Plan: | Kleine kernen - Bergakker |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0281.BP00007-oh01 |
provinciaal beleid
streekplan Gelderland 2005
De kern Bergakker valt op basis van het Streekplan Gelderland 2005 binnen het multifunctioneel gebied. Het multifunctioneel gebied beslaat het grootste deel van de provincie en omvat de steden, dorpen en buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. Vitaliteit van de multifunctionele gebieden wordt bevorderd door planologische beleidsvrijheid voor samenwerkende gemeenten, onder andere gericht op vitale steden en dorpen. Elke regio heeft namelijk buiten een stedelijk netwerk of een regionaal centrum vele verspreid liggende steden, dorpen en buurtschappen die tezamen het voorzieningenniveau bepalen. In en bij deze bebouwde gebieden moet de regionale behoefte aan 'dorps' wonen geaccommodeerd kunnen worden, waarbij wordt gestimuleerd dat met dit ruimtelijke programma tegelijkertijd wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling van de groene en recreatieve omgevingskwaliteit. Tevens moeten samenwerkende gemeenten zich richten op nieuwe economische dragers, waardoor werkgelegenheid buiten de landbouw wordt geboden. Deze nieuwe economische dragers kunnen vooral worden geaccommodeerd in en bij bestaande kernen en in vrijgekomen agrarische bebouwing.
De bebouwingsconcentratie Bergakker omvat twee typen multifunctioneel gebied, namelijk bebouwd gebied en waardevol landschap. Het oostelijk deel van Bergakker, grofweg het deel ten oosten van de lijn tussen de oostrand van de percelen Bergakker 40 en Zoelensestraat 27, valt op basis van het streekplan onder het eerstgenoemde type. Het westelijk deel van het plangebied is aangewezen als waardevol landschap.
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen bestaand bebouwd gebied en stedelijke uitbreiding. Het accent van de Provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Hiervoor is het onder meer belangrijk dat het stedelijk grondgebruik wordt geïntensiveerd en geoptimaliseerd, waarbij het behoud van karakteristieke elementen en het zorgvuldig omgaan met open ruimten centraal staat.
Waardevolle landschappen zijn gebieden met (inter)nationaal en provinciaal zeldzame of unieke landschapskwaliteiten van visuele, aardkundige en/of cultuurhistorische aard en in relatie daarmee bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen is het behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. Er geldt een 'ja mits'-benadering voor het toevoegen van nieuwe bouwlocaties en andere ruimtelijke ingrepen. In het multifunctioneel gebied dient nieuwe bebouwing in het waardevol landschap te passen binnen de door de regio vastgestelde zoekzones stedelijke functies of landschappelijke versterking en recht te doen aan de kernkwaliteiten.
Bergakker valt binnen het waardevol landschap Buren – Kerk-Avezaath. Binnen dit landschap zijn op basis van de streekplanuitwerking Kernkwaliteiten waardevolle landschappen, zoals vastgesteld door GS op 16 mei 2006, de volgende kernkwaliteiten van belang:
Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties
Provinciale Staten van Gelderland hebben op 30 juni 2010 de Structuurvisie Bedrijventerreinen en Werklocaties vastgesteld. De structuurvisie is een aanpassing van het structuurvisiebeleid (lees streekplan 2005) als gevolg van nieuwe ontwikkelingen. De structuurvisie vervangt hoofdzakelijk het generiek en regionaal beleid voor wat betreft het aspect 'werken' uit het onderdeel 'Rode Raamwerk' uit het Streekplan Gelderland 2005.
Nieuwe ontwikkelingen en inzichten vragen om een aanpassing van het beleid. Maatschappelijk is er weerstand tegen de verrommeling van het landschap en de ervaring dat langs alle wegen een zelfde soort bedrijventerreinen ontstaan. Er is daarnaast maatschappelijk grote onrust over de klimaatverandering. Dit vertaalt zich in een vraag naar meer regie van de provincie op het ontwikkelen van bedrijventerreinen die milieutechnisch en ruimtelijk goed zijn ingepast, goed bereikbaar zijn en zoveel mogelijk klimaatneutraal opereren. Samen met de samenwerkende gemeenten zal de provincie moeten bezien hoe de omvang van de nieuwe uitleg, de locatiekeuze, het ontwerp en het beheer van bedrijventerreinen beter kan worden geregeld. Deze regierol past in de sturingsfilosofie van de Nota Ruimte: "decentraal wat kan, centraal wat moet".
