direct naar inhoud van Bijlage 1 Beleidskader
Plan: Teuge 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0285.10100-VS00

Bijlage 1 Beleidskader

1 Inleiding

In deze bijlage wordt ingegaan op de belangrijkste beleidsnota's van de verschillende overheden die relevant zijn voor het dorp Teuge.


2 Nationaal beleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) van kracht geworden. De SVIR heeft diverse nota's vervangen, zoals de Nota Ruimte en Nota Mobiliteit. Ook zijn met het SVIR de ruimtelijke doelen en uitspraken vervallen die zijn benoemd in de Agenda Landschap, Agenda Vitaal Platteland en Pieken in de Delta. In het SVIR is de visie van de rijksoverheid op de ruimtelijke en mobiliteitsopgaven voor Nederland richting 2040 aangegeven. Dit betreft een nieuw, integraal kader dat de basis vormt voor bestaand en nieuw rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In het SVIR is gekozen voor een meer selectieve inzet van het rijksbeleid dan voorheen. Voor de periode tot 2028 zijn de ambities van het Rijk in drie rijksdoelen uitgewerkt:

  • vergroten van de concurrentiekracht door versterking van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland;
  • verbeteren van de bereikbaarheid;
  • zorgen voor een leefbare en veilige omgeving met unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden.


Met bovengenoemde rijksdoelen zijn 13 nationale belangen aan de orde die in het SVIR verder gebiedsgericht zijn uitgewerkt in concrete opgaven voor de diverse onderscheiden regio's. Buiten deze nationale belangen hebben decentrale overheden meer beleidsvrijheid op het terrein van de ruimtelijke ordening gekregen; het kabinet is van mening dat provincies en gemeenten beter op de hoogte zijn van de actuele situatie in de regio en de vraag van bewoners, bedrijven en organisaties en daardoor beter kunnen afwegen welke (ruimtelijke) ingrepen in een gebied nodig zijn.


Nationale landschappen

Teuge maakt deel uit van het Nationaal Landschap Veluwe. In een Nationaal Landschap is sprake van een unieke combinatie van cultuurhistorische en natuurlijke elementen die tot een typisch Nederlands landschap hebben geleid. De unieke kernkwaliteiten van het gebied dienen te worden behouden en versterkt. Dit wil niet zeggen dat er in deze gebieden geen ontwikkelingen meer mogelijk zijn. Deze dienen echter de kernkwaliteiten niet aan te tasten, beter nog, zij leveren een bijdrage aan de kernkwaliteiten.


Natuurbeschermingswet

Nederland kent 162 Natura 2000-gebieden. Dit Natura 2000 netwerk bestaat uit gebieden die zijn aangewezen onder de Vogelrichtlijn en aangemeld onder de Habitatrichtlijn. Beide Europese richtlijnen zijn belangrijke instrumenten om de Europese biodiversiteit te waarborgen. Alle Vogel- of Habitatrichtlijngebieden zijn geselecteerd op grond van het voorkomen van soorten en habitattypen die vanuit Europees oogpunt bescherming nodig hebben.


De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van deze gebieden. Als een activiteit mogelijk van invloed is of kan zijn op de beschermde natuur in een Natura 2000-gebied of Beschermd Natuurmonument, dan is een vergunning noodzakelijk. Dit kan ook nodig zijn voor projecten die buiten het beschermd gebied liggen, maar wel mogelijk van invloed zijn op de instandhoudingdoelstellingen binnen het gebied, de externe werking.


Nota Belvedère

De Nota Belvedère geeft een visie op de wijze waarop met de cultuurhistorische kwaliteiten van het fysieke leefmilieu in de toekomstige ruimtelijke inrichting van Nederland kan worden omgegaan. De centrale doelstelling van het beleid is dat de cultuurhistorische identiteit sterker richtinggevend zal worden voor de inrichting van de ruimte, en dat het rijksbeleid zal daarvoor goede voorwaarden scheppen. De Nota Belvedère richt zich op het in stand houden en ontwikkelen van de cultuurhistorische identiteit.


