onderhoud en beheer, toegankelijkheid van gronden en ruimtelijk ondergeschikte ingrepen, en de Keur kent zijn eigen regels en ontheffingensysteem. Ze worden daarom niet in het bestemmingsplan vastgelegd. Dit houdt in dat bij het uitvoeren van werkzaamheden in en nabij watergangen of het graven of dempen van watergangen of -partijen een initiatiefnemer bij het waterschap moet nagaan of dit is toegestaan. Het waterschap kan ook adviseren over de inrichting en aanleg van bijvoorbeeld een waterloop of een retentievijver.