Plan: | Halvemaanstraat |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0301.bp0602HalveMaanstr-vs01 |
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
In 2012 is de nationale Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. Deze vervangt onder andere de Nota Ruimte.
De SVIR bepaalt welke kaderstellende uitspraken zodanig zijn geformuleerd dat deze van invloed zijn op de ruimtelijke besluitvormingsmogelijkheden op lokaal niveau. Het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) bevestigt in juridische zin die kaderstellende uitspraken. De Regeling algemene regels ruimtelijke ordening (Rarro)
Met de Structuurvisie zet het kabinet het roer om in het nationale ruimtelijke beleid. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor deze belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. Buiten deze 13 belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid.
Voor het plangebied en de directe omgeving van het plangebied gelden geen nationale belangen. Voorliggend bestemmingsplan voorziet in een lokale en daardoor kleinschalige ontwikkeling in het bebouwd gebied van Zutphen. Hierdoor is het plan niet in strijd met het nationale beleid, zoals is vastgelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
In zijn algemeenheid dient er sprake te zijn van een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. Het voorliggende bestemmingsplan betreft een zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij de voorgenomen ontwikkeling.
Het nationale beleid staat de planontwikkeling, gezien het karakter van het plan, niet in de weg. De voorgenomen ontwikkeling voldoet aan de uitgangspunten zoals verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte.
Structuurvisie Gelderland
Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland tot 2015 is vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.
In het Streekplan Gelderland 2005 valt het plangebied in de zone 'Bestaand stedelijk gebied' en 'Bestaand bebouwd gebied'. De inhoud van het Streekplan is voor de provincie de basis voor haar optreden in de ruimtelijke ordening. Voor het bestemmingsplan is hierbij van belang dat de gemeente in grote vrijheid zelf kan bepalen hoe de ruimte voor wonen en werken wordt ingericht. Voor de gemeente geldt dat het beleid gericht is op het zoveel mogelijk benutten van binnenstedelijke gronden voor woningbouw om het waardevolle buitengebied van de gemeente te ontzien. Uit het oogpunt van vernieuwing van bestaande oudere woonbuurten is incidentele nieuwbouw tevens een wens en dikwijls een aanleiding om ook andere nieuwe ontwikkelingen in gang te zetten. Ook wordt door het toevoegen van woningen binnen bestaande buurten het draagvlak van bestaande voorzieningen zoals scholen, winkels en zorgfuncties, verbeterd.
Ruimtelijke verordening Gelderland
Indien provinciale of nationale belangen dat met het oog op een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk maken, kunnen bij of krachtens de provinciale verordening regels worden gesteld omtrent de inhoud en toelichting van bestemmingsplannen. Met betrekking tot bestaande woongebieden stelt de verordening van de provincie Gelderland geen aanvullende eisen in haar verordening.
Structuurvisie Stedendriehoek 2030
De regionale structuurvisie Stedendriehoek 2030 is in mei 2007 vastgesteld door de gemeenteraden van Apeldoorn, Brummen, Deventer, Lochem, Voorst en Zutphen. In deze visie staan de gemeenschappelijke ambities van de gemeenten in het bundelingsgebied Stedendriehoek voor de lange termijn tot 2030. De visie heeft betrekking op (grote delen van) het grondgebied van de voorgenoemde gemeenten en het streven is een hoogwaardige ruimtelijke ontwikkeling van de Stedendriehoek als geheel. Behoud en versterking van de samenhang en variatie in woon-, werk- en recreatiegebieden, met het gelijktijdig ontwikkelen van nieuwe kwaliteiten in water, natuur, landschap en landbouw, staat centraal.
Om deze centrale doelstelling concreet te maken, zijn de volgende vijf strategische keuzen geformuleerd: duurzaam waterbeheer als basis voor ruimtelijke ontwikkeling; natuur, landschap en landbouw ontwikkelen in functiecombinaties; regionale bereikbaarheid verbeteren door hoogwaardig openbaar vervoer; stedelijke herstructurering gaat boven nieuwe stadsuitbreidingen; toevoegen van centrumstedelijke en landelijke woonmilieus.