3 Provinciaal beleid

Streekplan Gelderland

Het Streekplan van de provincie Gelderland dateert uit juni 2005. Het overgangsrecht van de Wet ruimtelijke ordening regelt dat het streekplan van rechtswege een structuurvisie is geworden.


In het Streekplan Gelderland verwoordt de provincie haar eigen algemene ruimtelijke beleid in relatie tot de regionale ambities, zoals deze onder meer door de regio Stedendriehoek zijn verwoord.


Het regionale programma voor wonen en werken moet zoveel mogelijk gebundeld en gekoppeld worden aan knooppunten van infrastructuur binnen het bundelingsgebied van de Stedendriehoek. Binnen de gemeente Voorst wordt daarbij vooral gekeken naar Twello. De verstedelijkingsopgave is zowel gericht op inbreiden als uitbreiden. Bij inbreiden is herstructurering niet alleen voorbehouden aan de steden, maar vindt evenzeer plaats in de bestaande dorpen. Bij uitbreiding wordt gestreefd naar gedifferentieerde vormen en locaties met in achtneming van de te bepalen zoekzones voor verstedelijking en de betreffende gebiedskwaliteiten. Wat betreft wonen valt Teuge buiten het zogenaamde bundelingsgebied van de Stedendriehoek. Dit betekent dat ten aanzien van wonen de opvang van eigen groei mogelijk is in de vorm van 'bouwen in het landschap'.


Voor wat betreft de bereikbaarheid van de regio wordt ingezet op een verbetering van de weginfrastructuur. Maatregelen worden getroffen om de capaciteit van de A1 en de A50 te verhogen. Daarnaast hebben verkeerskundige maatregelen in het kader van de IJsselsprong de aandacht.


Ruimtelijke Verordening Gelderland

Provinciale Staten hebben de Ruimtelijke Verordening Gelderland vastgesteld in december 2010 en deze geldt sinds maart 2011. De regels in de verordening kunnen betrekking hebben op het hele provinciale grondgebied, delen of gebiedsgerichte thema's. Gemeenten moeten binnen een bepaalde termijn hun bestemmingsplan op deze regels afstemmen.

Voor Teuge is ten oosten en zuiden van de kern een gebied aangeduid voor 'Zoekzones wonen en werken Streekplan'. De kern zelf en de luchthaven is aangeduid als 'bestaand bebouwd gebied'. Binnen zowel een zoekzone als bestaand bebouwd gebied is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken toegestaan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0285.10100-VS00_0008.png"

Uitsnede Verstedelijking, Ruimtelijke Verordening Gelderland


4 Regionaal beleid

Regionale Structuurvisie Stedendriehoek 2030

De gemeenten in de regio Stedendriehoek, met daarin de steden Apeldoorn, Deventer en Zutphen, hebben gezamenlijk een regionale structuurvisie opgesteld. Deze visie vormt de integrale afstemming tussen de ruimtelijke opgaven binnen de regio en is beleidsmatig tevens vertaald in het streekplan. Voor de gemeente Voorst is van belang de expliciete opname van een woningbouwprogramma voor de dorpen. Een programma dat de lokale behoefte te boven kan gaan. Het gaat om in totaal 1.300 woningen, die ingezet worden voor een geleidelijke groei van de dorpen. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de vitaliteit van deze dorpen en aan het vergroten van het woonmilieu 'landelijk en dorps wonen'.


Belvoir en Belvoir 2

De nota's Belvoir en Belvoir2 zijn de provinciale doorvertaling van het cultuurhistorische beleid op basis van de rijksnota Belvedere. In de nota Belvoir staan vijf hoofddoelen centraal: maak cultuurhistorische waarden inzichtelijk, integreer cultuurhistorie in planvorming, versterk de cultuurhistorische bijdrage aan de Gelderse economie, houd cultuurhistorische waarden duurzaam in stand en vergroot het cultuurhistorisch besef en draagvlak. De gemeente Voorst valt binnen het gebied IJsselvallei, waarin de samenhang tussen water, bedrijvigheid en agrarische inrichting centraal staat.


