direct naar inhoud van Artikel 5 Groen
Plan: Kortenoord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0006kortenoord-VSG1

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. wegen en paden;
  • c. bermen en beplanting;
  • d. speelvoorzieningen;
  • e. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'verkeer' of maximaal 10 m aan weerszijden daarvan moet een verkeersverbinding worden gerealiseerd;
  • g. het behoud van een houtwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';

met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:

  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • i. verhardingen.
5.2 Bouwregels
5.2.1

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

5.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 4,00 meter mag bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van lichtmasten niet meer dan 10,00 meter mag bedragen.

5.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing en verharding.

5.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. opslag of het laten opslaan van bagger en grondspecie;
  • b. opslag of het laten opslaan van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven.
5.5 Aanlegvergunning
5.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in artikelĀ 5.1 onder g bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het verwijderen van diepwortelende beplantingen en het rooien en/of kappen van bomen of andere houtgewassen;
  • b. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
5.5.2

Een aanlegvergunning als bedoeld in artikel 5.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de houtwal en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

5.5.3

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.