Plan: | De Schaker Twello |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.171010-VS00 |
De provincie heeft haar ruimtelijk beleid vastgelegd in het Streekplan Gelderland 2005. Met de inwerkingtreding van de Wro per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen. Dat betekent dat de inhoud van het streekplan voor de provincie de basis blijft voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. Ook gemeenten krijgen een grotere eigen verantwoordelijkheid in het afhandelen van hun lokale zaken.
Bundeling van verstedelijking en infrastructuur in stedelijke netwerken
Hoofddoel van het streekplanbeleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen, zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'.
Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend:
Ligging plangebied in stedelijk netwerk Stedendriehoek
Verstedelijking vindt vooral plaats in het rode raamwerk. Het gaat om de zogeheten stedelijke netwerken:
Voor bovenstaande netwerken geldt dat ten minste handhaving van de bevolkingsomvang wordt nagestreefd. Het plangebied ligt in het stedelijke netwerk Stedendriehoek Apeldoorn, Zutphen en Deventer en is aangeduid als 'multifunctioneel platteland'. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht. Het plangebied is niet opgenomen als zoekzone voor stedelijke functies. De Ruimtelijke Verordening heeft het gebied echter wel als zoekzone voor wonen benoemd.
Stedelijke uitbreiding moet voldoen aan basiskwaliteitseisen
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en 'stedelijke uitbreiding'. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing, het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Mocht stedelijke uitbreiding aan de orde zijn, dan moeten deze passen in het bundelingsbeleid en zijn afgestemd op de uitgangspunten van infrastructuur, water en milieu (zie Hoofdstuk 4). Bij locatiekeuze en planuitwerking moet worden voldaan aan basiskwaliteitseisen van bodem (waaronder archeologie), water, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid (zie Hoofdstuk 4). Stedelijke uitbreidingen moeten aansluiten bij de ruimtelijke structuur/kenmerken van de regio, met aandacht voor de actuele marktvraag. Daarnaast moet rekening worden gehouden met gevolgen die stedelijke ontwikkeling heeft in relatie tot cultuurhistorische identiteiten.
In de hoofdstukken 3 en 4 van dit plan wordt beschreven hoe met deze kwaliteitseisen is en wordt omgegaan.
Provinciale Staten hebben de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld in december 2010 en de deze geldt sinds maart 2011.
Met de verordening kunnen Provinciale Staten regels stellen over de inhoud, toelichting of onderbouwing van bestemmingsplannen. Deze regels kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn de bestemmingsplannen afstemmen op de in de verordening opgenomen regels. De regels in de Ruimtelijke Verordening zijn gebaseerd op de Provinciale Structuurvisie (voorheen Streekplan Gelderland 2005).
Voor dit bestemmingsplan zijn de volgende artikelen uit de verordening van belang:
Artikel 2 Verstedelijking algemeen
'In een bestemmingsplan wordt nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken niet toegestaan buiten bestaand bebouwd gebied, buiten de woningbouwcontour van de stadsregio Arnhem-Nijmegen en buiten de zoekzones wonen en werken.'
Het plangebied ligt grotendeels in een zoekzone voor wonen. Echter, het noordelijke deel van het gebied Holthuis-Oost ligt buiten deze zoekzone. In overleg met de provincie is afgesproken dat hiervan mag worden afgeweken, daar het aantal woningen niet groter wordt en de zoekzone niet wordt uitgebreid, enkel verplaatst. Immers, aan de zuidzijde van de Voordersteeg wordt de zoekzone niet benut voor woningbouw.
Artikel 3 Wonen
'De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen dienen te passen in het vigerende, door Gedeputeerde Staten vastgestelde Kwalitatief Woonprogramma voor de betreffende regio en het daarin opgenomen regiototaal aan woningen.' (Zie paragraaf 2.3.3)
Taakstelling voor regio
De provincie stelt de gemeenten verantwoordelijk voor het woonbeleid. De provincie wil bereiken dat gemeenten in een regio gezamenlijk de regionale indicatieve taakstelling uitvoeren. Daartoe is het nodig dat zij gezamenlijk tot een onderlinge verdeling komen van:
Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de provincie om aan gemeenten een star planningssysteem op te leggen. Het kwalitatieve woonbeleid is flexibel, want tussentijds is bijstelling mogelijk aan de hand van nieuwe basisdocumenten.
Afspraken met de regio
Het KWP3 heeft als doel het woningaanbod op regionaal niveau, zowel kwantitatief als kwalitatief, zo goed mogelijk af te stemmen op de behoefte (de vraag) aan woningen. Het KWP 2010-2019 beschrijft per regio de programmatische opgave op basis van de geconstateerde regionale woningbehoefte. Het KWP3 voor de regio Stedendriehoek houdt in het kort in:
Status proces regionale herprogrammering
De Stedendriehoek staat aan de vooravond om ten behoeve van het regionaal woningbouwprogramma een afsprakenkader vast te leggen met de provincie Gelderland. In de bestuurlijke carrousel van 26 mei 2011 staat het afsprakenkader geagendeerd voor instemming. Er vindt dan nog geen vaststelling plaats. Uitgangspunt is dat vooraf colleges van burgemeester en wethouders het afsprakenkader bespreken ter instemming, met het voorbehoud van consultatie van de gemeenteraden. Na 26 mei 2011 zullen dan alle gemeenteraden in de regio worden geconsulteerd. Pas na behandeling in de gemeenteraden zal het afsprakenkader definitief worden vastgesteld. De opgave is te komen tot een evenwichtig regionaal woningbouwprogramma dat recht doet aan het vastgesteld beleid (op alle schaalniveau's), aansluit bij vraag en aanbod op de woningmarkt en voldoende rekening houdt met financiële belangen en politieke ambities. Uiteindelijk leidt dit tot een kwalitatieve en kwantitatieve verdeling over de gemeenten met bijbehorende fasering, die past bij de behoeften van de individuele gemeenten en de regio als geheel. Dit proces vindt in nauwe samenwerking met de provincie en de corporaties plaats. De planning is dat begin 2012 de herprogrammering is afgerond.
Samen streven naar hoogwaardige ruimtelijke ontwikkeling
De regio Stedendriehoek heeft in de Regionale Structuurvisie de gemeenschappelijke ambities vastgelegd voor het zogenoemde bundelingsgebied: het gebied rond Apeldoorn, Deventer en Zutphen en het daarbinnen gelegen middengebied. Het gaat om (grote delen van) het grondgebied van de volgende gemeenten: Apeldoorn, Brummen, Deventer, Lochem, Voorst en Zutphen. De Structuurvisie laat zien hoe deze gemeenten samen streven naar een hoogwaardige ruimtelijke ontwikkeling van de Stedendriehoek als geheel. De Regionale Structuurvisie heeft de formele status van een Intergemeentelijk Structuurplan. Dit betekent dat de Structuurvisie richtinggevend is voor het handelen van de vaststellende overheden.
Openheid landschap en bouwen aan bestaande randen
In de Regionale Structuurvisie is het plangebied aangeduid als 'uitbreiding dorpen' en 'landgoederenzone'. De regio zet hiermee in op behoud en versterking van de openheid en het grootschalige karakter van het landschap en bouwen 'in en aan de stad/dorp'. De Schaker is een goed voorbeeld van een gedeeltelijke inbreiding (Oost 2) en gedeeltelijke uitbreiding van het dorp en kan door het bieden van een aantal specifieke woonmilieu's, centraal gelegen in het bundelingsgebied, optimaal inspelen op de vragen uit de markt.