direct naar inhoud van Artikel 14 Waterstaat - Grondwaterkwaliteit
Plan: Hart van de Wijk Waterkwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0301.15bp0703HartvdWijk-VS01

Artikel 14 Waterstaat - Grondwaterkwaliteit

14.1 bestemmingsomschrijving

De voor Waterstaat - Grondwaterkwaliteit aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, ook bestemd voor de bescherming van de kwaliteit van het grondwater in verband met de drinkwatervoorziening, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

14.2 bouwregels
14.2.1

In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met artikel 12) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.

14.2.2

Gebouwen mogen niet worden gebouwd.

14.2.3

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

14.3 ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 14.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van het waterleidingbedrijf. In het geval van een negatief advies van het waterleidingbedrijf wordt de bedoelde ontheffing niet eerder verleend dan nadat van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de bouwvergunning geen bezwaar hebben.

14.4 aanlegvergunning 
14.4.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikel 14.1 bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • d. het gebruiken, storten en opslaan van meststoffen, bestrijdingsmiddelen, verontreinigde grond en/of schadelijke stoffen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
14.4.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming van de kwaliteit van het grondwater en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

14.4.3

Een aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van het waterleidingbedrijf. In geval een negatief advies van het waterleidingbedrijf wordt verkregen, wordt de aanlegvergunning niet eerder verleend dan nadat van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de aanlegvergunning geen bezwaar hebben.

14.4.4

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.