Plan: | ELSPEET - NOORDWEST |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0302.BP01025-vg01 |
Het bestemmingsplan vormt het juridische kader voor de daadwerkelijk ontwikkeling van het gebied. Als aanvulling op en ondersteuning van dit wettelijke kader is het Beeldkwaliteitplan Elspeet-Noord samengesteld (24 december 1998). Het beeldkwaliteitplan heeft een richtinggevende functie ten aanzien van de te realiseren kwaliteit van de gebouwde omgeving. In 2012 is de verkaveling ingrijpend aangepast. In overeenstemming daarmee is ook het beeldkwaliteitplan herzien. De volgende paragrafen zijn gebaseerd op dit laatste beeldkwaliteitplan.
Hoewel dit bestemmingsplan uitsluitend betrekking heeft op ontwikkelingsfase 2 wordt in deze paragraaf de totale stedenbouwkundige visie voor Elspeet Noordwest beschreven.
afbeelding - stedenbouwkundige invulling Elspeet Noordwest
Het uitgangspunt voor de uitbreidingswijk Elspeet Noordwest is om de wijk zoveel mogelijk een natuurlijk onderdeel van Elspeet te laten worden. De wijk moet geen vreemde nieuwe wijk worden die zich afzet tegen de bestaande omgeving, maar een wijk die verankerd wordt met die omgeving.
De locatie bevindt zich op de noordelijke enk van Elspeet en wordt zoals reeds eerder vermeld begrensd door de Staverdenseweg, de Nachtegaalweg, Wethouder van de Zandeweg en de bebouwing van de noordelijke dorpsrand.
Het verkavelingsplan gaat uit van het inspelen op de kenmerken van de omgeving zoals ze eerder zijn omschreven. Dat wil zeggen:
Het verkavelingsplan is gebaseerd op de diagonale belijning van schapendriften. Vanuit de bolling van de enk leiden zij naar het noorden naar de omgeving van de schaapskooi. Deze lijnen zijn voor de auto omgevormd tot duidelijk begrensde rondgaande wegen. Daar tussendoor loopt diagonaal door het plan een voetpad als een schapendrift van de schaapskooi richting de Hervormde kerk. Dit pad wordt gevat in groenelementen zoals een houtwal en een brink. Bovenop de enk is vanaf dit pad de kerktoren waarneembaar.
Met fysieke maatregelen dient voorkomen te worden dat de straten in de wijk gebruikt gaan worden als sluiproute. Het plan voorziet in twee ontsluitingswegen, een westelijk en een oostelijk leidend naar de brink. Aan de zuidzijde wordt aangetakt op de bestaande woonstraten. De Nachtegaalweg kan ook bereikt worden over radiaal lopende voetpaden. In fase 2 is een (tijdelijke) omlegging van de brink voorzien.
In de volgende paragrafen wordt de stedenbouwkundige opzet voor het hele uitbreidingsgebied beschreven in 'dragers' en 'sferen'. Onder 'dragers' worden structuurbepalende, lijnvormige elementen in het plan verstaan. Ze zijn belangrijk voor de beleving en voor de oriëntatie in de wijk.
de Drift
De belangrijkste drager is een aaneenschakeling van groene ruimtes die begint in de omgeving van de schaapskooi en vervolgens diagonaal door het plangebied loopt, gericht op de toren van de Nederlands Hervormde Kerk (zie volgende afbeeldingen). De verbinding wordt gevormd door een voetpad, de Drift. Het pad refereert aan de oude schapendriften die vroeger vanuit het open veld op de torens van de dorpen waren gericht. Het pad verbindt de omgeving van de schaapskooi met het centrum van Elspeet.
In het midden van het plan loopt dit pad door een Brink. De plek met de hoogste bolling van de enk. Je kunt deze plek beschouwen als de huiskamer van het plan. In die huiskamer staan twee schuurvormige gebouwen die afgeleid zijn van het archetype van de schaapskooi.
De vorm van de brink is ontstaan uit twee wegen die in principe ook weer richting schaapskooi leiden, maar verbonden zijn door een krappe boog.
Loodrecht daarop zijn twee straten ontworpen. Een straat begint aan de Nunspeterweg, bij het ruime groene erf van de bestaande boerderij (monument). De andere straat ontsluit het gebied vanaf de Nachtegaalweg. Beide straten eindigen op de brink. Ook vanaf die straten is de bolling van de enk zichtbaar.
afbeelding - schetsmatige weergaven van de ligging van de 'dragers', Beeldkwaliteitplan Elspeet-Noord
de Slingerlaan
Als rondlopende weg door het plan is een 'Slingerlaan' ontworpen. De Slingerlaan ligt met flauwe gebogen lijnen als een schapendrift in de verkaveling en volgt globaal de richting van de buitencontouren van het plan en van de brink in het planmidden. De Slingerlaan heeft een ruim profiel en is duidelijk de belangrijkste laan in het plan. De rijbaan wordt aan weerszijden begeleidt door een groene invulling. De ene zijde bestaat uit een groenstrook met daarin laanbomen en de andere zijde uit parkeerkoffers met daartussen hagen en bomen.
