direct naar inhoud van Artikel 14 Wonen - 1
Plan: Kern Beek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpKernBeek-VSG1

Artikel 14 Wonen - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving
14.1.1 Algemene bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woondoeleinden;
  • b. wonen en zorg;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen, zoals tuinen, erven en erfontsluitingswegen, water(bergingsvoorzieningen) en overeenkomstig de in 14.1.2 opgenomen nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving.

14.1.2 Nadere detaillering van de bestemmingsomschrijving

In het onderstaande is een nadere detaillering opgenomen van het bepaalde in 14.1.1:

a Niet-verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een niet-verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit toegestaan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • 1. maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, met dien verstande dat het bebouwingspercentage ten behoeve van de benodigde ruimte voor de aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit niet meer mag bedragen dan 40%;
  • 2. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het daarbij behorende bijbehorend bouwwerk zal uitvoeren, tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • 3. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
  • 4. activiteiten die vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer of krachtens het Activiteitenbesluit als type B of C inrichting worden aangemerkt, zijn niet toegestaan;
  • 5. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • 6. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten, buitenopslag is niet toegestaan;
  • 7. er maximaal 2 parkeerplaatsen in het openbaar gebied worden gebruikt;
  • 8. in afwijking van het in de aanzet van dit artikel bepaalde, geldt voor een bed & breakfast dat deze niet mag plaatsvinden in vrijstaande bijbehorende bouwwerken.
b Verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het gebruik van een deel van de woning en/of de vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit is uitsluitend toegestaan na verlening van de omgevingsvergunning bedoeld in 14.5.1.

c Wonen en zorg

Binnen deze bestemming is gebruik van een deel van de woning en/of de daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van wonen en zorg toegestaan. Hierbij moet worden voldaan aan het gestelde in 14.2, 14.3.3 en/of 14.5.2.

14.2 Bouwregels (permanent - hergebruik mogelijk)
14.2.1 Algemeen

Binnen deze bestemming zijn uitsluitend hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en andere bouwwerken, toegestaan die ten dienste staan van deze bestemming.

14.2.2 Situering

Voor de situering van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken geldt het volgende:

  • a. hoofdgebouwen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. bijbehorende bouwwerken zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' en de aanduiding 'bijgebouwen'.
14.2.3 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen geldt het volgende:

  • a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal;
  • b. de goot- en bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” is aangegeven.
14.2.4 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken geldt het volgende:

  • a. de bebouwde oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer dan 100 m² bedragen, met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' voor niet meer dan 50% bebouwd mogen zijn;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 m, danwel 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5 m.
14.2.5 Erkers

In afwijking van het bepaalde in 14.2.2 onder b zijn vóór de voorgevel van het hoofdgebouw kleine aan het hoofdgebouw aangebouwde bijbehorende bouwwerken in de vorm van portieken, erkers en balkons toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende regels:

  • a. de oppervlakte buiten het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen' mag maximaal 6 m2 bedragen; voorzover het de oppervlakte van balkons betreft wordt deze buitenwerks gemeten ter hoogte van de bovenzijde van de grondvloer van het balkon;
  • b. de diepte bedraagt niet meer dan 1,5 m;
  • c. de bouwhoogte mag maximaal 3 m bedragen danwel 0,3 m boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw.
14.2.6 Ondergrondse gebouwen

Voor het bouwen van ondergrondse gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van bestaande gebouwen die zijn gebouwd overeenkomstig een verleende bouw- of omgevingsvergunning danwel vergunningvrij zijn;
  • b. ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.
14.2.7 Overschrijding ondergeschikte bouwdelen

Overschrijding van het bouwvlak is toegestaan voor ondergeschikte bouwdelen, en de overschrijding niet meer bedraagt dan 0,5 m.

14.2.8 Andere bouwwerken

Voor andere bouwwerken geldt het volgende:

  • a. voor andere bouwwerken ter plaatse van de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen', geldt het volgende:
    • 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2 m;
    • 2. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
    • 3. de oppervlakte van zwembaden mag niet meer bedragen dan 50 m²;
  • b. voor andere bouwwerken op de overige gronden, geldt het volgende:
    • 1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 1 m;
    • 2. zwembaden zijn niet toegestaan.
14.2.9 Afwijkingenregeling

In afwijking van het voorgaande geldt voor bestaande gebouwen en andere bouwwerken, gebouwd krachtens een bouw- danwel omgevingsvergunning, het volgende: indien en voorzover de bestaande maatvoering en/of oppervlaktes en/of situering van gebouwen en andere bouwwerken, de voorgeschreven situering en/of de genoemde maxima, danwel minima overschrijden, geldt de bestaande situering en/of de bestaande maatvoering als maximum respectievelijk minimum. Herbouw van deze gebouwen en andere bouwwerken is toegestaan

14.3 Afwijken van de bouwregels
14.3.1 Omgevingsvergunning andere bouwwerken

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.8 teneinde:

