Plan: | Teuge 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0285.10100-VS00 |
Agrarisch
Deze bestemming is gebruikt voor het agrarisch in gebruik zijnde veld aan De Zanden aan de noordwestzijde van het dorp. Het grondgebonden karakter van de bedrijfsvoering staat binnen deze bestemming voorop. Er is geen sprake van bebouwing binnen deze bestemming met uitzondering van enkele kleinschalige bouwwerken, zoals hekken. In verband met mogelijke hinder voor de woonbebouwing, in de vorm van geluidsoverlast, het stuiven van zand en de aanwezigheid van kunstlicht na zonsondergang, worden paardenbakken niet toegestaan.
Gemengd
De bestemming 'Gemengd' wordt gebruikt voor twee locaties aan de Hessenlaan, namelijk het verenigingsgebouw en -terrein van PECO en het terrein van de werkkavels hier schuin tegenover. Binnen deze bestemming zijn maatschappelijke voorzieningen, alsmede dienstverlening niet zijnde detailhandel, toegestaan. Tevens zijn bedrijven tot en met categorie 2 toegestaan. Een bedrijfswoning is binnen deze bestemming niet toegestaan. Waar gebouwen mogen worden gebouwd (zowel hoofdgebouwen als overige gebouwen) is dat middels een bouwvlak aangegeven met daarbij de betreffende bouwhoogten en het betreffende bebouwingspercentage.
Groen
Het structurele groen in het dorp heeft de bestemming 'Groen' gekregen. Het gaat dan om gebieden die voor de langere termijn groen dienen te blijven. Wegen ten behoeve van gemotoriseerd verkeer worden er niet toegestaan. Andere verblijfsfuncties of paden en wegen voor langzaam verkeer zijn wel mogelijk. Er kan alleen binnen een bouwvlak worden gebouwd.
Ten aanzien van het dierenverblijf is een specifieke aanduiding opgenomen.
Ten behoeve van een flexibel gebruik van de gronden en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen binnen deze bestemming toe te staan.
Maatschappelijk
Binnen de bestemming 'Maatschappelijk' vallen maatschappelijke voorzieningen. Binnen het plangebied valt alleen de basisschool binnen deze bestemming, tezamen met het kinderdagverblijf aan de Rijksstraatweg. Het dorpshuis is gevestigd in het gebouw van de sportclub Teuge en valt daarmee onder de bestemming 'Sport'.
Waar passend, is middels het bouwvlak enige ruimte gegeven ten behoeve van een eventuele uitbreiding van de bebouwing. Tevens is het mogelijk kleinschalige gebouwen ten dienste van het hoofdgebouw te realiseren. Zover niet gelegen binnen het bouwvlak, dienen deze zogenaamde overige gebouwen minimaal 1 m achter de voorgevel te liggen. Deze overige gebouwen zijn gebonden aan een maximale oppervlakte (50 m2) en maximale hoogte (voor de goothoogte geldt 3 m, voor de bouwhoogte 5 m).
Waar sprake is van een dienstwoning binnen de bestemming, is dit middels een aanduiding 'bedrijfswoning' aangegeven.
Sport
Voor sportvoorzieningen is de bestemming 'Sport' opgenomen. In Teuge betreft het de voetbalvereniging, de tennisvereniging en de klootschietvereniging. Het gaat bij deze functies om veel terrein met relatief weinig bebouwing. De hoofdbebouwing is voorzien van een bouwvlak. Het gebouw van de sportclub Teuge is daarnaast voorzien van de aanduiding 'maatschappelijk'. Met deze aanduiding is de functie als dorpshuis die het gebouw ook heeft mogelijk gemaakt. Overige meer kleinschalige bebouwing is binnen de bestemming mogelijk tot een maximum van 100 m².
Verkeer
De doorgaande wegen in Teuge zijn ondergebracht in de bestemming 'Verkeer'. Dit betreft De Zanden en net buiten het plangebied de Rijksstraatweg. Binnen deze bestemming staat de verkeersfunctie centraal. Ook is er ruimte voor verblijfsfuncties waar deze de verkeersfunctie niet in de weg staan. Ten behoeve van een flexibel gebruik van de gronden en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen binnen deze bestemming toe te staan.