De Slingerlaan is de voortzetting van de Wethouder Van der Zandeweg en vormt een lus met de verlengde Gerrit Mouwweg. Er ontstaat hierdoor één logisch en natuurlijk geheel met deze bestaande bebouwing. Er komt dus geen 'vreemde' nieuwe woonwijk bij, maar een voortzetting van de bestaande structuur alsof deze er altijd al zo heeft gelegen.
Het is de bedoeling om binnen de wijk verschillende 'sferen' van bebouwing en open ruimte te creëren. Dat geeft behalve afwisseling de mogelijkheid om zich te oriënteren in de wijk en bovendien kunnen de bewoners zich met 'hun buurt' identificeren.
Het ontwerp kent vier verschillende sferen:
Door met de sferen in te spelen op de specifieke ligging in het grotere geheel, wordt een logisch totaalbeeld verkregen, waarin ondanks de afwisseling de samenhang niet verloren gaat.
afbeelding - schetsmatige weergave van de verschillende 'sfeergebieden', Beeldkwaliteitplan Elspeet-Noord
brink
Het groene middengedeelte van het plan functioneert als de brink van de wijk. Hier is het ontwerp gericht op spelen en verblijven. Het wordt een ruime groene plek, waarin nauwelijks verkeer komt. Behalve voor speelgelegenheid is er ruimte voor kijkgroen en bijvoorbeeld een rosarium. De brink doet tevens dienst als wadi. Dat betekent dat regenwater hier wordt opgevangen in een licht gewelfde geul in het gras. Langs de oostelijke rand van de groene ruimte heeft men zicht op de toren van de Nederlands Hervormde Kerk, waardoor de ligging en afstand ten opzichte van het centrum van Elspeet voelbaar is.
accenten
In de brink zijn centraal in het gebied bijzondere woonblokken voorzien. Deze meergezinswoningen dienen de vorm te verkrijgen die doet denken aan een schaapskooi. Dat wil zeggen een lage goot en een steil hellend dak. Ondanks de hoogte zullen deze volumes daardoor slank ogen. De woningen zullen worden voorzien van een terrasvormige buitenruimte die aansluit op de brinkbeplanting.
wanden
Rondom de brink zijn 'wanden' ontworpen, die er een besloten ruimte van moeten maken. De woningen hebben twee bouwlagen met een kap, om de wandvorming te ondersteunen. Hier zijn daarom naast twee-onder-een-kappers ook rijtjeswoningen gesitueerd. De deels al gerealiseerde woonblokken hebben aan de brinkzijde een hogere goothoogte van 2 ½ laag.
De binnenzijde van de slingerlaan valt ook onder de typologie wanden. Ook hier zijn wat forsere bouwvolumes voorzien van 2 lagen met een kap.
de zoom
Aan de buitenzijde van de Slingerlaan zijn voornamelijk halfvrijstaande en vrijstaande woningen gedacht. Daar moet immers de overgang worden gemaakt van de nieuwe wijk naar de bestaande of nog te realiseren half open lintbebouwing. De strook vormt 'de zoom' tussen de dichtere en open bebouwing aan de buitenzijde van het plangebied.
Behalve als overgang heeft de zoom ook de functie de Slingerlaan te begeleiden. Dat kan door twee-aanéén woningen die met de kap in de lengterichting van de laan zijn gesitueerd. Bij vrijstaande woningen heeft een nokrichting haaks op de laan de voorkeur. Door deze wijze van plaatsen wordt namelijk een redelijke hoogte verkregen aan de straat, ook als een lage goot wordt toegepast en bovendien wordt hiermee aangesloten bij een kenmerk van Elspeet, waar de haakse nokrichting voor vrijstaande woningen sterk domineert.
de buitenrand
Deze bebouwingszone wordt gevormd door woningen langs de Nachtegaalweg. Deze woningen moeten aansluiten aan de open bebouwingsstrook aan de overzijde van de Nachtegaalweg. Dat wil zeggen dat er wordt gestreefd naar een strook met vrijstaande bebouwing op brede kavels. Het streven is om door middel van de beplanting op die kavels de Nachtegaalweg een groene uitstraling te geven.
De afvoer van regenwater en opname in de bodem vindt plaats in de groenzones. Hierbij wordt rekening gehouden met de bestaande hoogteverschillen in het terrein. Er wordt een reeks groengebieden aangelegd waarin ruimte wordt gereserveerd voor wadi's. Vanaf de lage zijde van de bolling op de brink kan het water overlopen naar westelijk gerichte groenzones tot een wateropvang bij het trapveld aan de zuidwestzijde van het plan. Normaal gesproken zijn deze wadi's droge beddingen met gras, incidenteel na een regenbui lopen ze vol water, wat in korte tijd in de grond zal wegzijgen. De wadistroken zijn dus ook bruikbaar als kijkgroen en speelgroen.
Aanwezige bomen welke kwalitatief goed zijn zullen in het plan worden geïntegreerd. Het gebruik van hagen, zoals rondom parkeervakken zal eveneens bijdragen aan de groene Veluwse identiteit.