  • a. een vergroting van de bouwhoogte van andere bouwwerken toe te staan tot niet meer dan 3 m;
  • b. voor zwembaden:
    • 1. een vergroting van de oppervlakte van zwembaden toe te staan tot niet meer dan 75 m²;
    • 2. toe te staan dat zwembaden buiten de aanduidingen 'bouwvlak' en 'bijgebouwen' worden gebouwd.
14.3.2 Omgevingsvergunning woningsplitsing

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.3 onder a teneinde woningsplitsing mogelijk te maken, mits:

  • a. de bestaande maatvoering niet wordt gewijzigd;
  • b. het kwalitatieve (definitieve) woonprogramma in acht wordt genomen;
  • c. er wordt op eigen terrein in voldoende parkeergelegenheid voorzien;
  • d. aangetoond is dat er voldaan wordt aan de Wet geluidhinder.
14.3.3 Omgevingsvergunning Wonen met zorg (semi-permanent; bebouwing verwijderen na verval indicatie)

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.2.4 onder a, uitsluitend om ten behoeve van wonen en zorg een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken toe te staan, met dien verstande dat:

  • a. ten behoeve van de plaatsing van een mobiele zorgwoning de omgevingsvergunning maximaal betrekking mag hebben op 80 m²;
  • b. ten behoeve van de plaatsing van een flexibele (mobiele) zorgkamer de omgevingsvergunning maximaal betrekking mag hebben op 40 m²;
  • c. de omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat het achtererfgebied voor meer dan 50% bebouwd is. Indien blijkt dat dit percentage onvoldoende is voor het uitvoeren van wonen en zorg, kan het bevoegd gezag hiervan afwijken tot een maximum van 75%. Er dient in een dergelijke situatie vast te staan dat het woon- en leefmilieu van de omgeving niet onevenredig wordt aangetast, dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
  • d. indien de plaatsing van de onder a en b bedoelde bijbehorende bouwwerken redelijkerwijs niet in het achtererfgebied kan plaatsvinden, kan het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning bepalen dat in afwijking van het bepaalde in 14.2.2 onder b, plaatsing in de zijtuin is toegestaan;
  • e. er een aantoonbare noodzaak voor de (te verlenen) zorg dient te zijn. Dit dient te blijken uit een door het bevoegd orgaan afgegeven indicatie. In dit kader wordt in de omgevingsvergunning een voorschrift opgenomen dat de oppervlakte zoals bedoeld onder a en b moet worden verwijderd indien de indicatiestelling is komen te vervallen.
14.4 Specifieke gebruiksregels
14.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken, laten gebruiken of doen gebruiken van de gronden binnen deze bestemming voor:

  • a. een verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, behoudens indien hiervoor een omgevingsvergunning is verleend op grond van 14.5.1;
  • b. zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte, indien dit plaatsvindt in een vrijstaand bijbehorend bouwwerk.
14.5 Afwijken van de gebruiksregels
14.5.1 Omgevingsvergunning verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in 14.4.1 onder a, teneinde binnen een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken de uitoefening van een verkeersaantrekkende aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten toe te staan. Hiervoor dient aan de volgende criteria te worden voldaan:

  • a. maximaal 50 m² van het vloeroppervlak van de woning (begane grond + verdiepingen) met inbegrip van gerealiseerde bijbehorende bouwwerken, mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. de woonfunctie dient behouden te blijven;
  • c. het gebruik dient de woonfunctie te ondersteunen dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het daarbij behorende bijbehorend bouwwerk zal uitvoeren, tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • d. de woning blijft voldoen aan het Bouwbesluit en de gemeentelijke bouwverordening;
  • e. het gebruik mag geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren en mag ook geen afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. Dit betekent bijvoorbeeld dat activiteiten die vergunningplichtig zijn krachtens de Wet milieubeheer of krachtens het Activiteitenbesluit als type B of C inrichting worden aangemerkt, niet zijn toegestaan;
  • f. er mag geen detailhandel plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en wel in verband met de activiteit;
  • g. het onbebouwde deel van het bouwperceel mag niet worden gebruikt voor de activiteiten, buitenopslag is niet toegestaan;
  • h. het gebruik mag geen onevenredige nadelige gevolgen hebben voor de verkeersafwikkeling en de parkeerbalans.
14.5.2 Omgevingsvergunning Wonen en zorg (semi-permanent; bebouwing verwijderen na verval indicatie)

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 14.4.1 onder b, teneinde gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van 'wonen en zorg' toe te staan, mits:

  • a. er een aantoonbare noodzaak is voor de (te verlenen) zorg, blijkend uit een door het bevoegd orgaan afgegeven indicatie;
  • b. het gebruik ten behoeve van 'wonen en zorg' is uitsluitend toegestaan tot het moment waarop de indicatiestelling is komen te vervallen.