direct naar inhoud van 3.1 Landschap en cultuurhistorie
Plan: Buitengebied, Zaltbommel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02

3.1 Landschap en cultuurhistorie

In dit hoofdstuk wordt het landschap nader beschreven alsmede de en de cultuurhistorische- en Archeologische waarden.

3.1.1 Archeologische waarden

Op grond van de Monumentenwet 1988 dient de gemeente bij de vaststelling van een bestemmingsplan rekening te houden met de in de grond aanwezige en te verwachten archeologische waarden. In de Monumentenwet is bepaald dat bodemverstorende werkzaamheden tot 100m2 zijn vrijgesteld van archeologisch onderzoek. De gemeente kan echter hiervan afwijkende oppervlakten vaststellen. De gemeente Zaltbommel heeft dat gedaan en op 7 juli 2011 een archeologische inventarisatie, en archeologiebeleid met een bijbehorende kaart vastgesteld. Hierin zijn o.m. vrijstellingsgrenzen voor oppervlakten en diepten opgenomen. Het beleid is op 1 september 2011 in werking getreden. De reden voor het vaststellen van het beleid is het uitsluiten van onnodig onderzoek en slechts voor de gebieden waar archeologische waarden te verwachten zijn, wel te besluiten tot nader onderzoek (en alleen als de vrijstellingsgrenzen worden overschreden). Het bovengenoemde beleid is één op één vertaald in het bestemmingsplan voor het buitengebied. Voor het opstellen van de archeologische inventarisatie en beleidskaart zijn de volgende bronnen geraadpleegd:

  • Het Archeologisch Informatiesysteem (ARCHIS) en de archeologische monumentenkaart (AMK) van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE);
  • Literatuur en historisch-topografische kaarten;
  • Gegevens uit ruim 120 eerdere archeologisch onderzoeken;
  • Gegevens van gebiedsspecialisten en amateurarcheologen.

De archeologische vindplaatsen- en verwachtingskaart is grotendeels op bureauonderzoek gebaseerd. Wel zijn alle eerdere archeologische onderzoeken en vondstmeldingen hierbij betrokken. Met betrekking tot bodemkundige en geologische gegevens is gebleken dat voor de gemeente Zaltbommel de zanddieptekaarten van het Gelders Rivierengebied het beste uitgangsmateriaal vormden. Behalve dat de kaarten het gehele oppervlak van de gemeente beslaan, zijn ze gebaseerd op grootschalige veldonderzoeken die specifiek zijn gericht op het in kaart brengen van de ontstaansgeschiedenis van het landschap. Aan de hand van het Actueel Hoogtebestand Nederland is een verdere detaillering in de begrenzing van het onderzoeksgebied gemaakt. De archeologische vindplaatsen- en verwachtingskaart gaat uit van een intact landschap met gave bodemprofielen. In werkelijkheid zijn grote delen van het gebied in meer of mindere mate verstoord door allerlei bodemtechnische ingrepen in het verleden. De mate van deze verstoringen en het effect ervan op de archeologische resten in het gebied zijn slechts globaal bekend. De archeologische vindplaatsen- en verwachtingskaart doet slechts globaal uitspraken over de mate van bodemverstoring, maar zegt niets over de gaafheid van te verwachten archeologische resten. Indien in concrete gevallen door de initiatiefnemer aantoonbaar kan worden gemaakt dat het terrein diepgaand is verstoord, geldt voor het verstoorde deel geen onderzoeksverplichting.

afbeelding "i_NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02_0002.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02_0003.jpg"

Beleidskaart Cultuurhistorische inventarisatie en archeologiebeleid

3.1.2 Cultuurhistorische waarden

Allerlei menselijke ingrepen hebben voor de nu zo kenmerkende en waardevolle cultuurhistorische waarden gezorgd. Er kan een onderscheid worden gemaakt in waardevolle elementen, die een meer natuurlijke geschiedenis hebben en elementen met een meer door de mens gevormde geschiedenis. Hieronder worden de meest in het oog springende waarden vermeld.

