Plan: | Stuwwal en beschermd dorpsgezicht Ubbergen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0282.BpUbStuwwal-VSG1 |
De voor Waarde - Beschermd dorpsgezicht aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de bescherming van de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht zoals opgenomen in de toelichting bij het besluit tot aanwijzing van Ubbergen als beschermd dorpsgezicht van juli 1988 die opgenomen is als bijlage bij deze regels.
Binnen de gronden als bedoeld in artikel 25.1 zijn burgemeester en wethouders bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen als bedoeld in artikel 25.2.1 indien die gewenst of noodzakelijk is in verband met cultuurhistorisch belang.
Burgemeester en wethouders stellen geen nadere eisen voor zover dit leidt tot een onevenredige aantasting van bebouwings- en gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning op de in artikel 25.1 bedoelde gronden de navolgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.3.1 kan slechts worden verleend, indien door die andere werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.
Het bepaalde in artikel 25.3.1 is niet van toepassing op:
Voordat een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.3.1 wordt verleend, kan het bevoegd gezag advies inwinnen van de erfgoedcommissie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning op de in artikel 25.1 bedoelde gronden bouwwerken geheel of gedeeltelijk af te breken.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 is slechts toelaatbaar, indien door het afbreken van bouwwerken de cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, versterken en/of herstel van die waarden niet worden verkleind.
Het bepaalde in artikel 25.4.1 is niet van toepassing op sloopwerkzaamheden:
Alvorens te kunnen beslissen omtrent een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 25.4.1 wordt door het bevoegd gezag advies ingewonnen van de erfgoedcommissie of een andere vergelijkbare commissie.