Plan: | De Geest 2011 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0282.BpBeDeGeest2011-VSG1 |
De voor Bos - Voorlopig aangewezen gronden zijn bestemd voor:
een en ander met de daarbij behorende voorzieningen.
Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 2 m bedragen, met dien verstande dat hekwerken uitsluitend zijn toegestaan in de vorm van ondersteunende bouwwerken voor natuurlijke erfafscheidingen. Muren zijn niet toegestaan.
Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruik, laten gebruiken of doen gebruiken van de gronden binnen deze bestemming:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag op de in 8.1. bedoelde gronden de volgende werken en/of werkzaamheden uit te voeren:
Het in 8.1.1. onder a vervatte verbod geldt niet voor:
De in 8.1.1. onder a genoemde werken en/of werkzaamheden zijn slechts toelaatbaar indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bos - Voorlopig' vóór het in 8.2 bedoelde tijdstip te wijzigen in de bestemming 'Bos', zodat de in 8.3 bedoelde definitieve bestemming niet in werking treedt, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
De voorlopige bestemming als bedoeld in 8.1 geldt tot 19 december 2012.
De voor Bos - Voorlopig aangewezen gronden zijn na afloop van de geldigheidstermijn van de voorlopige bestemming als bedoeld in 8.2 bestemd voor:
een en ander met de bijbehorende bouwwerken en voorzieningen.
Op de als 'Bos - Voorlopig' bestemde gronden mogen uitsluitend worden opgericht bouwwerken in de vorm van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming.
Ten aanzien van het aantal woningen geldt het volgende:
Hoofdgebouwen dienen aan de volgende eisen te voldoen:
Voor de aan- en uitbouwen en de vrijstaande bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
In aanvulling op het bepaalde in 8.3.2 onder c en d zijn buiten het 'bouwvlak' en buiten de aanduiding 'bijgebouwen', kleine aan de woning aangebouwde bouwwerken in de vorm van aan- of uitbouwen (portieken, erkers), balkons en dakoverstekken toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan de volgende bepalingen te voldoen:
Bij het oprichten van nieuwe gebouwen, dient gewaarborgd te zijn, dat op eigen terrein in de benodigde retentievoorziening wordt voorzien. Dit betekent dat gewaarborgd is, dat een retentievoorziening wordt aangebracht, waarbij minimaal 53 mm per m2 verharding geborgen kan worden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3.2 onder c teneinde een afwijkende dakhelling toe te staan, mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.3.2 onder g, mits wordt aangetoond, dat in het openbaar gebied voldoende ruimte is voor (een deel van) de retentievoorzieningen ten behoeve van de betreffende woningen en dat deze ook worden aangelegd.