De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. maatschappelijke voorzieningen;
b. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
c. openbare nutsvoorzieningen;
d. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals groen, tuinen, erven, paden, verkeers- en verblijfsvoorzieningen en speelvoorzieningen.
7.2 Bouwregels
a. Op deze gronden mogen gebouwen worden gebouwd en gelden de volgende regels:
1. hoofdgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' mogen de goot- en bouwhoogte maximaal de aangegeven hoogten in meters bedragen;
3. overige gebouwen worden op minimaal 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;
4. de goothoogte van overige gebouwen mag maximaal 3 m bedragen;
5. de bouwhoogte van overige gebouwen mag maximaal 5 m bedragen;
6. de oppervlakte van overige gebouwen gelegen buiten de gronden met de aanduiding 'bouwvlak', mag per bouwperceel maximaal 20 m² bedragen.
7.
b. Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:
1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m mag bedragen;
2. de bouwhoogte van lichtmasten en kunstobjecten mag maximaal 6 m bedragen;
3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen;
4. de bouwhoogte van speeltoestellen mag maximaal 4,5 bedragen;
5. de bouwhoogte van overige, andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen;
6. de gezamenlijke oppervlakte van andere bouwwerken gelegen buiten gronden met de aanduiding 'bouwvlak', mag per bouwperceel maximaal 20 m² bedragen.