direct naar inhoud van Artikel 44 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.20100-VS00

Artikel 44 Algemene aanduidingsregels

44.1 geluidszone - industrie

In afwijking van hoofdstuk 2 geldt ter plaatse van de aanduiding 'geluidszone - industrie' de volgende regel:

  • een op grond van de hoofdbestemming toelaatbaar geluidsgevoelig gebouw, of de uitbreiding daarvan, mag slechts worden gebouwd indien de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van dit geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een reeds verkregen hogere grenswaarde.

44.2 vrijwaringszone - molenbiotoop
44.2.1 Zoneomschrijving

Voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, de volgende regels:

  • a. binnen de zone van 100 m gemeten vanaf de molen mogen geen bouwwerken worden gebouwd met een bouwhoogte van meer dan de stellinghoogte;
  • b. binnen de zone gemeten van 100 m vanaf de molen tot een afstand van 400 m gemeten vanaf de molen, mogen geen hogere gebouwen worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald:
    • 1. H = X/n + c·z
  • c. waarin:
    • 1. H = de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen);
    • 2. X = de afstand in meters vanaf het gebouw tot de wieken van de molen;
    • 3. n = 50 (bebouwd gebied);
    • 4. c = 0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%);
    • 5. z = askophoogte;
  • d. bestaande bouwwerken waarvan de bouwhoogte afwijkt van hetgeen op grond van sub a en b zou zijn toegestaan, worden geacht in overeenstemming te zijn met het bepaalde in sub a en b.

44.2.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 44.2.1 onder a, ten behoeve van het bouwen overeenkomstig het ten aanzien van de bestemmingen bepaalde, mits de windvangzone van de molen en/of de waarde van de molen als landschapsbepalend element daardoor niet onevenredig wordt aangetast.

44.2.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Vergunningplicht
    Onverminderd het overige in deze regels met betrekking tot de omgevingsvergunning bepaalde, is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders op en in de gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' de hierna aangegeven werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het ophogen van gronden.

  • b. Uitzonderingen aanlegvergunningsplicht
    Het in a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
    • 1. werken en werkzaamheden van ondergeschikte betekenis, in het kader van het normale beheer en onderhoud;
    • 2. werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen op het tijdstip van inwerkingtreden van het plan.

  • c. Toelaatbaarheid werken en werkzaamheden
    Werken en werkzaamheden als bedoeld in a zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, geen onevenredige aantasting van de windvang van de molen en/of waarde van de molen als landschapsbepalend element ontstaat of kan ontstaan.

44.3 milieuzone - waterwingebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - waterwingebied' de volgende regels:

  • a. de gronden zijn bestemd voor puttenvelden ten dienste van de openbare drinkwaterwinning met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken en openbare terreinen;
  • b. op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en andere bouwwerken worden gebouwd ten dienste van het waterwingebied;

het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder b indien strikte toepassing daarvan leidt tot een beperking van het meest doelmatige gebruik en niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd en er geen sprake is negatieve effecten op de kwaliteit van het grondwater.

44.4 milieuzone - boringsvrije zone

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - boringsvrije zone' de volgende regels:

  • a. het oprichten, in exploitatie of in exploitatie hebben van boorputten niet toegestaan;
  • b. het uitvoeren of doen uitvoeren van werken op of in de bodem, waarbij ingrepen worden verricht in de afsluitende kleilaag die de beschermende werking ervan kunnen aantasten, of het gebruiken van stoffen die de kwaliteit van het grondwater in de zandlagen van waaruit drinkwater wordt gewonnen aantasten is niet toegestaan. Onder deze werken wordt in elk geval verstaan toepassingen van de bodem als energiebron en buffer alsmede het plaatsen en verwijderen van heipalen en het verwijderen van damwanden.

44.5 reconstructiewetzone - extensiveringsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' de volgende regels:

44.5.1 Ontwikkelingen via afwijking toegestaan

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 3.2.1 sub f om uitbreiding van bebouwing voor intensieve veehouderij binnen het bestaande bouwvlak toe te staan, met inachtneming van het volgende:

  • uitbreiding dient aantoonbaar noodzakelijk te zijn om te voldoen aan de wettelijke eisen van dierenwelzijn en veterinaire gezondheid, zonder dat het aantal dierplaatsen toeneemt.