Gebiedsvisie WeteringseBroek

Tussen De Vecht en Teuge ligt het plattelandsvernieuwingsgebied van het Weteringsebroek. Het hoofdaccent in het Weteringsebroek ligt op het ontwikkelen van dagrecreatie voor bewoners uit de nabije omgeving, uitsluitend op vrijwillige basis. Hiervoor worden onder andere een netwerk van fietspaden aangelegd. Zo komt er een nieuw fietspad met een landschappelijke aankleding door het Drostendal naar vliegveld Teuge, welke aansluit op de bestaande overgang van de A50. Verder is er ruimte voor een combinatie van activiteiten, zoals grondgebonden landbouw, natuurontwikkeling, nieuwe landgoederen en recreatie. Hierbij mogen de belangen bij de ontwikkeling van het vliegveld Teuge niet conflicteren met die van de Weteringse Broek.


5. Lokaal beleid

Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst

De Ruimtelijke Toekomstvisie Voorst (vastgesteld op 31 januari 2005) geeft een visie op wonen, werken, verkeer en voorzieningen binnen de gemeente Voorst. Voor het dorp Teuge zijn de volgende ontwikkelingen van belang:

  • Er is een woningbouwprogramma van 95 woningen voorzien tot 2030.
  • Ingezet wordt op compact bouwen grenzend aan de bestaande bebouwing ten noorden van de Rijksstraatweg.
  • Herinrichting van de Rijksstraatweg om de verkeersveiligheid te vergroten.
  • Uitbreiding van het bedrijventerrein bij het vliegveld Teuge ten behoeve van luchtvaartgebonden bedrijvigheid met 5,5 ha en verlenging van de landingsbaan.
  • Teuge ligt in het Open Middengebied. Dit gebied wordt gezien als een belangrijke perspectiefgebied voor de grondgebonden landbouw. Ook verbrede landbouw heeft hier mogelijkheden. Het vliegveld Teuge zou zich verder kunnen ontwikkelen tot (intensieve) dagrecreatie, als doorgangsgebied voor noord-zuid verbindingen. Bereikbaarheid en leefbaarheid vragen hierbij de aandacht.
  • Tussen De Vecht en Teuge ligt het plattelandsvernieuwingsgebied van het Weteringsebroek. Het hoofdaccent in het Weteringsebroek ligt op het ontwikkelen van dagrecreatie voor bewoners uit de nabije omgeving, uitsluitend op vrijwillige basis. Verder is er ruimte voor een combinatie van activiteiten, zoals grondgebonden landbouw, natuurontwikkeling, nieuwe landgoederen en recreatie.


Woonvisie: diversiteit in wonen 2011-2015

De Woonvisie is op 10 oktober 2011 vastgesteld. In de Woonvisie geeft de gemeente de kwalitatieve en kwantitatieve ontwikkelingsrichting voor het wonen aan. De woonvisie is een thematische structuurvisie die zich richt op ruimtelijke ontwikkelingen die met het 'wonen' samenhangen. De Structuurvisie Wonen biedt de programmatische kaders voor de uitwerking, vaststelling en actualisering van bestemmingsplannen.


In de Woonvisie worden zes centrale keuzes voor de gewenste ontwikkeling van het wonen in de gemeente Voorst gegeven, namelijk:

  • 1. Bij nieuwbouw ruimte ontwikkelen voor gezinnen en senioren;
  • 2. Voor starters en lagere inkomens mogelijkheden in bestaande voorraad benutten;
  • 3. Regie nemen bij ontwikkelingen voor wonen met zorg;
  • 4. Concentratie ontwikkelingen in middelgrote kernen en de hoofdkern Twello;
  • 5. Uitwerking naar een KWP-programma: maatwerk in planning;
  • 6. Solidariteit organiseren.


