direct naar inhoud van Artikel 34 Algemene aanduidingsregels
Plan: Buitengebied 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BpBu2013-GVS2

Artikel 34 Algemene aanduidingsregels

34.1 Gebiedsaanduidingen

Ter plaatse van de gebiedsaanduidingen:

  • 'wro-zone - omgevingsvergunning aardkundige waarden';
  • 'wro-zone - omgevingsvergunning beplantingselement';
  • 'wro-zone - omgevingsvergunning ganzen- en weidevogelgebied';
  • 'wro-zone - omgevingsvergunning gracht';
  • 'wro-zone - omgevingsvergunning landschapselement';
  • 'wro-zone - voorzieningen buiten bouwvlak';
  • 'wro-zone - wilgenteelt';

aangeduide gronden gelden specifieke regels. Deze specifieke regels zijn opgenomen in de bestemming waarbinnen dit geldt.

34.2 Veiligheidszone - gasontvangststation
34.2.1 Bouw- en gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - gasontvangststation' is het verboden kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten op te richten en/of in gebruik te nemen, met uitzondering van de bouw van beperkt kwetsbare objecten op dezelfde locatie.

34.3 Vrijwaringszone - dijk
34.3.1 Algemeen

De voor 'vrijwaringszone - dijk' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor de bescherming, het onderhoud en de verbetering van de beschermingszone van de waterkering, met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

34.3.2 Bouwregels
a Maatvoering

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal 3 m.

34.3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.3.2 onder a voor het bouwen overeenkomstig deze dubbelbestemming en de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de beheerder van de beschermingszone van de waterkering.

34.4 Vrijwaringszone - molenbiotoop
34.4.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' gelden ter bescherming en instandhouding van de belangen van de bestaande molen als werktuig en beeldbepalend landschapselement en ter behoud, beheer en bescherming van de cultuurhistorische waarden van de molen de hierna volgende bepalingen:

34.4.2 Bouwregels

Voor de bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde geldt het volgende:

  • a. binnen een straal van 100 meter vanuit het middelpunt van de 'vrijwaringszone - molenbiotoop' mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de belthoogte, zoals opgenomen in onderstaande tabel;
  • b. vanaf een afstand van 100 m vanuit het middelpunt van de 'vrijwaringszone - molenbiotoop', geldt de volgende formule:

    h=x/n+c*z

    h = maximum bouwhoogte
    x = afstand gebouw of bouwwerk tot molen
    n = waardering voor de omgeving van de molen in verband met het functioneren van de molen (op basis van 140 voor open gebied, 75 voor ruw gebied, 50 voor gesloten gebied)
    c = constante = 0,2
    z = askophoogte (helft van lengte gevlucht+hoogte belt)

Aanduiding   Naam   Straat   Nummer   Plaats   Belthoogte   Askophoogte (z)   n  
vrijwaringszone - molenbiotoop   De Duffelt   Botsestraat   23   Kekerdom   2,60 m   12,1 m + 2,60 m   75  
34.4.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.4.2 en een hogere bouwhoogte toestaan, mits hierdoor hetzij direct, hetzij indirect het huidige en het toekomstige functioneren van de molen door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.

34.4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden op de in dit artikel bedoelde gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten voeren:

  • 1. het aanbrengen van bovengrondse constructies, installaties of apparatuur;
  • 2. het ophogen van gronden;
  • 3. het beplanten met bomen, heesters en andere opgaande begroeiing.
b Uitzonderingen

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor de werken of werkzaamheden:

  • 1. werken of werkzaamheden, die het normale onderhoud betreffen overeenkomstig de overige bestemmingen van deze gronden, dan wel
  • 2. van ondergeschikte betekenis zijn en/of
  • 3. voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
  • 4. welke ten tijde van het van kracht worden van het plan legaal in uitvoering waren.
c Verlening

De onder a bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, het huidige en/of toekomstig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde, niet onevenredig aangetast worden. Hiertoe wordt advies ingewonnen bij een terzake deskundige.

34.5 Wro-zone - omgevingsvergunning landschappelijke en cultuurhistorische samenhang
34.5.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschappelijke en cultuurhistorische samenhang' is de bestemming mede gericht op de bescherming van de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van de gronden en de daarop aanwezige bouwwerken in onderlinge samenhang.

34.5.2 Bouwregels

Op de in 34.5.1 genoemde gronden mogen, in afwijking van het bepaalde in de regels van de betreffende bestemming, geen bouwwerken worden gebouwd, met uitzondering van de bouwwerken binnen de bestemmingen Agrarisch met waarden - Landschap 1 en Agrarisch met waarden - Landschap 2 ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak'.

34.5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de situering en maatvoering van bouwwerken binnen de bestemmingen Agrarisch met waarden - en Agrarisch met waarden - Landschap 2 ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' indien en voorzover dat noodzakelijk is om te voorkomen dat de landschappelijke en/of cultuurhistorische samenhang onevenredig wordt aangetast.

34.5.4 Afwijken van de bouwregels
a Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 34.5.2 ten behoeve van het bouwen van bouwwerken, welke zijn toegestaan op grond van de regels van de betreffende bestemming, mits dat niet leidt tot een onevenredige aantasting van de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van de gronden en de daarop aanwezige bouwwerken in onderlinge samenhang.

b Advies erfgoedcommissie

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen bij de gemeentelijke erfgoedcommissie of een andere vergelijkbare commissie.

34.5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
a Omgevingsvergunningsplicht

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - omgevingsvergunning landschappelijke en cultuurhistorische samenhang' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • 1. het aanbrengen, verwijderen en verleggen van kavelscheidingen;
  • 2. het afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
  • 3. het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;
  • 4. het geheel of gedeeltelijk slopen van bouwwerken.
b Uitzonderingen vergunningenplicht

Het onder a vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:

  • 1. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan aanlegvergunning of omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden is verleend;
  • 2. welke betreffen het normale onderhoud en beheer;
  • 3. welke in overeenstemming met het bepaalde bij of krachtens de Monumentenwet 1988 worden uitgevoerd, of konden worden uitgevoerd.
c Toetsing aan aanwezige waarden

De onder a bedoelde vergunning wordt slechts verleend indien door de uitvoering van de werken of werkzaamheden, danwel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en/of cultuurhistorische waarden van de gronden en de daarop aanwezige bouwwerken in onderlinge samenhang en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.

d Advies erfgoedcommissie

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen bij de gemeentelijke erfgoedcommissie of een andere vergelijkbare commissie.