De structuurvisie omvat een duurzaam ruimtelijk structuurbeeld voor de lange termijn 2030. Dit beeld laat zien hoe de betrokken partners van de Stedendriehoek willen omgaan met de ruimtelijke ontwikkeling van het bundelingsgebied Stedendriehoek, waarbij de volgende aspecten centraal staan: de visuele openheid van het landschap behouden; draagvlak van stedelijke voorzieningen en het openbaar vervoer versterken; een innovatieve regionale economie stimuleren; de automobiliteit reduceren door goede koppelingen aan openbaar vervoer en fietsgebruik; de variatie in samenstelling van de stedelijke bevolking en de woningvoorraad vergroten.
Voornoemde aspecten moeten ertoe bijdragen dat het stedelijk ruimtegebruik in en om de bestaande steden en dorpen wordt gebundeld en geconcentreerd. Het voorliggende bestemmingsplan heeft betrekking op een nieuwe ontwikkeling binnen het stedelijk netwerk Stedendriehoek. In het ‘Ruimtelijk structuurbeeld 2030 stedelijk netwerk Stedendriehoek’ is het regionale en gedifferentieerde woonprogramma voor het bundelingsgebied (inclusief Deventer) bepaald op 23.000 woningen voor de periode 2001-2015 en 15.000 woningen voor de periode 2015-2030. Duidelijk wordt er gekozen voor verdere herstructurering en intensivering van bestaand stedelijk gebied. 45% van de nieuw te bouwen woningen wordt gerealiseerd door herontwikkeling van bestaand stedelijk gebied.
Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3)
Gedeputeerde Staten van Gelderland hebben op 12 januari 2010 het nieuwe Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019 (KWP3) vastgesteld. De provincie, de woningcorporaties, de gemeenten en de regio's in Gelderland hebben met elkaar afspraken gemaakt over de woningvoorraad voor de komende tien jaar. De partijen willen er voor zorgen dat het woningaanbod in iedere regio van Gelderland ook in de toekomst goed aansluit bij de behoefte van de inwoners. In het programma zijn de afspraken vastgelegd. Deze afspraken kwamen tot stand door een goede en intensieve samenwerking met de regio's, de gemeenten en de woningcorporaties. Om het woningaanbod zo goed mogelijk af te stemmen op de vraag, is in het KWP3 rekening gehouden met de ontwikkelingen in de bevolkingsopbouw en in de woningmarkt. In de praktijk betekent dit dat woningen moeten worden gebouwd, bij voorkeur op binnenstedelijke locaties. Bouwen op grote nieuwbouwlocaties buiten de stad of het dorp (zoals Vinexlocaties) is steeds minder nodig.
In het Kwalitatief Woonprogramma 2010 tot en met 2019 (KWP3) zijn eind 2009 afspraken gemaakt met de Gelderse gemeenten en woningcorporaties over te bouwen woningen en de woningdifferentiatie op regionaal niveau. De Gelderse gemeenten in de Stedendriehoek hebben de kwantitatieve KWP3-afspraken per regio nader verdeeld over de gemeenten. Afgesproken is dat Zutphen in de KWP3-periode maximaal 1.375 woningen toevoegt aan de woningvoorraad. De netto toevoeging van 50 van het plan Halvemaanstraat maakt hier deel van uit en staat op de prioritaire lijst van het KWP3.
Conclusie
Het voorliggende plan betreft woningbouw binnen de bebouwde kom van Zutphen. Het plan draagt bij aan intensivering van het stedelijk grondgebruik. Het plan leidt tot een versterking van het draagvlak voor voorzieningen in Zutphen en is daardoor in lijn met het provinciaal bundelingsbeleid en het Kwalitatief Woonprogramma 2010-2019. Het bestemmingsplan voldoet voorts aan de inhoudelijke eisen die worden gesteld in de handreiking 'Van streekplan naar bestemmingsplan' van de provincie Gelderland. Het toevoegen van woningen binnen de kern Zutphen past dan ook binnen het bestaand beleid.
Ontwikkelingsvisie 2020 – april 2001
Deze visie uit april 2001 fungeert als een richtsnoer en integratiekader voor bestemmingsplannen en ruimtelijk relevante aspecten uit andere sectorplannen. Voor de verschillende deelgebieden binnen de gemeente zijn beleidsuitgangspunten geformuleerd. Het plangebied ligt in de zogenoemde 'Stadskrans', in de Spittaalstad. Volgens de ontwikkelingsvisie is het streven voor dit gebied de ad-hoc invullingen in de achtergebieden te onderwerpen aan een grondige herstructurering, met als doel een levendige stedelijke invulling, waarbij onder andere wonen een plaats kan krijgen.
