De voor 'Gemengd - 3' aangewezen gronden zijn, bestemd voor:
bewoning in grondgebonden en niet-grondgebonden woningen met de daartoe nodige gebouwen en bijbehorende bouwwerken, groen- en verkeersvoorzieningen, alsmede ondergrondse parkeervoorzieningen, geluidafschermende voorzieningen en voorzieningen voor regenwaterretentie;
het uitoefenen van een beroep aan huis, met dien verstande dat de gezamenlijke bruto vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een aan huis gebonden beroep binnen een woning, in voorkomend geval, niet meer mag bedragen dan 30% van de totale bruto vloeroppervlakte van de betreffende woning en in ieder geval niet meer dan 75m²;
kantoren, maatschappelijke voorzieningen en voorzieningen voor cultuur en ontspanning, met bijbehorende, daaraan ondergeschikte horecavoorzieningen;
verkeersvoorzieningen, waaronder wegen, paden, bermen, parkeerplaatsen, groen- en waterhuishoudkundige voorzieningen en overige voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen;
het parkeren voor de in dit artikel bedoelde functies dient op eigen terrein plaats te vinden.
5.2 Bouwregels
5.2.1 gebouwen
Gebouwen moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 90;
de goothoogte en bouwhoogten van hoofdgebouwen mogen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)’, is aangegeven;
5.2.2 bijbehorende bouwwerken
Bijbehorende bouwwerken bij een grondgebonden woning moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,25 m;
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m;
de bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken voor zover gelegen op het zijerf van de naar de weg gekeerde zijgevel van een woning mag niet meer bedragen dan 3,25 m;
de gezamenlijke oppervlakte van vergunningplichtige bijbehorende bouwwerken mag bij elke woning niet meer bedragen dan 60 m².
5.2.3 bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde moeten voldoen aan de volgende kenmerken:
de bouwhoogte van palen, masten, verkeerstekens, technische installaties mag niet meer bedragen dan 12 m;
de bouwhoogte van erf- of perceelafscheidingen op ten minste 1 m achter de voorgevelrooilijn mag niet meer bedragen dan 2 m;
de bouwhoogte van overige erf- of terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m;
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.3 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik strijdig met de regels van dit bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen:
Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen door op de in artikel 5 lid 1 bedoelde gronden tevens detailhandel toe te staan waarbij in elk geval aangetoond moet worden:
dat uit een daartoe opgesteld onderzoek blijkt dat de bestaande detailhandelsstructuur niet onevenredig wordt benadeeld;
dat de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
dat het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
dat het verhaal van de gemeentelijke (plan)kosten zeker is gesteld.