Verkeer-Verblijfsgebied
Binnen deze bestemming vallen alle overige wegen in het dorp die minder of geen functie hebben voor het doorgaand verkeer. De verblijfsfunctie staat hier centraal. Hieraan verbonden zijn functies als parkeren, voet- en fietspaden en speelvoorzieningen.
Ten behoeve van een flexibel gebruik van de gronden is het tevens mogelijk om groenvoorzieningen aan te leggen, en in relatie met de nodige aandacht voor de waterhuishouding is het ook mogelijk watergangen of -bergingen binnen deze bestemming toe te staan.
Water
De waterpartijen binnen het plangebied hebben de bestemming 'Water' gekregen. Het gaat alleen om de watergang die langs De Zanden loopt ten noorden van het dorp. Het is mogelijk om binnen de bestemming 'Water' waterstaatkundige werken uit te voeren, zoals duikers.
Wonen
Algemeen
Met de bestemming 'Wonen' is gekozen voor een bestemming waarin zowel de woning als de tuin en het erf, middels aparte aanduidingen, zijn opgenomen. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor het wonen, beroepen en bedrijven aan huis, alsmede voor tuinen en erven. Ook ondergeschikte voorzieningen als groen, paden, water en parkeren zijn binnen deze bestemming toegestaan.
Aanvullend hierop zijn daar waar aangeduid andere functies toegestaan naast wonen. Dit betreffen nevenactiviteiten naast het wonen. Dit geldt enkel voor het pand aan de Rijksstraatweg 182 waar een kantoor is toegestaan op de begane grond.
Voor de bestemmingsregeling van woningen is gestreefd een zo flexibele en eenduidige regeling op te nemen die toepasbaar is op de meeste woningen in de hele gemeente. Hierbij wordt aangesloten bij de actuele wensen van de burger. Daarbij is vanzelfsprekend wel de nodige rechtszekerheid in ogenschouw genomen.
Beeldbepalende straten
Straten en wegen met een historisch karakter, met beeldbepalende en/of monumentale panden en/of met een representatief karakter omdat er veel bewoners/bezoekers dagelijks langs komen, hebben een beeldbepalende uitstraling. Deze uitstraling draagt in belangrijke mate bij aan de waardering van bewoners en bezoekers van het woon- en leefklimaat. Het is van belang die kwaliteit zo veel mogelijk te handhaven dan wel waar mogelijk te vergroten. Dit wordt gedaan in de welstandsnota, maar ook in de bestemmingsplannen binnen de gemeente Voorst. Het bestemmingsplan wordt daarbij ingezet om gewenste ontwikkelingen te stimuleren en ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan.
Om langs deze beeldbepalende straten de bestaande kwaliteit te handhaven wordt gestreefd voortuinen en hoeken van straten zoveel mogelijk vrij te houden van bebouwing. Indien er sprake is van bestaande bebouwing dan wordt deze opgenomen in het bouwvlak of binnen de aanduiding erf maar anders wordt de voor- en zijtuin aangeduid als tuin. In niet-beeldbepalende gebieden is de regeling om op het zijerf te bouwen ruimer.
Hierna volgend is schematisch aangegeven hoe bij de drie mogelijke hoeksituaties met de grens tussen de aanduiding erf en tuin wordt omgegaan.
Kruising van twee beeldbepalende straten
Bij een kruising van twee beeldbepalende straten is het van belang de bestaande kwaliteiten zo veel mogelijk te handhaven. Verstorende bebouwing voor de voorgevel en op hoeken van straten moet worden voorkomen. Daarom wordt de aanduiding tuin op hoeken strak langs de zijgevel gelegd. Reeds bestaande bebouwing op het zijerf wordt wel binnen de aanduiding erf opgenomen.
Kruising van twee beeldbepalende straten
Kruising van een beeldbepalende straat en een niet-beeldbepalende straat
Op een kruising van een beeldbepalende straat en een niet-beeldbepalende straat is het van belang het beeld vanaf de beeldbepalende straat zoveel mogelijk te behouden. De grens tussen de aanduiding erf en tuin wordt op de achtergevel van het hoofdgebouw gelegd. Dit biedt voldoende ruimte om de hoek vrij te houden. Daarachter kunnen wel overige gebouwen worden gebouwd.
