direct naar inhoud van Artikel 4 Agrarisch met waarden
Plan: Twello Noordoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.171000-VS00

Artikel 4 Agrarisch met waarden

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ´Agrarisch met waarden´ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een grondgebonden agrarische bedrijfsvoering, alsmede hobbymatig agrarisch gebruik;
  • b. de aanleg, ontwikkeling en instandhouding van parkachtige groenvoorzieningen zoals bosranden, heestervlakken, grasvelden, boomgroepen, solitaire bomen en laanbeplanting;
  • c. ter plaatse van de bouwaanduiding 'specifieke bouwaanduiding - dierenverblijf': een dierenverblijf
  • d. recreatief medegebruik, met uitzondering van paardenbakken;
  • e. water, waterberging en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • f. openbare nutsvoorzieningen;
  • g. bij deze bestemming horende voorzieningen zoals groen, paden en verhardingen.
4.2 Bouwregels

Op deze gronden mogen andere bouwwerken worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 1,2 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige, andere bouwwerken mag maximaal 3 m bedragen, met dien verstande dat overkappingen niet zijn toegestaan.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Verbod

Het is verboden op of in de gronden met de bestemming ´Agrarisch met waarden´ zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verwijderen, aanleggen en/ of verharden van bosbouwkundige ontsluitingswegen, voet-, fiets-, en/ of ruiterpaden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het kappen en/ of rooien van bomen en/ of houtgewas;
  • d. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/ of communicatieleidingen, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen uitsluitend ten behoeve van aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.
4.3.2 Uitzonderingen op verbod

Het verbod van lid 4.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden:

  • a. die normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. waarvoor een vergunning is vereist krachtens de Natuurbeschermingswet;
  • c. die worden uitgevoerd krachtens een in het kader van de Natuurbeschermingswet vastgesteld beheersplan.
4.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 4.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de bosbouwkundige, landschappelijke en/of natuurlijke waarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig wordt of kan worden aangetast.