direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen
Plan: Delwijnen, Woonlocatie Gemeent
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.DLWBP20120009-VS01

Artikel 5 Wonen

5.1 Bestemmingsomschrijving

5.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, paden e.d.
  • b. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving
a Aan huis verbonden beroep

Binnen de bestemming 'Wonen' is gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep toegestaan, mits:

  • a. de woonfunctie als overwegende functie gehandhaafd blijft;
  • b. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van de uitoefening van het beroep aan huis niet meer bedraagt dan 30 m².

b Aan huis verbonden bedrijf

Het gebruik van een deel van de woning en/of de bijmassa ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf kan uitsluitend worden toegestaan indien een omgevingsvergunning ex artikel 5.5.1 wordt verleend.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming, zoals woningen in de vorm van hoofdmassa met bijbehorende bijmassa, alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

5.2.2 Parkeren

Er geldt een parkeernorm van minimaal 2 parkeerplaatsen per woning, waarvan minimaal 2 parkeerplaatsen op eigen terrein dient te worden gerealiseerd, waarbij bijmassa's (zijnde garages) niet worden meegeteld als zijnde parkeerplaats en de parkeerplaatsen naast elkaar gesitueerd moeten worden.

5.2.3 Hoofdmassa

Voor hoofdmassa gelden de volgende regels:

  • a. hoofdmassa mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. ter plaatse van de aanduiding ' bouwvlak' is per bouwperceel maximaal één hoofdmassa toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' mag hoofdmassa uitsluitend in de bouwwijze 'vrijstaand' worden gebouwd, tenzij in hetzelfde bouwvlak ook de aanduiding 'twee-aaneen' is weergegeven. In dat geval is ook deze bouwwijze toegestaan;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen' mag hoofdmassa uitsluitend in de bouwwijze 'twee-aaneen' of 'geschakeld' worden gebouwd, tenzij in hetzelfde bouwvlak ook de aanduiding 'vrijstaand' is weergegeven. In dat geval is ook deze bouwwijze toegestaan;
  • e. de voorgevel van de hoofdmassa mag uitsluitend in de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens worden opgericht;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' is ten hoogste de aangegeven goot- en bouwhoogte toegestaan;
  • g. De afstand tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt:
    • 1. bij vrijstaande woningen minimaal 3 meter aan beide zijden;
    • 2. bij twee-aan-een gebouwde en geschakelde woningen 3 meter aan één zijde.
  • h. bouwen onder peil is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

5.2.4 Maatvoering aangebouwde bijmassa

Voor de aangebouwde bijmassa gelden de volgende regels:

  • a. aangebouwde bijmassa mag uitsluitend worden opgericht ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter dan wel 0,25 meter boven de vloer van de eerste verdieping van de woning of het woongebouw.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • d. het plaatsen van hekwerken op een bijmassa is toegestaan, indien en voorzover het hekwerk als een afscheiding geldt voor een dakterras en indien het hekwerk niet hoger is dan 1 meter.

5.2.5 Maatvoering vrijstaande bijmassa

Voor vrijstaande bijmassa gelden de volgende regels:

  • a. vrijstaande bijmassa mag uitsluitend worden gesitueerd ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen';
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter.
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • d. de afstand van de vrijstaande bijmassa tot enig ander gebouw op het bouwperceel bedraagt minimaal 3 meter, met dien verstande dat dit niet geldt voor bestaande vrijstaande bijmassa.

5.2.6 Maatvoering bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag buiten de aanduiding 'bouwvlak' en/of buiten de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 2 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 1 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en/of ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' niet meer bedragen dan 4 meter, met dien verstande dat de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 2 meter mag bedragen;
  • c. binnen de bestemming zijn, in afwijking van het bepaalde onder sub a en b, vlaggenmasten toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 8 meter.

5.2.7 Bebouwde oppervlakte

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' mogen met niet meer dan 50% worden bebouwd tot een maximum van 100 m² per bouwperceel.

5.2.8 Voorwaardelijke verplichtingen

Gelijktijdig met het realiseren van de woningen zoals bedoeld in 5.1 moet voldaan worden aan de volgende voorwaardelijke verplichting:

  • a. de graafwerkzaamheden ten behoeve van de realisering van de woningen dienen onder begeleiding van een archeologische deskundige plaats te vinden.

5.3 Afwijken van de bouwregels

5.3.1 Omgevingsvergunning bijmassa

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.4 onder a voor het bouwen van bijmassa buiten de aanduiding 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen' mits de diepte van de bijmassa niet meer bedraagt dan 1,5 meter en het stedenbouwkundig beeld niet onevenredig wordt aangetast.

5.3.2 Omgevingsvergunning goot- en/of bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.4 onder b en c, teneinde de goot- en/of bouwhoogte te verhogen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de goot- en bouwhoogte bedragen maximaal de in het op hetzelfde bouwperceel gelegen 'maatvoeringsvlak' aangeduide goot- en bouwhoogte;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt minimaal 2,5 meter;
  • c. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven;
  • d. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

5.3.3 Omgevingsvergunning bouwen uit bouwgrens

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.3 onder e, voor het bouwen uit de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de voorgevel van de hoofdmassa mag maximaal 5 meter achter de uit de naar de openbare weg gekeerde bouwgrens worden gebouwd;
  • b. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de belangen van naburige erven;
  • c. de afwijking leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving.

5.4 Specifieke gebruiksregels

5.4.1 Strijdig gebruik

Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval begrepen:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijmassa voor (zelfstandige) bewoning;
  • b. het gebruik van ruimten binnen een woning en/of bijmassa voor de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • c. het gebruik van de in deze bestemming aangegeven gronden en de daarop voorkomende bouwwerken c.q. gebouwen of delen daarvan ten behoeve van een seksinrichting.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

5.5.1 Omgevingsvergunning aan huis verbonden bedrijf

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.4.1 onder b, teneinde binnen een woning en/of bijmassa de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. de woonfunctie dient als overwegende functie gehandhaafd te blijven;
  • b. het gebruik mag geen onevenredige hinder voor het woon- en leefmilieu opleveren en mag geen afbreuk doen aan het karakter van de buurt;
  • c. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de afwikkeling van het verkeer en/of leiden tot onevenredige parkeerdruk;
  • d. (detail)handel is alleen toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit bij de uitoefening van een aan huis verbonden bedrijf;
  • e. de te gebruiken oppervlakte ten behoeve van het aan huis verbonden bedrijf mag maximaal 30 m² bedragen.