Kruising van een beeldbepalende straat en een niet-beeldbepalende straat
Kruising van niet-beeldbepalende straten
Daar waar niet-beeldbepalende straten elkaar kruisen bestaat volledige vrijheid om op de zijerven te bouwen. De bestaande kwaliteit wordt gewaarborgd door in ieder geval de ruimte voor de voorgevel vrij te houden van bebouwing. Om het hoofdgebouw voldoende van overige bebouwing te kunnen onderscheiden is een afstand van 3 m achter de voorgevel als grens tussen erf en tuin voldoende.
Kruising van niet-beeldbepalende straten
In Teuge is de Rijksstraatweg aangewezen als beeldbepalende straat.
Bouwregels
Binnen de bestemming 'Wonen' is op de kaart onderscheid gemaakt tussen het bouwvlak, de aanduiding 'erf', de aanduiding 'tuin' en bij diepe percelen eventueel een gedeelte op het achtererf zonder aanduiding. Deze driedeling is bepalend voor de plaats van het hoofdgebouw, de overige gebouwen, de andere bouwwerken en waar niet mag worden gebouwd. Over omgevingsvergunningsvrij bouwen wordt vanzelfsprekend geen uitspraak gedaan. Dit mag volgens de op dit moment geldende wettelijke normen binnen de gehele bestemming 'Wonen'.
Het aantal woningen mag het bestaande aantal niet overschrijden. Dit aantal wordt niet aangegeven op de verbeelding maar moet worden afgeleid uit luchtfoto's en het bouwarchief. Voor het begrip bestaand wordt verwezen naar de begripsbepalingen waarin het tijdstip van inwerkingtreding van het plan of een mogelijk afgegeven bouwvergunning/omgevingsvergunning bepalend is. Daar waar extra nieuwe woningen ruimtelijk gewenst zijn, worden ze wel op de verbeelding aangegeven door middel van een specifieke aanduiding.
Bouwvlak
Er is gekozen voor een flexibele systematiek waarbij binnen het bouwvlak zowel het hoofdgebouw, de overige gebouwen en andere bouwwerken zijn toegestaan. Feitelijk maakt het dus niet uit wat hier gebouwd wordt, mits het voldoet aan de maximale maatvoering. Het hoofdgebouw mag uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd. De maat van het hoofdgebouw is dan ook leidend bij de maatvoering van het bouwvlak.
Maatvoering bouwvlak
De breedtemaat van het bouwvlak wordt in principe bepaald door de bestaande afstanden tussen de woningen. Is de bestaande afstand minder dan 15 m dan worden de bouwvlakken op de kaart gegroepeerd. Bij meer dan 15 m kan sprake zijn van een belangrijk doorzicht of aangezicht van naastgelegen woningen en wordt het bouwvlak afgesloten aan weerszijden van de woning. In beeldbepalende straten is bij een tussenruimte van minimaal 10 m reeds sprake van ruimtelijke kwaliteit. Als sprake is van grote tussenruimtes waardoor het bouwvlak op de kaart individueel wordt begrensd, dan wordt een standaard breedtemaat van 10 m op de kaart aangehouden. Is het bestaande hoofdgebouw smaller dan wordt de stedenbouwkundig best passende richting gekozen voor uitbreiding tot die maximale breedte van 10 m en is het hoofdgebouw reeds breder dan wordt de bestaande breedte genomen.
De diepte van het bouwvlak wordt bepaald door het type woning. Gaat het om een vrijstaande woning dan wordt een diepte van 15 m aangehouden op de kaart. Bij tweeaaneengebouwde woningen wordt een diepte van 12 m gehanteerd. Bij aaneengebouwde woningen maximaal 10 m. Deze dieptematen geven voldoende uitbreidingsruimte per woningtype. Anderzijds wordt voorkomen dat aan de achterzijde het hoofdgebouw over een te grote diepte over twee lagen kan worden uitgebouwd en buren hier mogelijk last van ondervinden.
