direct naar inhoud van Artikel 4 Groen
Plan: Wageningen Campus
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0289.0003wagcampus-VSG1

Artikel 4 Groen

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. wegen en paden;
  • c. ontsluitings- en parkeervoorzieningen;
  • d. water, waterberging en waterlopen;
  • e. het behoud van een houtwal ter plaatse van de aanduiding 'houtwal';
  • f. het behoud en/of de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone ter plaatse van de aanduidingen 'ecologische verbindingszone' en 'specifieke vorm van groen – ecologische verbindingszone 1' of bij de aanduiding 'specifieke vorm van groen – ecologische verbindingszone 1' maximaal 30 m aan weerszijden daarvan;

met daaraan ondergeschikt de daarbij behorende:

  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • h. verhardingen.
4.2 Bouwregels
4.2.1

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

4.2.2

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 10 m;
  • b. de bouwhoogte van kunstwerken en lichtmasten bedraagt maximaal 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 4 m.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van het straat- en bebouwingsbeeld, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de verharding.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming als bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval gerekend:

  • a. opslag of het laten opslaan van bagger en grondspecie;
  • b. opslag of het laten opslaan van vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen;
  • c. het gebruik van gronden en/of bebouwing ten behoeve van prostitutie en/of een seksinrichting en/of een escortbedrijf.
4.5 Aanlegvergunning
4.5.1

Het is verboden zonder of in afwijking van een aanlegvergunning van burgemeester en wethouders op de in lid 4.1 onder e en f bedoelde gronden de volgende andere-werken uit te voeren:

  • a. het verwijderen van diepwortelende beplanting en het rooien en/of kappen van bomen of andere houtgewassen;
  • b. andere-werken die een verandering van de waterhuishouding of het grondwaterpeil tot gevolg hebben, zoals drainage en (onder)bemaling.
4.5.2

Een aanlegvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het ander-werk dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de houtwal en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.

4.5.3

Geen aanlegvergunning is nodig voor:

  • a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • b. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.