direct naar inhoud van Artikel 3 Agrarisch met waarden - landschappelijke waarden
Plan: Gameren, Schoolstraat-Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.GMRBP20120001-VS01

Artikel 3 Agrarisch met waarden - landschappelijke waarden

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Agrarisch met waarden - landschappelijke waarden' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, versterking en ontwikkeling van de landschappelijke waarde, conform het mitigatieplan (bijlage 1);
  • b. hobbymatig agrarisch gebruik;
  • c. extensieve dagrecreatie;
  • d. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • e. met daarbijbehorende bouwwerken, geen gebouw zijnde, en andere werken.

3.2 Bouwregels

 

3.2.1 Gebouwen

Op deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 1,50 m bedragen;
  • b. de oppervlakte mag niet meer dan 10 m² bedragen;
  • c. kuilvoerplaten, sleufsilo's en voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest zijn niet toegestaan, met uitzondering van voorzieningen ten behoeve opslag van mest voor hobbymatig gebruik;
  • d. teeltondersteunende voorzieningen zijn niet toegestaan.

3.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. de landschappelijke waarden.

3.4 Omgevingsvergunning

3.4.1 Verbod

Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. graven en dempen van sloten, afdammen, herprofileren van sloten of ander oppervlaktewater, tenzij de werkzaamheden betrekking hebben op de aanleg van duurzame kavelscheidingen;
  • b. de aanleg van bebossing, bos en boomgaarden;
  • c. het aanbrengen van houtteelt;
  • d. aanleggen van drainage (geldt niet voor het vervangen van bestaande drainage);
  • e. het aanleggen van boven- of ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • f. het aanleggen of verharden van paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.

3.4.2 Uitzondering

Het in 3.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.