Maatvoering bebouwing binnen bouwvlak
Het hele bouwvlak mag worden volgebouwd met het hoofdgebouw en overige gebouwen. Voor hoofdgebouwen geldt een maximale breedte van 10 m. Bij woningen waartussen een grotere ruimte bestaat dan 15 m (en 10 m bij beeldbepalende straten) wordt dit al geregeld door de maximale breedtemaat van het bouwvlak.
De bouw- en goothoogte van het hoofdgebouw mag maximaal de op de kaart aangegeven hoogte bedragen. Hierbij is standaard uitgegaan van goot- en bouwhoogten afhankelijk van het aantal bouwlagen:
Aantal bouwlagen (excl. kap) | Goothoogte (in meters) | Bouwhoogte (in meters) |
1 | 3 | 8 |
2 | 6,5 | 10 |
Mocht de bestaande goot- of bouwhoogte hoger zijn dan de aangegeven maat dan is deze toegestaan. Langs beeldbepalende straten wordt aansluiting gezocht bij de bestaande hoogtematen vanuit het principe "diversiteit is kwaliteit". Deze kwaliteit moet behouden blijven.
Om de hoofdgebouwen van elkaar te kunnen blijven onderscheiden en te voorkomen dat er een aaneengesloten wand van twee bouwlagen ontstaat, is geregeld dat binnen een afstand van 2,5 m tot de perceelsgrens de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 5 m en de goothoogte niet meer dan 3 m. Deze maatvoering sluit aan bij de maatvoering van overige gebouwen.
Erf
De gronden achter en naast het bouwvlak zijn op de kaart aangeduid met de aanduiding 'erf'. Op het erf zijn uitsluitend overige gebouwen en andere bouwwerken toegestaan. Overige gebouwen moeten altijd tenminste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw worden gebouwd. Voor deze maat is gekozen om het visuele onderscheid tussen het hoofdgebouw en de overige gebouwen te behouden. De goot- en bouwhoogte van overige gebouwen mag niet meer dan 3 respectievelijk 5 m bedragen mits de bestaande hoogte niet meer is. Dit is een maat die veel voorkomt en voldoet aan de gemiddelde eisen en wensen van de burger. Ook wordt met deze maat voldoende onderscheid aangebracht tussen hoofdgebouw en overige gebouwen. Om te voorkomen dat de (analoge) kaart onoverzichtelijk wordt is er voor gekozen deze hoogteaanduiding niet op de kaart op te nemen.
De maximale oppervlakte aan overige gebouwen is begrensd. Deze oppervlaktemaat geldt alleen binnen de gronden met de aanduiding 'erf'. Wat er aan overige gebouwen binnen het bouwvlak wordt gebouwd telt niet mee. Binnen de aanduiding erf mag maximaal 50 m² aan overige gebouwen worden gebouwd. Daarnaast mag het bebouwingspercentage aan overige gebouwen van de gronden met de aanduiding 'erf' de 50% niet overschrijden. Deze oppervlaktemaat aan overige gebouwen biedt - naast het toegestane oppervlak binnen het bouwvlak en de mogelijkheid om omgevingsvergunningsvrij te bouwen - de burger voldoende flexibiliteit om direct in hun behoefte te voorzien. Anderzijds blijft de open ruimte op het erf voldoende gewaarborgd.
Kaart: Toegestane overige gebouwen aan en bij het hoofdgebouw
Tuin
De voorgevel is in vrijwel alle gevallen een gevel die vanaf de openbare weg goed zichtbaar is. Met de functieaanduiding 'tuin' is het gebied tussen de voorgevel en de openbare ruimte aangegeven. De grote zichtbaarheid van het gebied binnen de aanduiding 'tuin' maakt dat met eventuele uitbreidingen zorgvuldig moet worden omgegaan. Voorkomen moet worden dat een onrustig gevelbeeld ontstaat of dat een karakteristieke rooilijn wordt doorbroken. Uitbreidingen aan de voorgevel zijn dan ook aan meer stringente voorwaarden verbonden. Er mag tot een diepte van 1,5 m worden uitgebouwd, mits een afstand van minimaal 2,5 m tot de aan de weg gelegen perceelsgrens wordt aangehouden. In de breedte mag over maximaal 60% van de voorgevel worden aangebouwd. De hoogte bedraagt maximaal 3,0 m.