44.6 reconstructiewetzone - verwevingsgebied

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' de volgende regels:

44.6.1 Ontwikkelingen bij recht toegestaan

Gronden met de bestemming Agrarisch zijn, ongeacht het bepaalde in artikel 3 lid 3.1 onder d, tevens bestemd voor de uitoefening van een intensieve veehouderij.

  • c. Ter plaatse van de bestemming Agrarisch is uitbreiding van bebouwing voor intensieve veehouderij of een intensieve veehouderijtak toegestaan tot ten hoogste 1 ha.

44.6.2 Ontwikkelingen via wijziging toegestaan
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Agrarisch zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken ten behoeve van intensieve veehouderijbedrijven of een intensieve veehouderijtak mogen worden vergroot en bebouwing mag worden uitgebreid, met inachtneming van het volgende:
    • 1. vergroting van het bouwvlak is toegestaan tot ten hoogste 1,5 ha waarbij het bouwvlak volledig bebouwd mag worden;
    • 2. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de locatie voldoet aan de criteria voor ontwikkellocaties zoals opgenomen in bijlage 5;
    • 3. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de locatie voldoet aan de ter plaatse geldende ruimtelijke en milieuhygiënische criteria.
    • 4. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de bestaande landschappelijk, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Agrarisch zodanig wijzigen dat agrarische bouwvlakken ten behoeve van intensieve veehouderijbedrijven of een intensieve veehouderijtak mogen worden vergroot tot meer dan 1,5 ha en bebouwing mag worden uitgebreid, met inachtneming van het volgende:
    • 1. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de locatie voldoet aan de criteria voor ontwikkellocaties zoals opgenomen in bijlage 5;
    • 2. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de locatie voldoet aan de ter plaatse geldende ruimtelijke en milieuhygiënische criteria;
    • 3. planwijziging is uitsluitend toelaatbaar indien de bestaande landschappelijk, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast en er voorzien wordt in een adequate landschappelijke inpassing van bestaande en nieuwe bebouwing.
  • c. Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de gronden met de bestemming Agrarisch zodanig wijzigen dat concentratie van intensieve veehouderijtakken van één bedrijf mogelijk is, met inachtneming van het volgende:
    • 1. toetsing door de gemeente aan de ter plaatse van belang zijnde omgevingsfactoren dient te leiden tot de slotsom dat een bouwvlak kan worden vergroot tot ten hoogste 1 ha;
    • 2. uitbreiding van het bouwvlak groter dan 1 ha is uitsluitend toegestaan indien de intensieve veehouderij op de andere locaties van het bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone - extensiveringsgebied' of 'reconstructiewetzone - verwevingsgebied' wordt beëindigd;
    • 3. de bestaande landschappelijke, natuurlijke en/of cultuurhistorische waarden mogen niet onevenredig worden aangetast.

44.7 historische waarden

In aanvulling op het bepaalde in hoofdstuk 2 gelden ter plaatse van de aanduiding 'historische waarden', bestemd voor het behoud en een samenhangend beheer van de Veluwse Bandijk en de Appensedijk, de volgende regels:

44.7.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Uitvoeringsverbod zonder omgevingsvergunning
    Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, aan te leggen, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 2. het aanleggen van boven- of ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.

  • b. Uitzondering op het uitvoeringsverbod
    Het verbod onder a is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan, dan wel worden uitgevoerd ter realisering van een bouwvergunning of omgevingsvergunning; normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
    • 2. plaatsvinden op gronden gelegen binnen het bouwvlak;
    • 3. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
    • 4. worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheersplan.

  • c. Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
    De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid a, zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

44.8 luchtvaartverkeerszone-1

Op deze gronden is de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige objecten niet toegestaan.

44.9 luchtvaartverkeerszone-2
  • a. Op deze gronden is de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige objecten niet toegestaan;
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a om de realisatie van nieuwe geluidsgevoelige objecten toe te staan indien voldaan wordt aan de voorwaarden zoals gesteld in het Besluit Geluidsbelasting Kleine Luchtvaart.