Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het plan ten behoeve van het bouwen van één voor bewoning bestemd gebouw in een compacte bouwvorm voor niet grondgebonden woningen met een maximum bouwhoogte van 18 m en een maximum bebouwd oppervlak van 600 m². Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, mits:
- de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
- het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
- dat het verhaal van de gemeentelijke (plan)kosten zeker is gesteld;
- de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivering.