direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Wageningen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0005wageningen-VSG1

Artikel 3 Bedrijf

3.1 bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven ter plaatse van de aanduidingen:

'atelier'   atelier;  
'bedrijf tot en met categorie 2'   bedrijven genoemd in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten;  
'horeca'   horecabedrijf  
'nutsvoorziening'   nutsvoorziening  
'specifieke vorm van bedrijf - drukkerij'   drukkerij;  
'specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf'   garagebedrijf  
'specifieke vorm van bedrijf - maritiem laboratorium'   maritiem laboratorium  
'specifieke vorm van bedrijf - molenbedrijf'   molenbedrijf  
'specifieke vorm van waterstaat - reinwaterkelder'   reinwaterkelder  
'specifieke vorm van bedrijf - taxibedrijf'   taxibedrijf  
'specifieke vorm van bedrijf - wkk'   wkk-centrale  
'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg'   Benzineservicestation zonder de verkoop van lpg;  

met dien verstande dat:

geluidzoneringsplichtige bedrijven en bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo) niet zijn toegelaten;

  • b. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotsmiddelen;
  • c. een bedrijfswoning, beperkt tot het bestaande aantal woningen, met bijbehorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep op maximaal 30% van het bruto-vloeroppervlak van de bedrijfswoning en daarbij behorende aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot een maximum per bedrijfswoning van:
    - 45 m² bij bouwpercelen tot 750 m²;
    - 60 m² bij bouwpercelen van 750 m² tot 1.500 m²;
    - 75 m² bij bouwpercelen vanaf 1.500 m²;
    met daaraan ondergeschikt:
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. wegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;

met de daarbij behorende:

  • i. gebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;
  • j. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
3.2 bouwregels
3.2.1

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage mag per bouwvlak ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven percentage bedragen; indien geen percentage is aangegeven, bedraagt het bebouwingspercentage 100%;
  • c. de goothoogte en bouwhoogte mogen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' aangegeven hoogte bedragen;
3.2.2

Voor het bouwen ten behoeve van een nutsvoorziening gelden de volgende bepalingen:

  • a. een gebouw ten behoeve van de nutsvoorziening mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte mag ten hoogste 3 meter bedragen.
3.2.3

Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • b. de oppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 100 m² bedragen;
  • c. voor niet-inpandige bedrijfswoningen geldt de volgende goot- en bouwhoogte, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' een andere goot en/of bouwhoogte is opgenomen:
    • 1. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6,00 meter;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9,00 meter.
3.2.4

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mogen uitsluitend worden gebouwd bij niet-inpandige bedrijfswoningen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen mag per bedrijfswoning niet meer dan 50 m² bedragen;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer dan 3,00 meter bedragen.
3.2.5

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 2,00 meter bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel ten hoogste 1,00 meter mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,00 meter bedragen.
3.3 nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3.4 specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van prostitutiedoeleinden, seksinrichtingen en escortbedrijven;
  • c. een gebruik ten behoeve van detailhandel, anders dan productiegebonden detailhandel.
3.5 ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in artikel 3.1 en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige inrichtingen of bedrijven die vallen onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) of het Besluit risico's zware ongevallen 1999 (Brzo).