direct naar inhoud van Artikel 5 Centrum
Plan: Centrum Wijchen 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0296.CTRcentrumwijchen-DF02

Artikel 5 Centrum

5.1 Bestemmingsomschrijving
5.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel;
  • b. dienstverlening; 
  • c. horeca;
  • d. maatschappelijke voorzieningen;
  • e. wonen;
  • f. cultuur en ontspanning;
  • g. de bescherming en instandhouding van de monumentale waarden van een gemeentelijke monument, ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - gemeentelijk monument”;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals terrassen, tuinen, erven, groenvoorzieningen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, paden e.d. en overeenkomstig de in 5.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemming.

5.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 5.1.1:

a Aan huis verbonden beroep

Ten aanzien van de in artikel 5.1.1omschreven doeleinden geldt voorts dat gebruik van

een deel van de woning en/of de bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan

huis verbonden beroep is toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. het (mede) ten behoeve van een aan huis verbonden beroep in gebruik te nemen vloeroppervlak maximaal 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen mag bedragen met een maximum van 50 m²;
  • 2. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • 3. de activiteit mag niet leiden tot gebruik van extra parkeerruimte binnen het openbaar gebied;
  • 4. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden; hieronder worden niet begrepen handelsactiviteiten via het internet;
  • 5. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
b Centrumfuncties op begane grond / verdieping / kelder

De in 5.1.1 opgenomen centrumfuncties, met uitzondering van wonen, maatschappelijke voorzieningen en cultuur en ontspanning, zijn uitsluitend toegestaan op de begane grondbouwlaag, met dien verstande dat in afwijking van het voorgaande:

  • 1. ondergeschikte functies op de 1e verdieping of in de kelder zijn toegestaan als niet-zelfstandig onderdeel van de functie op de begane grond;
  • 2. detailhandel op de verdieping is in de bestaande omvang toegestaan, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - detailhandel op de verdieping';
  • 3. detailhandel of horeca in de kelder van het hoofdgebouw is toegestaan indien er sprake is van een duidelijke ruimtelijke en functionele relatie met het detailhandels- of horecabedrijf op de begane grond;
  • 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - dienstverlening', tevens dienstverlening is toegestaan op zowel de 1e verdieping als in de kelder;
  • 5. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - dienstverlening op de verdieping', tevens dienstverlening is toegestaan op de 1e verdieping.
c Detailhandel

Aan de achter de bebouwing gelegen parkeeraccommodaties (Aambeeld, Vlaskam en Dorsvlegel) mogen geen zelfstandige winkelruimten worden georiënteerd, d.w.z. er mogen geen entrees van winkels worden gecreëerd, met uitzondering van de bestaande entrees ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - winkelentree'.

d Horeca

Voor horeca geldt het volgende:

  • 1. binnen deze bestemming zijn uitsluitend horecabedrijven uit horecacategorie 1 en 2 toegestaan;
  • 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - zaalaccommodatie' is tevens een zaalaccommodatie toegestaan.
e Wonen

Voor wonen geldt het volgende:

  • 1. wonen uitsluitend is toegestaan op de verdieping(en) boven de begane grondbouwlaag, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'wonen' wonen ook op de begane grondbouwlaag is toegestaan.
f Cultuur en ontspanning

Voor cultuur en ontspanning geldt dat dit uitsluitend van toepassing is op de volgende functies:

  • 1. dansschool;
  • 2. bioscoop;
  • 3. atelier;
  • 4. museum.
g Overdekt terras

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overdekt terras' is uitsluitend een overdekt terras toegestaan.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden gebouwd ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', met dien verstande dat:
    • 1. in afwijking van het voorgaande geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overbouwing' een overbouwing is toegestaan waarvan de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de bouwhoogte van het aansluitende gebouw;
    • 2. in afwijking van het voorgaande geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - overdekt terras' uitsluitend een overdekt terras is toegestaan met een maximale goot- en bouwhoogte van respectievelijk 3 m en 4,5 m;
  • b. de goot- en/of bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' of 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven, met dien verstande dat indien binnen een bouwvlak(deel) geen goot- en/of bouwhoogte is opgenomen de bestaande goot- en bouwhoogte als maximum geldt;
  • c. gebouwen mogen uitsluitend worden gesitueerd in de naar de weg gekeerde bouwgrens, met dien verstande dat:
    • 1. het voorgaande niet geldt voor de gebouwen gelegen aan de Dorsvlegel, Vlaskam, Aambeeld en De Poort;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 1' mag de overwegende nokrichting van hoofdgebouwen uitsluitend evenwijdig aan de weg worden gesitueerd;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 2' mag de overwegende nokrichting van hoofdgebouwen uitsluitend haaks op de weg worden gesitueerd;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 1' en 'specifieke bouwaanduiding - nokrichting 2' geldt dat de bestaande parcellering niet mag worden gewijzigd;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is op de begane grond uitsluitend een onderdoorgang toegestaan.
5.2.3 Luifels