Natuurlijke waarden:

  • de Drielsche wetering als restant van een rivierbocht uit de Romeinse tijd;
  • de wielen bij de Nieuwendijk, de Maasdijk, de Meidijk, de Kasteellaan bij Nederhemert-Zuid en bij de Gamersedijk bij Zaltbommel (Kloosterwiel);
  • de woerden in de verschillende dorpen Kerkwijk, Bruchem, Delwijnen en Nederhemert-Zuid;
  • de vluchtheuvels, daterend uit de tweede helft van de 19de eeuw (1861), bij Delwijnen, Kerkwijk en Bruchem;
  • de in het landschap nog aanwezige eendenkooien;
  • de aardkundige waarden van nationaal belang: Benedenwaarden, de Doornwaard en het gebied tussen Capreton en De Rampert en het noordelijk gebied rondom de Meidijk;
  • de aardkundige waarden van provinciaal belang: De Waarden.

Nieuwe Hollandse waterlinie

Het belangrijkste cultuurhistorische element in het buitengebied wordt gevormd door de restanten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie aan de westzijde van het plangebied. Deze linie moest het westen van Nederland verdedigen tegen indringers uit het oosten en zuiden. Door middel van inundatie van velden ten oosten van de linie en forten of batterijen op de niet te inunderen plaatsen (accessen), ontstond een aaneengesloten verdedigingslinie.

De Nieuwe Hollandse Waterlinie is in de gemeente Zaltbommel vooral herkenbaar in:

  • de defensieve dijken - voorzien van batterijen en groepsschuilplaatsen - met daar tussenin, in het westelijke komgebied, het inundatiegebied;
  • een aantal plekken met bijzondere historische context, bijvoorbeeld de plek van de voormalige uitwateringssluis in de Maaskade.

Overige historische waarden:

  • de aan de rivieren gerelateerde oeverwallen met bebouwingsstructuren;
  • de wetering Capreton;
  • beschermde dorpsgezichten (Zaltbommel en Nederhemert Zuid);
  • gemeentelijke en rijksmonumenten;
  • historische buitenplaatsen (Huis Brakel).

3.1.3 Landschap

De geomorfologie en waterhuishouding hebben in grote mate invloed gehad op het huidige landschapsbeeld. Er is sprake van een gevarieerd landschap met wijde rivieren en hun uiterwaarden en oeverwallen met een kleinschalige structuur en open kommen.

In de Structuurvisie Buitengebied zijn kernkwaliteiten beschreven per landschappelijk deelgebied

  • 1. Het uiterwaardenlandschap;
  • 2. Het relatief open komgebied;
  • 3. De Groen-blauwe Structuurband;
  • 4. De oude polders;
  • 5. De oeverwallen en bebouwingsconcentraties.

Hieronder volgt per landschapseenheid een beschrijving van de aanwezige kernkwaliteiten. Een uitgebreide omschrijving van de gebieden is terug te lezen in de Structuurvisie Buitengebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02_0004.png"

afbeelding "i_NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02_0005.jpg"

Landschappelijke kernkwaliteiten Uiterwaardenlandschap

  • openheid met op sommige plaatsen bosclusters;
  • aanwezigheid en leesbaarheid van het dijkensysteem langs de huidige Maas en Waal;
  • hoge natuurwaarden en potenties voor natuurwaarden;
  • hoge cultuurhistorische waarde van de omgeving slot Loevestein.

Landschappelijke kernkwaliteiten relatief open komgebieden

  • openheid en rust;
  • noordzuid gerichte verkavelingsstructuur;
  • vochtige omstandigheden en geschiktheid voor weidevogels en ganzen;
  • zichtlijn tussen komgebied en de dijk tussen Zuilichem en Nieuwaal;
  • hoge cultuurhistorische waarde van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en de Drielsche Wetering.

Landschappelijke kernkwaliteiten Groenblauwe structuurband

  • afwisseling openheid en besloten noordzuid gerichte broekbossen;
  • hoge cultuurhistorische waarden in de vorm van eendenkooien en groenblauwe dwarsverbindingen;
  • hoge natuurwaarden (EHS) en potenties voor (natte) natuurwaarden.

Landschappelijke kernkwaliteiten Oude polders

  • openheid.
  • cultuurhistorische waarden.

Landschappelijke kernkwaliteiten Oeverwallen en bebouwingsconcentraties

  • kleinschalig en afwisselend landschap met waardevolle bebouwingslinten.
  • contrast met open komgebied, met op een aantal plaatsen waardevolle dorpsranden.