direct naar inhoud van 4.1 Provinciaal en regionaal beleid
Plan: Hezelstraat 22, Ooij
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0282.BPOoHezelstraat22-VSG1

4.1 Provinciaal en regionaal beleid

Structuurvisie Gelderland 2005

De provinciale Structuurvisie Gelderland 2005 (voorheen Streekplan Gelderland 2005) biedt de mogelijkheid om vrijkomende gebouwen in het buitengebied te benutten voor een nieuwe functie.

Daarbij geldt als algemene doelstelling, dat deze functieverandering leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit doel kan onder andere worden bereikt door de resterende vrijkomende gebouwen, die niet voor de nieuwe functie benut kunnen worden, te slopen.

Functieverandering naar wonen wordt in het algemeen gezien als zeer geschikte vorm van hergebruik van gebouwen in het buitengebied. In ruil voor functieverandering moet een tegenprestatie ("vereveningsbijdrage") geleverd worden. Als uitgangspunt geldt dat minimaal 50% van de vrijkomende bebouwing wordt gesloopt. De eis tot sloop is niet van toepassing als het om karakteristieke cultuurhistorisch waardevolle bebouwing. In dat geval wordt de nieuwe functie gezien als een goede mogelijkheid om deze bebouwing voor de toekomst te behouden en is de economische garantie voor het behoud de vereveningsbijdrage die door de initiatiefnemer geleverd wordt.

Het streekplan van de provincie maakt een regionale beleidsinvulling ten aanzien van hergebruik van (voormalige) agrarische bedrijfsgebouwen in het buitengebied mogelijk. De stadsregio Arnhem Nijmegen heeft in dat kader aanvullend beleid opgesteld dat het ondermeer mogelijk maakt om minder te slopen en dat te compenseren door een andere kwaliteitsbijdrage. Er moet in specifieke gevallen maatwerk geleverd worden.

In de provinciale structuurvisie wordt het gebied waarin het perceel ligt, op de beleidskaart aangeduid als "Multifunctioneel gebied" en "Waardevol landschap". In een multifunctioneel gebied heeft de gemeente een grote mate van beleidsvrijheid. In een waardevol landschap moet bij ruimtelijke initiatieven wel rekening gehouden worden met de bestaande landschappelijke kwaliteiten.

Streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten Waardevolle Landschappen”

In de Streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten Waardevolle Landschappen” is opgenomen dat – bij inachtneming van het hierboven beschreven beleid voor functieverandering – een “ja, mits” benadering geldt voor ruimtelijke ingrepen in waardevolle landschappen. Daarbij moet te allen tijde recht worden gedaan aan de kernkwaliteiten van het gebied. Deze kernkwaliteiten zijn in het onderhavige geval:

  • gave gradiënt kom-oeverwal-rivier en dyamiek van de rivieren;
  • overwegend open landschap met in de kom afwisseling van weidebouw, oude strangen en kleiputten met ooijbos; op de oeverwal;
  • afwisselend open en kleinschalig met afwisseling van bouwland;
  • grasland en boomgaard;
  • vrij uitzicht naar de stuwwallen;
  • cultuurhistorische kwaliteiten.

Conclusie

De gewenste functiewijziging van de grote stal, de kleinschalige uitbreiding van de bestaande gebouwen en de nieuwe groenvoorzieningen op en rondom het erf leiden per saldo tot een verbetering van de ruimtelijke en de landschappelijke kwaliteit van de omgeving. De bovenvermelde kernkwaliteiten van het landschap worden daarbij niet aangetast, maar juist versterkt, zodat gesteld kan worden dat het initiatief aansluit op het provinciale en regionale beleid.