Als resultaat van het voorkeursmodel, dat onder andere een groeimodel voor wonen omvat, is een aantal inbreidingslocaties benoemd waaronder het onderhavige gebied Halvemaanstraat - Melatensteeg.
Woonvisie Zutphen 2007-2011
De woonvisie biedt een eigentijdse visie op het wonen in Zutphen, waarbij 'Verhoogde ambitie. Met oog voor Kwaliteit' als motto wordt gehanteerd. Voor het bereiken van dit motto zijn de volgende 14 beleidsdoelen geformuleerd:
Momenteel is voor de gemeente Zutphen een nieuwe woonvisie voor de periode 2013-2017 in ontwikkeling.
Binnenstadsvisie
Dit bestemmingsplan valt binnen de ruimere begrenzing van de Binnenstadsvisie Zutphen, die op 16 januari 2012 door de gemeenteraad is vastgesteld. De Binnenstadsvisie richt zich op de periode tot circa 2030. Er zijn over het algemeen geen uitgewerkte projecten opgenomen, maar er zijn kwalitatief-programmatische doelen aangegeven voor de historische stad en de omliggende deelgebieden, als inspirerend kader voor toekomstig handelen.
Deel 2 van de Binnenstadsvisie behandelt vanuit die programmatische doelen een aantal uitwerkingen, als verbeelding van wat zou kunnen zijn, deels ook als resultaat van het zoeken naar de gewenste ontwikkelingen voor een gebied. Voor de historische binnenstad zelf gaat het daarbij vooral om detailingrepen en het scheppen van een kader dat de stedelijke dynamiek optimaal bedient.
In de Binnenstadsvisie is een aantal 'interventiegebieden' benoemd. Het plangebied valt binnen het interventiegebied nummer 6 'Spittaalstad'. Voor dit interventiegebied worden voorstellen gedaan voor ingrepen die binnen de planbegrenzing van dit bestemmingsplan liggen. De belangrijkste doelstellingen voor het totale interventiegebied zijn:
Vanwege de verwaarloosde uitstraling van het plangebied Halvemaanstraat, die niet bij de historische binnenstad past, is het streven is om het stedelijk weefsel van de Halvemaanstraat, met duidelijk omschreven rooilijnen en bouwhoogten, te herstellen.
Het voorliggend bestemmingsplan legt dit streven vast.
Structuurvisie Binnenstad
In 2012 is de Binnenstadsvisie verder vertaald in een structuurvisie conform de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Deze structuurvisie is op 18 juni 2012 vastgesteld door de gemeenteraad van Zutphen. De belangrijkste onderdelen uit de Binnenstadsvisie zijn daarin voorzien van een kaart met een structuurbeeld voor het gehele plangebied, inzicht in ontwikkellocaties en een ontwikkelstrategie/uitvoeringsparagraaf. De uitvoeringsparagraaf bevat projecten en ontwikkelingen met een verschillende mate van concreetheid, en daarmee van een verschillende hardheid in kosten en financiering. In de looptijd van de structuurvisie zal voor een deel van de ontwikkelingen de concreetheid toenemen. Een aantal ontwikkelingen zal echter ook stokken, terwijl andere ontwikkelingen onverwacht naar voren gehaald worden omdat bijvoorbeeld een subsidiestroom een dekking levert die kort tevoren nog problematisch was. De uitvoeringsparagraaf in de structuurvisie is daarmee een weergave van het 'wat'. De 'Nota bovenwijkse voorzieningen' geeft een invulling van het 'hoe' en zal meer als 'rollende agenda' vormgegeven en regelmatig geactualiseerd kunnen worden.
In 2011 en 2012 is een aantal projecten als prioritair benoemd en, mede door de provincie en het Rijk, van financiering voorzien: de herontwikkeling van het gebied Basseroord, de realisatie van een cultuurcluster in en bij het Broederenklooster, het opzetten en uitvoeren van het programma 'rivier in de stad' (IJsselkade en verbindingen naar de stad inclusief Groenmarkt en Overwelving en in combinatie met ingrepen in de Hoven), Halvemaanstraat en de aanstelling van een Binnenstadsmanager en de realisatie van twee spooronderdoorgangen tussen de binnenstad en Noorderhaven.
