direct naar inhoud van 3.4 Beleid op regionaal niveau
Plan: Dijkverlegging Voorsterklei
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20140-VS00

3.4 Beleid op regionaal niveau

3.4.1 Landschapsontwikkelingsplan van Veluwe tot IJssel

Het doel van dit regionale landschapsontwikkelingsplan (LOP) uit 2009 van de gemeenten Epe, Heerde en Voorst is om de autonome ontwikkeling van het landschap te sturen op behoud en op ontwikkeling van landschappelijke samenhang. Tevens heeft het plan als doel om de ontstening van het buitengebied te stimuleren en de karakteristieke kenmerken van het landschap te ontwikkelen.

Een ander belangrijk doel is om een kader te bieden voor veranderingsprojecten van hogere overheden, zoals de hoogwatergeul Veessen-Wapenveld maar ook de dijkverlegging in de Voorsterklei.

Met het LOP kan het landschapsbelang in alle ruimtelijke veranderingsprojecten ingebracht worden. Uiteindelijk gaat het in het landschapsontwikkelingsplan om de vraag hoe de verschillende overheden en burgers een goed en aantrekkelijk landschap voor het gebied van de Veluwe tot de IJssel kunnen maken.

In het LOP is het beleid uitgespitst naar landschapseenheden en naar landschapselementen. In het LOP valt het plangebied onder het gebied ingepolderde uiterwaarden. Opgemerkt wordt in het plan in de Voorsterklei een deel van de ingepolderde uiterwaarden in het kader van 'Ruimte voor de Rivier' weer worden teruggegeven aan de IJssel.

3.4.2 Waterbeheerplan 2010-2015

Het algemeen bestuur van Waterschap Veluwe heeft op 25 november 2009 het Waterbeheerplan 2010-2015 vastgesteld en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben dit plan goedgekeurd bij besluit van 17 december 2009.

Een belangrijk uitgangspunt in het beleid is het principe van niet afwentelen. Kort gezegd betekent dit dat met het oplossen van het ene probleem, geen nieuw probleem mag ontstaan. Dit geldt voor het waterbeleid én voor de daarmee samenhangende kosten. Indien nodig zal Waterschap Veluwe (regen)water zoveel mogelijk bovenstrooms vasthouden, vervolgens (tijdelijk) bergen in zogenaamde retentiegebieden en pas daarna afvoeren naar elders. Bij de uitwerking van dit voornemen wil het Waterschap duurzaam omgaan met het watersysteem. Concreet betekent dit dat waterlopen breder en minder diep gemaakt worden, flexibel peilbeheer of het laten meanderen (slingeren) van watergangen. Ook is het beter regen-, grond- en oppervlaktewater schoon te houden, dan het later te moeten zuiveren. Maatregelen om schone en vuile waterstromen te scheiden hebben daarom de voorkeur. Bij daken en wegen kan gedacht worden aan het loskoppelen van de regenwaterafvoer van het rioleringsysteem.

Eén van de belangrijkste taken van Waterschap Veluwe is het beschermen van het beheersgebied tegen hoogwater. Hoogwater mag niet afgewenteld worden op aangrenzende waterschappen of de IJssel en de randmeren. Het Waterschap zorgt dan ook voor veilige dijken waarbij de cultuurhistorie en natuurwaarden niet uit het oog worden verloren.

3.4.3 Keur van Waterschap Veluwe 2009

Op grond van de Waterwet is het waterschap bevoegd bij verordening (keur) nadere regels te stellen. In het kader van de nieuwe regelgeving is het waterschap de regionale waterbeheerder voor het stellen van gebods- en verbodsbepalingen met betrekking tot de bij het waterschap in beheer zijnde watersystemen, indien en voor zover het waterschap door de Wet met de zorg voor onderdelen van dat watersysteem is belast. De keur ziet op de uitoefening van het regionale waterbeheer door het waterschap. Bij dit alles streeft het waterschap naar minder regels, minder lasten voor burgers en bedrijven, een vereenvoudiging van regelgeving en het werken met meer algemene regels, waarbij vergunningverlening indien mogelijk vermeden wordt.

De keur van het waterschap is met name van belang voor het bouwen, uitvoeren van werken en houden van dieren nabij dijken, kades en hoofdwatergangen.