Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: BAT-terrein
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0299.BP01BATTERREIN-VA01

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorziening, plantsoen en park, ecologische beplantingen daaronder mede begrepen;
  2. voet- en fietspaden, in- en uitritten en andere ondergeschikte verhardingen;
  3. wegen voor autoverkeer;
  4. speelvoorzieningen;
  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, de regenwaterretentie daaronder mede begrepen;
met dien verstande dat:
  1. ter plaatse van de aanduiding ‘geluidwal’, de gronden tevens zijn bestemd voor een geluidwerende voorziening;
  2. ter plaatse van de aanduiding ‘water’ de gronden tevens zijn bestemd voor het bovengronds brengen van de in het plangebied aanwezige A-watergang waarbij het oppervlak aan water ten minste 1250 m² dient te bedragen en waarbij ter weerszijde van de watergang een beschermingszone met een breedte van 5 meter in acht wordt genomen ter bescherming, beheer en verbetering van de watergang;
  3. ter plaatse van de aanduiding ‘natuur’ de gronden tevens zijn bestemd voor instandhouding danwel herstel en ontwikkeling van natuurwaarden en landschappelijke waarden.
Tot natuurwaarden en landschappelijke waarden die eigen zijn aan de in artikel 6 lid 1 sub h bedoelde gronden worden gerekend:
  1. flora: opgaande beplantingen met als meest kenmerkende boomsoorten elzen, eiken, essen en iepen met bijbehorende onderbegroeiing en/of water- en rietvegetaties;
  2. fauna: diersoorten die zijn gebonden aan opgaande beplantingen (zoals zang- en roofvogels en kleine zoogdieren).
 

6.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 6 lid 1  mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming worden gebouwd.
 

6.2.1 bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
  1. de bouwhoogte niet meer bedragen dan 3 m, behoudens bouwwerken zoals beeldhouwwerken en daarmee gelijk te stellen kunstzinnige elementen waarvan de bouwhoogte niet mag bedragen dan 5 m;
  2. de bouwhoogte van palen, masten, verkeerstekens, technische installaties mag niet meer bedragen dan 12 m;
  3. de bouwhoogte van een geluidwerende voorziening, inclusief een geluidscherm, mag niet meer dan 7 m bedragen.
 

6.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik strijdig met de regels van dit bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruik als bedoeld in artikel 6 lid 1 sub c met een groter oppervlak dan 750 m².