Uitgangspunt van het nieuwe beleid is dat er eerst optimaal gebruik wordt gemaakt van bestaande bedrijventerreinen voordat er nieuwe terreinen worden ontwikkeld. Voldoende ruimte voor bedrijvigheid blijft beleidsuitgangspunt, maar overschot aan bedrijventerreinen moet worden voorkomen. Verder vraagt de provincie Gelderland aan de gemeenten om extra aandacht te besteden aan kwalitatieve aspecten, zoals een goede ruimtelijke inpassing, een zorgvuldige vormgeving en een zo laag mogelijke milieubelasting. Een aspect wat daarbij van groot belang is, is de implementatie van de SER-ladder. Daarnaast is de provincie voor de realisatie van de doelstellingen mede afhankelijk van de samenwerkende gemeenten. Het is daarbij van groot belang dat er voor elke regio in Gelderland een economisch programmerings- en ontwikkelingsdocument (EPO) voor bedrijvigheid wordt opgesteld. In deze documenten worden per regio afspraken vastgelegd over de (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen en andere werklocaties. Het opstellen van een dergelijk document is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie en de regio van de samenwerkende gemeenten.
Het EPO voor werklocaties vormt ook de basis voor de ontwikkeling van onder andere nieuwe bestemmingsplannen. De volgende thema's dienen in een EPO terug te komen:
Alle zes de Gelderse regio's hebben in een aan deze (ontwerp)structuurvisie parallel lopend proces een EPO opgesteld, met daarin de regionale voornemens wat betreft kwantitatieve en kwalitatieve (her)ontwikkeling van bedrijventerreinen. De EPO's zijn op dit moment nog niet volledig, dan wel voldoende concreet uitgewerkt.
bedrijventerreinen algemeen
Bezien de ruimtelijke kwaliteiten van de inpassing van bestaande en nieuwe bedrijventerreinen in de leefomgeving, verwijst de provincie naar het 'Actieplan ruimtelijke kwaliteit 2008-2011'.
Voor implementatie van de SER-ladder zet de provincie in op afspraken tussen de provincie en de regio, die een plek krijgen in de EPO's. Toepassing van de SER-ladder is uitgangspunt van het provinciaal beleid, waarbij het accommoderen van de ruimtebehoefte voor bedrijventerreinen in navolgende volgorde wordt toegekend:
Met deze afwegingsprocedure wil de provincie de verrommeling tegengaan en zorgvuldig ruimtegebruik stimuleren. Ook wordt inbreiding boven uitbreiding gesteld, zodat onnodige verstedelijking wordt voorkomen. De gemeente dient verslag te doen van het zoekproces naar de mogelijkheden van het implementeren van de SER-ladder in de toelichting van het bestemmingsplan. Voor de provincie is het opnemen en toepassen van de SER-ladder een essentieel uitgangspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor een consequente toepassing van de ladder ligt echter bij de (samenwerkende) gemeenten.
regionaal beleid
structuurvisie Rivierenland 2004 - 2015
De provincie Gelderland heeft in het kader van het opstellen van het nieuwe Streekplan aan de regio's verzocht een Structuurvisie op te stellen. Voornoemd document betreft het resultaat van dit provinciaal verzoek.
De structuurvisie hecht belang aan het behouden en versterken van het cultuurhistorisch waardevolle karakter van de regio. Dit karakter ontstaat door de contrasten van rivieren, dijken, oeverwallen, kommen, landschappelijk cultuurhistorische vlakken en hoofdinfrastructuur. Deze contrasten vormen de ruimtelijke hoofdstructuurdragers van de regio. De elementen uiterwaarden, dijken, oeverwallen en kommen en het cultuurhistorisch landschap vormen de leidraad voor toekomstige ontwikkelingen. Voor het plangebied Bergakker wordt versterking van de karakteristieke oeverwallen en functiemening van belang geacht.