Binnen deze bestemming zijn de bestaande luifels aan gebouwen toegestaan.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw niet meer bedragen dan 2 m;
  • c. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer dan 5 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:

  • a. de situering en afmetingen van bouwwerken;
  • b. de nokrichting en kapvorm van gebouwen;

indien zulks noodzakelijk is:

  • 1. voor een verantwoorde en evenwichtige stedenbouwkundige inpassing en ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit;
  • 2. ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de zich daarop bevindende bouwwerken;
  • 3. ter bevordering van de verkeersveiligheid.
5.4 Afwijken van de bouwregels
5.4.1 Omgevingsvergunning bouwen gevel buiten bouwgrens

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde het bouwen van de gevel toe te staan tot maximaal 4 m achter de naar de weg gekeerde bouwgrens, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de verandering mag niet leiden tot een aantasting van het bebouwde karakter in de directe omgeving; er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden van het gebouw en van de omgeving.
5.4.2 Omgevingsvergunning wijziging nokrichting

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde een andere nokrichting toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de verandering mag niet leiden tot een aantasting van het bebouwde karakter in de directe omgeving; er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden van het gebouw en van de omgeving.
5.4.3 Omgevingsvergunning parcellering

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 teneinde een andere parcellering toe te staan, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. de verandering mag niet leiden tot een aantasting van het bebouwde karakter in de directe omgeving; er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de cultuurhistorische waarden van het gebouw en van de omgeving.
5.4.4 Omgevingsvergunning goot- en bouwhoogte

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.2.2 onder d en e, alsmede voor gebouwen gelegen binnen de dubbelbestemming 'Waarde - Beschermd Dorpsgezicht', teneinde een grotere goot- en bouwhoogte toe te staan binnen , een en ander met inachtneming van het volgende:

  • a. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en de belangen van derden worden niet onevenredig geschaad;
  • d. het woon- en leefklimaat mogen niet onevenredig worden aangetast.
5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Omgevingsvergunning aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning

afwijken van het bepaalde in 5.1.2 onder a voor de uitoefening van een aan huis gebonden

(bedrijfs)activiteit, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  • a. het ten behoeve van de aan huis gebonden (bedrijfs)activiteit in gebruik te nemen vloeroppervlak bedraagt maximaal 1/3 van de vloeroppervlakte van de woning en/of de bijgebouwen met een maximum van 50 m²;met dien verstande dat in geval van bed breakfast het volgende van toepassing is:
    • 1. de voor bed & breakfast gebruikte oppervlakte mag niet meer bedragen dan 100 m²;
    • 2. ten behoeve van de bed & breakfastvoorzieningen zijn maximaal 8 (éénpersoons)bedden toegestaan;
    • 3. permanente bewoning niet is toegestaan;
    • 4. er wordt een nachtregister bijgehouden;
  • b. degene die de activiteiten in de woning en/of de bijgebouwen uitoefent, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. de noodzakelijke parkeervoorzieningen dienen op eigen terrein te worden gesitueerd, tenzij wordt aangetoond dat geen onevenredige parkeerdruk ontstaat in het openbaar gebied;
  • d. het bedrijf dient qua aard, milieubelasting en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • e. de activiteit mag niet milieuvergunningplichtig zijn;
  • f. er mag geen detailhandel of groothandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de aan huis verbonden activiteit alsmede handelsactiviteiten via het internet;
  • g. vanaf de openbare weg zichtbare excessieve reclame-uitingen zijn niet toegestaan.
5.5.2 Omgevingsvergunning detailhandel / horeca op verdieping

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 5.1.2 teneinde detailhandel of horeca toe te staan op de verdieping van het hoofdgebouw, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • a. de afwijking dient noodzakelijk te zijn met het oog op een doelmatige bedrijfsvoering en een efficiënt gebruik van het bouwperceel;
  • b. het gebruik op de verdieping dient een duidelijke ruimtelijke en functionele relatie te hebben met het detailhandels- of horecabedrijf op de begane grond;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefmilieu;
  • d. er zijn geen bezwaren vanuit milieukundig oogpunt;
  • e. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de openbare parkeervoorzieningen in de omgeving.
5.6 Wijzigingsbevoegdheid
5.6.1 Wijziging naar wonen

Burgemeester en wethouders kunnen met toepassing van artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening de bestemming wijzigen naar de bestemming 'wonen', ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 1' , met inachtneming van het volgende:

  • a. de nieuwe woningen zijn passend binnen het gemeentelijk woningbouwprogramma;
  • b. de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde Wet geluidhinder;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het woon- en leefmilieu;
  • d. er zijn geen bezwaren vanuit milieukundig oogpunt;
  • e. er bestaan geen bezwaren vanuit een verantwoorde stedenbouwkundige inrichting en vormgeving;
  • f. er vindt geen onevenredige aantasting plaats van de aanwezige architectonische en/of cultuurhistorische waarden.