In tegenstelling tot de vorige woonvisie, wil de gemeente nu naar een meer flexibel planningsmechanisme, passend bij de woonwensen en de ambities zoals in de woonvisie weergegeven. De variatie in de kernen (naar schaalgrootte en (markt)vraag per woningmarktsegment) vraagt hierom. De nieuwe aanpak van het Kwalitatief Woonprogramma (KWP2011) is daarom gericht op meer maatwerk per woningbouwlocatie. In dit nieuwe KWP2011 richt de gemeente zich op de volgende onderdelen:
A. Categorieën woningbouw.
B. Woningbouwprogramma per doelgroep.
C. Concentratie van wonen, zorg en welzijn.


De gemeente kiest als uitgangspunt bij de realisering van nieuwbouw voor een aandeel van 30% sociale woningbouw. Bij de verdeling van de 30% sociaal, plaatst de gemeente onder andere de volgende accenten:

  • In de kleine kernen is maatwerk uitgangspunt, waarbij wordt gezocht naar een evenwichtig kwalitatief woningbouwprogramma, afgestemd op de behoefte en maat van het bouwplan. (Collectief) particulier opdrachtgeverschap is gewenst. In de kleine kernen zal vooral door zelfbouw in de lokale vraag voorzien worden;
  • In de kleine kernen geldt wel het solidariteitsbeginsel vanuit de verevening.


Geconcludeerd kan worden dat voor de kleine kernen geldt dat de verdeling sociaal segment en marktsegment maatwerk per locatie inhoudt. Aandachtspunten voor de kleine kernen zijn het opplussen van bestaande woningen voor senioren en kavels voor zelfbouw voor starters en gezinnen met kinderen.


Nieuwe landgoederen in de gemeente Voorst

Landgoederen en buitenplaatsen zijn een beeldbepalend onderdeel van de gemeente Voorst. Het uitgangspunt van de gemeente is dat bestaande landgoederen en een gezonde landbouw de basis vormen van het groene en recreatieve karakter van de gemeente Voorst. Onder andere nieuwe landgoederen kunnen dit versterken. Met de komst van nieuwe landgoederen kan de bestaande landgoederengordel (het Groene Carré) worden versterkt en kan tegelijk een grote bijdrage worden geleverd aan de ecologische en landschappelijke versterking. Een zoekgebied bepaalt waar nieuwe landgoederen kunnen worden opgericht. Dit zoekgebied ligt onder andere ten westen van Teuge.


Welstandsnota Voorst

In de welstandsnota wordt het welstandsbeleid ten aanzien van kleine bouwwerken, zoals dakkapellen, aan- en uitbouwen en bijgebouwen, en grotere bouwwerken verwoord. Voor de eerste categorie zijn zogenaamde loketcriteria opgesteld, die 'aan de balie' duidelijk maken of het gebouwd kan worden of niet. Voor de grotere bouwactiviteiten gelden object- en gebiedscriteria. Hier zijn verschillende criteria opgesteld voor het dorpslint, het naoorlogs woongebied en het vliegveld en omgeving. Aangegeven wordt dat het dorpslint de karakteristieken en samenhang om te fungeren als herkenbaar (historisch) centrum mist. De grootste waarde van de naoorlogse woongebieden ligt in de ruime groene opzet van de buurten en de heldere stedenbouwkundige opzet.


Cultuurhistorie in de gemeente Voorst

Deze nota bevat inventarisatie en waardering van cultuurhistorische elementen en patronen van de gemeente Voorst. Karakteristiek voor Teuge is de middeleeuwse doorgaande landweg 'Rijksstraatweg'. Ten noorden hiervan liggen de jonge heide- en broekontginningen en aan de zuidzijde liggen kampontginningen met oude bouwlandcomplexen. De ten westen van Teuge gelegen waterloop is aangeduid als een oude IJsselloop, beek of wetering.


Binnen het plangebied komen geen monumenten voor.