Welstandsbeleid
Het welstandsbeleid van de gemeente Zutphen is opgenomen in de welstandsnota. In deze nota wordt vastgelegd hoe het welstandstoezicht in de gemeente Zutphen is geregeld. Tevens geeft deze nota uitgangspunten en criteria voor het welstandsoordeel. Het doel van welstand is een bijdrage te leveren aan de schoonheid en de aantrekkelijkheid van Zutphen. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente in alle openheid een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen.
Het welstandsbeleid is gebiedsgericht. In voorliggend plangebied geldt het thema 5 'Tuindorpen en tuinwijken'. Aan het op basis van dit thema opgestelde beleid zijn gebiedsgerichte criteria ontleend.
Naast gebiedsgericht beleid gelden verschillende niveaus van welstandstoezicht. Voor het plangebied geldt een zware toetsing (welstandsniveau 1). Dit welstandsniveau wordt door de gemeente toegekend aan structuren, gebieden en objecten, die van cruciale betekenis zijn voor het totaalbeeld van de stad, de dorpen en het landschap. Ook gebieden met bijzondere cultuurhistorische, architectonische, landschappelijke of stedenbouwkundige karakteristieken kunnen niveau 1 krijgen. Dit welstandsniveau kan verder worden toegekend aan ontwikkelingsgebieden en reconstructiegebieden; daar waar nieuwe kwaliteit moet ontstaan.
Het welstandsbeleid voor het onderhavig gebied is gericht op het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde of gewenste ruimtelijke karakteristieken en op de samenhang binnen het gebied of object waarbij in deze ontwikkelingssituatie het accent ligt op het faciliteren en stimuleren van kwaliteit.
De gedetailleerde wijze van bestemmen in voorliggend plan, waarbij de bouwmogelijkheden beperkt zijn en de ruimte voor ontwikkelingen worden afgewogen met de cultuurhistorische waarden van de binnenstad, sluit aan op de beleidsdoelstellingen uit het welstandsbeleid.
Het voorlopig ontwerp is op 10 mei 2012 positief beoordeeld door de welstandscommissie en op 23 mei 2012 door de monumentencommissie. In de aanloop tot die beoordeling is het schetsontwerp in juni 2010 besproken in de welstandscommissie en de monumentencommissie.
Voor het gebied is een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Dit is als Bijlage 2 toegevoegd aan dit bestemmingsplan en zal worden vastgesteld door de gemeenteraad als welstandsbeleid voor het onderhavig gebied.
Bomenbeleid
Binnen de bebouwde kom van de gemeente Zutphen is de Bomenverordening van toepassing. Bij deze verordening hoort een Groene Kaart. Op de Groene Kaart staan de hoofdboomstructuren, groene zones en monumentale bomen weergegeven. Voor de bomen die staan aangegeven op de Groene Kaart geldt dat voor het kappen van een boom een kapvergunning is vereist. De gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders hebben de wens om de Bomenverordening en het (toekomstige) groenbeleid uit de Groenatlas te borgen in bestemmingsplannen. Dat komt voort uit het besef dat boom-/groenstructuren en groenelementen een belangrijke kwaliteit voor de gemeente vormen. Groen heeft immers een positieve uitwerking op mens en milieu, draagt bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat, aan gezondheid, het imago van de stad, ruimtelijke samenhang en een duurzaam en gezond stedelijk milieu. Ook zorgt dat groen voor extra mogelijkheden voor integratie en sociale samenhang.
Het bovenstaande wordt in bestemmingsplannen vertaald door de primaire en secundaire boom-/groenstructuren van de gemeente Zutphen binnen de bestemmingen 'Groen' en 'Verkeer' nader aan te duiden met de functieaanduiding 'specifieke vorm van groenstructuur'. Dit zijn de primaire en secundaire boom-/groenstructuren uit de Groenatlas. Op de Groene Kaart staat het plangebied niet aangeduid als waardevol. Ook komen er in het gebied geen beschermde bomen voor.
Kaderstelling project Halvemaanstraat
Op 12 september 2011 heeft de gemeenteraad van de Zutphen de 'Kaderstelling project Halvemaanstraat' vastgesteld (zie Bijlage 3). Hierin zijn met betrekking tot de aspecten cultuurhistorie, stedenbouw, parkeren, groen/spelen, woningdifferentiatie, financiën, duurzaamheid en de communicatie rondom uitgangspunten opgenomen die zijn verwerkt in het voorliggend bestemmingsplan.
Het globale plangebied Halvemaanstraat.