De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
watergangen en -partijen met daarbij behorende taluds en oevers;
voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, zoals riolering en waterafvoer;
overige voorzieningen zoals duikers, bruggen, kademuren, beschoeiingen en kunstobjecten; uitgezonderd zijn steigers en andere aanlegplaatsen.
9.2 Bouwregels
Op en in de gronden als bedoeld in artikel 9 lid 1 mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd.
9.2.1 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m, behoudens van palen, masten en verkeerstekens, waarvan de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12 m.