Diepe erven
Bij diepe percelen kan ervoor gekozen worden het achterste deel niet mee te nemen in de bestemming 'Wonen' of de functieaanduiding 'erf'. Met name bij dorpsranden willen wij ongebreidelde verstening tegengaan. Vaak worden deze gronden agrarisch gebruikt en voldoet de bestemming 'Agrarisch'. Als het achterste deel toch gebruikt wordt als tuin, is gekozen voor de bestemming 'Wonen' zonder verdere aanduiding. Hierbinnen zijn geen gebouwen of andere bouwwerken toegestaan. Omgevingsvergunningsvrij bouwen is wel toegestaan.
Andere bouwwerken
Op de gronden met de aanduiding bouwvlak, erf en tuin mogen ook andere bouwwerken worden gebouwd tot een hoogte van 3 m. Voor erfafscheidingen op gronden met de aanduiding 'tuin' geldt een maximale hoogte van 1 m en binnen het bouwvlak en erf maximaal 2 m. Speeltoestellen en vlaggenmasten mogen maximaal 4,5 respectievelijk 6 m hoog zijn. Overkappingen vallen ook onder andere bouwwerken en de oppervlakte daarvan mag niet meer dan 20 m² bedragen.
Paardenbakken
Paardenbakken worden niet toegestaan binnen de bestemming 'Wonen' ook al kan het voorkomen dat de woning grenst aan het buitengebied en een voldoende groot oppervlak heeft. In de dorpen wordt echter gekozen voor een kwalitatief goed woon- en leefklimaat. Daarbij passen geen paardenbakken die overlast kunnen geven in de vorm van geluidsoverlast, het stuiven van zand en lichtoverlast in het geval lichtmasten worden gebruikt. Paardenbakken horen daarom alleen thuis binnen het buitengebied en dan nog alleen binnen een zekere mate van clustering met andere bebouwing in het bouwblok.
Aan huis verbonden beroep en -bedrijf
Binnen de woonbestemming is een beroep of bedrijf aan huis mogelijk tot een maximumoppervlak van 50 m². Hiervoor mag maximaal 40% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en 100% van de vloeroppervlakte van de overige gebouwen worden gebruikt. Ook dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden:
Bed & Breakfast
De woning en de overige gebouwen mogen gedeeltelijk gebruikt worden voor het voeren van een Bed & Breakfast. Hiervoor mogen maximaal drie kamers worden gebruikt en maximaal acht personen mogen er de nacht doorbrengen.
Verder gelden de volgende voorwaarden:
Op deze wijze wordt een invulling gegeven aan de recreatieve potentie van het dorp Teuge. Ook de overige gebouwen kunnen hier gedeeltelijk voor worden gebruikt.
Mantelzorg
De overige gebouwen mogen verder gebruikt worden als zelfstandige woning, mits er sprake is van mantelzorg. Dit gebruik kan alleen mogelijk worden gemaakt middels het toepassen van de algemene afwijkingsregels.
Waarde - Archeologie 1 en 2
Om de archeologische waardevolle gebieden veilig te stellen, gelden er op deze gronden beperkingen ten aanzien van het bouwen voor de met deze bestemming samenvallende bestemmingen. Bouwen is uitsluitend toegestaan indien uit onderzoek blijkt dat er geen archeologische waarden aanwezig zijn of dat de waarden voldoende worden veiliggesteld. Daarnaast geldt er een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of van bepaalde werkzaamheden.
De regeling is niet van toepassing op bestaande bouwwerken voor zover ingeval van herbouw gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundamenten. In alle overige gevallen geldt per archeologische dubbelbestemming een specifieke regeling. Deze regeling is van toepassing op het oprichten van nieuwe bebouwing groter dan een bepaald oppervlak en dieper dan een bepaalde diepte. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, is niet noodzakelijk voor werken en werkzaamheden die betrekking hebben op normaal beheer en onderhoud overeenkomstig de toegekende bestemming.