direct naar inhoud van Artikel 6 Woongebied
Plan: Delwijnen, Woonlocatie Gemeent
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.DLWBP20120009-VS01

Artikel 6 Woongebied

6.1 Bestemmingsomschrijving
6.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met de bijbehorende voorzieningen;
  • b. tuinen;
  • c. erven,
  • d. groenvoorziening;
  • e. (gemeenschappelijke) parkeervoorzieningen;
  • f. trottoirs;
  • g. paden;
  • h. ontsluitingswegen;
  • i. water met bijbehorende voorzieningen;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - parkeren en ontsluiting', voor ontsluiting en parkeren;
  • k. sport- en spelvoorzieningen.

6.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

a Aan huis verbonden beroep

Binnen de bestemming 'Woongebied' is gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft;
  • b. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m².

b Aan huis verbonden bedrijf

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf kan uitsluitend worden toegestaan indien een omgevingsvergunning ex artikel 6.5.1 wordt verleend.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Voor de in lid 6.1 bedoelde gronden gelden de volgende bepalingen:

  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 30;
  • b. voor de op de verbeelding aangegeven 'gevellijn' zijn geen gebouwen toegestaan.

6.2.2 Parkeren

Er geldt een algemene parkeernorm van minimaal:

  • a. 2 parkeerplaatsen per vrijstaande, geschakelde en twee-aaneengebouwde woning, waarvan per woning minimaal 1 parkeerplaats op eigen terrein dient te worden gerealiseerd, waarbij bijmassa's (zijnde garages) niet worden meegeteld als zijnde parkeerplaats;
  • b. 1,7 parkeerplaatsen per aaneengebouwde woning.

6.2.3 Hoofdmassa Gemeent

Voor hoofdmassa Gemeent gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen meerdere hoofdmassa's gebouwd worden;
  • b. de voorgevels van de twee aan de weg Gemeent gelegen hoofdmassa's dienen te worden gebouwd in of maximaal 5 meter achter de op de verbeelding aangegeven 'gevellijn';
  • c. uitsluitend vrijstaande, aaneengebouwde en twee-aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan;
  • d. de goot- en de bouwhoogte van de hoofdmassa mag niet meer bedragen dan 6 respectievelijk 11 meter;
  • e. de afstand van een gevel van de hoofdmassa tot de perceelsgrens van het perceel Gemeent 21 dient minimaal 8 meter te bedragen;
  • f. de afstand van de achtergevel van de hoofdmassa tot de achterste perceelsgrens dient minimaal 8 meter te bedragen;
  • g. voor zover de hoofdmassa van een eindwoning grenst aan een woonbestemming dient de afstand van de eindwoning tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 3 meter te bedragen.

6.2.4 Hoofdmassa achtergebied

Voor hoofdmassa in het achtergebied (hoofdmassa niet gelegen in of maximaal 5 meter achter de op de opgenomen verbeelding gevellijn) gelden de volgende bepalingen:

  • a. er mogen meerdere hoofdmassa's gebouwd worden;
  • b. de hoofdmassa's dienen ten hoogste op 1,5 meter van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - parkeren en ontsluiting' te worden gebouwd, met dien verstande dat als de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - parkeren en ontsluiting' verschoven wordt zoals bedoeld in 6.2.7 sub b de afstand van de hoofmassa's op ten hoogste 1,5 meter van de verschoven aanduiding gerealiseerd dienen te worden;
  • c. uitsluitend vrijstaande, aaneengebouwde en twee-aaneen gebouwde woningen zijn toegestaan;
  • d. de goot- en de bouwhoogte van de hoofdmassa mag niet meer bedragen dan 5 respectievelijk 10 meter;
  • e. de afstand van de achtergevel van de hoofdmassa tot de achterste perceelsgrens dient minimaal 8 meter te bedragen.

6.2.5 Aangebouwde bijmassa

Voor aangebouwde bijmassa gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van de bijmassa tot (het verlengde van) de voorgevel van de woning bedraagt minimaal 3 meter;
  • b. voor de voorgevel van de hoofdmassa zijn geen aangebouwde bijmassa's toegestaan;
  • c. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter dan wel maximaal 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter.

