direct naar inhoud van Artikel 9 Groen
Plan: Kernen Ooy, Oud-Zevenaar en Babberich
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0299.BP99KERNENOOB-VA01

Artikel 9 Groen

9.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groen- en speelvoorzieningen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gemaal', tevens een gemaal;
  • c. voorzieningen ten behoeve van spoorwegen;
  • d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, zoals riolering en waterafvoer;
  • e. watergangen en -partijen, en
  • f. fiets- en voetpaden, in- en uitritten en andere, ondergeschikte verhardingen.
9.2 bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 9.1 mogen uitsluitend worden gebouwd:

9.2.1 gebouwen

Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. uitsluitend ten behoeve van de functie als bedoeld in 9.1 onder d mogen ondergeschikte gebouwtjes tot een oppervlakte van 30 m² worden gebouwd tot een bouwhoogte van 4 m, met dien verstande dat van gebouwen ten behoeve van geleiding of de veiligheid van het verkeer met een oppervlakte van minder dan 10 m² de bouwhoogte niet meer dan 12 m mag bedragen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a mogen in bouwvlakken gebouwen worden gebouwd, waarvan het bebouwingspercentage en de goothoogte en de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot-, bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' is aangegeven.
9.2.2 bouwwerken geen gebouw zijnde

Bouwwerken geen gebouw zijnde moeten voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. de bouwhoogte van:
    • 1. bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van geleiding of de veiligheid van het verkeer met een oppervlakte van minder dan 6 m² mag, gemeten vanaf bovenkant spoorstaaf, niet meer dan 12 m bedragen;
    • 2. geluidschermen mogen, gemeten vanaf bovenkant spoorstaaf, niet meer bedragen dan 4 m, met dien verstande dat indien de sporen verdiept zijn aangelegd de bouwhoogte van geluidschermen niet meer mag bedragen dan 4 m gemeten vanaf peil;
    • 3. speelvoorzieningen, kunstobjecten, palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;
    • 4. andere bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
9.3 afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.1 ten behoeve van de aanleg van parkeervoorzieningen, mits:

  • a. de behoefte daaraan op de plaats waar de aanleg gewenst wordt geacht, voldoende vaststaat, en
  • b. het structurele karakter van de groenzone gehandhaafd blijft.

met in achtneming van het bepaalde in artikel 26.2.