direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen
Plan: Molenbeek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0302.BP01024-vg01

Artikel 14 Wonen

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. het wonen en in samenhang daarmee voor de uitoefening van aan huis verbonden beroepen;

b. tuinen en erven;

c. per bouwvlak is één woning toegestaan dan wel het aangegeven aantal.

14.2 Bouwregels

a. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;

2. de goothoogte en de bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan is aangegeven;

3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' mag de inhoud van de woning niet meer bedragen dan 300 m³.

b. Voor het bouwen van bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

1. de gezamenlijke oppervlakte per woning mag niet meer dan

60 m² bedragen, dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt, met dien verstande dat ten minste 50% van de oppervlakte van het erf onbebouwd dient te blijven;

2. in afwijking van het bepaalde onder 1 mag op percelen waar een maximale oppervlakte is aangegeven de gezamenlijke oppervlakte per woning niet meer bedragen dan de aldaar aangegeven oppervlakte;

3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' geldt dat de gezamenlijke oppervlakte per woning niet meer mag bedragen dan 40 m²;

4. bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen dienen ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd;

5. de goothoogte en de bouwhoogte van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3 m en 5 m, tenzij anders is aangegeven;

6. ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' zijn uitsluitend bijgebouwen toegestaan.

c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte van erfscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;

2. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;

3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

14.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 14.2 sub b onder 1, en toestaan dat bijgebouwen mogen worden gebouwd tot een gezamenlijk oppervlak van 75 m², indien de oppervlakte van de bij de woning behorende gronden meer bedraagt dan 600 m².

14.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijfsdoeleinden anders dan ten behoeve van een aan huis verbonden beroep.