6.2.6 Vrijstaande bijmassa

Voor vrijstaande bijmassa gelden de volgende bepalingen:

  • a. de afstand van de bijmassa tot (het verlengde van) de voorgevel van de woning bedraagt minimaal 3 meter;
  • b. voor de voorgevel van de hoofdmassa zijn geen vrijstaande bijmassa's toegestaan;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • d. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter.

6.2.7 'Specifieke vorm van woongebied - parkeren en ontsluiting'

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van woongebied - parkeren en ontsluiting' gelden de volgende bepalingen:

  • a. er zijn geen gebouwen toegestaan, met uitzondering van het bepaalde in 6.2.8;
  • b. de aanduiding mag in zijn geheel of voor een deel tot maximaal 5 meter worden verschoven.

6.2.8 'Specifieke bouwaanduiding - bijgebouw 1'

Voor bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouw 1' gelden de volgende bepalingen:

  • a. zowel gebouwen, niet zijnde een woning, als bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter.

6.2.9 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. op de gronden, voor zover gelegen voor (het verlengde van) de voorgevel, zijn erfafscheidingen toegelaten tot een maximale hoogte van 1 meter;
  • b. op de gronden, gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel, mag de maximale hoogte 4 meter bedragen, met dien verstande dat de hoogte van erfafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen;
  • c. de bouwhoogte van overkappingen mag niet meer bedragen dan 3 meter.

6.2.10 Oppervlakte aangebouwde en vrijstaande bijmassa, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De gezamenlijke oppervlakte van aangebouwde en vrijstaande bijmassa, overkappingen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 100 m² per bouwperceel met dien verstande dat het bebouwingspercentage voor het gedeelte van het bouwperceel dat is gelegen achter (het verlengde van) de achtergevel niet meer mag bedragen dan 50%.

6.2.11 Voorwaardelijke verplichtingen

Gelijktijdig met het realiseren van de woningen zoals bedoeld in 6.1 moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:

  • a. de graafwerkzaamheden ten behoeve van de realisering van de woningen dienen onder begeleiding van een archeologische deskundige plaats te vinden.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Omgevingsvergunning om af te wijken van het bouwen voor de voorgevel

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 6.2.5, onder a, voor het bouwen van een bijmassa voor de voorgevel dan wel op een afstand van minder dan 3 m vanaf (het verlengde van) de voorgevel mits de diepte van de bijmassa niet meer bedraagt dan 1,5 m én het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast.

6.3.2 Omgevingsvergunning om af te wijken van goot- en/of bouwhoogte

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in lid 6.2.5 onder b en c, teneinde de goot- en/of bouwhoogte te verhogen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdmassa aangeduide goot- en bouwhoogte;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 m;
  • c. dit leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven;
  • d. dit leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Beroeps- en bedrijfsactiviteiten

De gezamenlijke vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van een vrij beroep op de in lid 6.1 bedoelde gronden mag, in voorkomend geval samen met de vloeroppervlakte ten behoeve van de uitoefening van andere beroeps- en bedrijfsactiviteiten als bedoeld in lid 6.5, niet meer bedragen dan 30% van de totale vloeroppervlakte van de gebouwen op het betreffende bouwperceel, en in ieder geval niet meer dan 30 m².

6.4.2 Voorwaardelijke verplichtingen

Voorafgaande aan de ingebruikname van de hoofdmassa's, zoals bedoeld in 6.1, moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichtingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bijgebouw 1' dienen gebouwen dan wel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gerealiseerd te zijn met een minimale hoogte van 2 meter zodat er voor die gronden een afscheiding is tussen de bestemming Woongebied en Tuin;
  • b. de maximale goothoogte bedraagt 3 meter;
  • c. de maximale bouwhoogte bedraagt 6 meter.

6.5 Afwijken van de gebruiksregels
6.5.1 Omgevingsvergunning aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.1.2 onder b, teneinde binnen een woning en/of bijmassa de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de woonfunctie dient als overwegende functie gehandhaafd te blijven;
  • b. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen afbreuk doen aan het karakter van de buurt;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk;
  • d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • e. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag maximaal 30 m² bedragen.