direct naar inhoud van Artikel 9 Maatschappelijk
Plan: Centrum Wijchen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.CTRcentrumwijchen-DF02

Artikel 9 Maatschappelijk

9.1 Bestemmingsomschrijving
9.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. kantoren:
  • c. een begraafplaats;
  • d. parkeerplaatsen;
  • e. parkeerterreinen en verkeersvoorzieningen openbaar;
  • f. de bescherming en instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijke monument, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument”;
  • g. de bescherming en instandhouding van de monumentale waarden van een rijksmonument, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - rijksmonument';

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven, terreinen, beplanting, nutsvoorzieningen, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen en voorzieningen voor de waterhuishouding en overeenkomstig de in 9.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

9.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 9.1.1:

a Kantoren

Kantoren zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor'.

b Begraafplaats

Een begraafplaats is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats'.

c Parkeerterreinen en verkeersvoorzieningen

Parkeerterreinen en verkeersvoorzieningen met een openbaar karakter zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein'.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

9.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a. mogen ter plaatse van de aanduiding 'begraafplaats' gebouwen worden opgericht met dien verstande dat:
    • 1. de goothoogte maximaal 3 m bedraagt ;
    • 2. het bestemmingsvlak maximaal voor 10 % mag worden bebouwd;
  • c. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' of 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat indien binnen een bouwvlak(deel) geen goot- en/of bouwhoogte is opgenomen de bestaande goot- en bouwhoogte als maximum geldt;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' mag op een bouwperceel het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer bedragen dan aangegeven.
9.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van pergola's mag niet meer bedragen dan 2,50 m;
  • d. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten en sierconstructies mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3,5 m.
9.3 Afwijken van de bouwregels
9.3.1 Omgevingsvergunning gebouwen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 teneinde buiten het bouwvlak gebouwen toe te staan, zoals fietsenstallingen of materiaalbergingen, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de goothoogte bedraagt niet meer dan 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3,5 m;
  • c. de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan 20 m² per gebouw;
  • d. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden mogen niet onevenredig worden geschaad;
  • e. de verkeersveiligheid mag niet in het gedrang komen.
9.3.2 Omgevingsvergunning goot- en bouwhoogte beschermd dorpsgezicht

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.2.2 teneinde een grotere goot- en bouwhoogte toe te staan binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht', een en ander met inachtneming van het volgende:

  • a. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • d. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
9.4 Wijzigingsbevoegdheid
9.4.1 Wijzigingsbevoegdheid naar gemengd

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming wijzigen naar de bestemming 'Gemengd',met inachtneming van het volgende:

  • a. de wijziging heeft uitsluitend betrekking op de functies kantoren, wonen en dienstverlening;
  • b. de regels uit 'Artikel 6 Gemengd' zijn van toepassing;
  • c. nieuwe woningen zijn passend binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • d. woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder;
  • e. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefmilieu;
  • f. er zijn geen bezwaren vanuit milieukundig oogpunt;
  • g. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • h. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de openbare parkeervoorzieningen in de omgeving;
  • i. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.