Met betrekking tot verstedelijking is het Experiment Ruimtelijk beleid Rivierenland relevant. Dit Experiment betreft een nieuwe systematiek van woningbouw- en bedrijvenprogrammering, waarbij de programma's voor wonen en werken op kwalitatieve criteria zijn gestoeld, zoals landschap, cultuurhistorie, water en natuur. Op basis van de kwaliteiten is een kaart ontwikkeld, die, door het trekken van een kwaliteitscontour rondom alle kernen, heeft geleid tot een afbakening van het bestaand verstedelijkte gebied en het maximale ruimtebeslag voor het te verstedelijken gebied (zoekgebieden). De contouren zijn bovendien gebaseerd op het bundelingsprincipe, waardoor het zwaartepunt voor woningbouw en bedrijvigheid ligt bij de groter kernen, waaronder Tiel. De bedrijvigheid in het oosten van het plangebied Bergakker is in de visie aangewezen als bedrijventerrein. De zoekgebieden maken onderdeel uit van voornoemde structuurvisie en dienen geenszins te worden volgebouwd. De gemeenten dienen in eigen beleid aan te geven hoe de contouren in te vullen voor de thema's wonen en werken. Kwaliteit is daarbij ook het uitgangspunt. Deze uitwerking heeft plaatsgevonden in de zogenaamde visie op Wonen en Werken van de gemeente.
gemeentelijk beleid
structuurvisie Tiel 2030
Aan de basis van de Structuurvisie uit 2010 lag de visie Wonen en Werken uit 2004. Daarin werd Bergakker omschreven als een bebouwingsconcentratie met een diversiteit aan functies, waaronder wonen, werken en bedrijven aan huis. In de visie Wonen en Werken werd het van belang geacht de structuur van Bergakker te verbeteren. Een dergelijke verbetering kon worden bereikt door de functies te scheiden, namelijk bedrijvigheid langs de Provinciale weg en wonen aan de westrand. In de visie werd de locatie geschikt geacht voor bedrijvigheid gelieerd aan recreatie en toerisme en daarnaast als potentiële woningbouwlocatie. In de recent vastgestelde Structuurvisie wordt de woningbouwambitie voor Bergakker niet meer expliciet genoemd, maar is voor Overlinge als geheel een woningbouwstrategie geformuleerd en wordt op andere locaties in het gebied ingezet.
bestemmingsplan Buitengebied
Het bestemmingsplan Buitengebied bestrijkt het merendeel van het landelijk gebied van de gemeente Tiel. Kernen en clusters, waaronder Bergakker, zijn buiten het plangebied gehouden. Het bestemmingsplan is namelijk gericht op agrarische functies, die in dergelijke bebouwingsconcentraties niet of nauwelijks aanwezig zijn.
conclusie
Aangezien dit bestemmingsplan voornamelijk voorziet in het beheer van de bestaande situatie, is voornoemd beleid nauwelijks van directe invloed op dit plan. De beperkte ontwikkelingen die mogelijk worden gemaakt sluiten echter naadloos op het beleid aan. Zo wordt met voorliggend plan enige ruimte geboden aan bedrijvigheid nabij de Provinciale weg en ligt het accent in het westelijk deel van het plangebied op de woonfunctie. Hierdoor wordt de functiescheiding, die op basis van de visie Wonen en Werken gewenst is, nagestreefd. De omgeving waar bedrijvigheid mogelijk wordt gemaakt, is in verschillende beleidsdocumenten reeds aangewezen als bedrijventerrein, waardoor wordt voorzien in intensivering van bestaand bebouwd gebied. Inbreiding en intensivering betreffen relevante beleidsdoelen, die in diverse beleidsdocumenten terugkomen. Doordat bedrijven aan huis blijven bestaan, wordt de karakteristieke diversiteit aan functies in het plangebied behouden. Er is geen sprake van aantasting van het waardevol landschap, dat zich in het westen van het plangebied bevindt. Voorliggend plan maakt in dit deel van het plangebied namelijk geen ontwikkelingen mogelijk. Het bestemmingsplan voldoet voorts aan de inhoudelijke eisen die worden gesteld in de Ruimtelijke Verordening van de provincie Gelderland.