Plan: | De Nieuwe Koepel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0279.BP2022NieuweKoepel-vg01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'De Nieuwe Koepel' met identificatienummer NL.IMRO.0279.BP2022NieuweKoepel-vg01 van de gemeente Scherpenzeel.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
het door de bewoner van de woning in beperkte omvang en ondergeschikt aan de woonfunctie bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. uitvoeren van geheel of overwegend handmatige ambachtelijke bedrijvigheid, niet zijnde detailhandel, behoudens beperkte verkoop van artikelen verband houdende met de activiteiten, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
het door de bewoner van de woning beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte onderschikte omvang in een woning en/of daarbij behorende bijgebouwen kan worden uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is.
bestaand ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, zolder, dakopbouw of setback.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
een vrijstaand of aangebouwd gebouw dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
woningen die in groepjes van 4 in een kwadrant met de zij- en achtergevel aan elkaar worden gebouwd.
een bouwwerk of andere voorziening ten dienste van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie of andere openbare nutsvoorziening, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje en een verdeelstation.
een ander bouwwerk, omsloten door maximaal één wand en voorzien van een gesloten dak, waaronder begrepen een carport.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
voor een gebouw op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
woningen die met de achtergevel aan elkaar worden gebouwd.
de voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waar in bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische-massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
de op of bij de weg behorende bouwwerken, zoals verkeersgeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, parkeermeters, stadsplattegronden, zitbanken, bloem- en plantenbakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, kunstobjecten, gedenktekens, draagconstructies voor reclame alsmede telefooncellen, abri's en andere, hiermee gelijk te stellen bouwwerken.
gevel van een gebouw die is gelegen aan de zijde van de weg en die in ruimtelijk opzicht de voorkant van het gebouw vormt.
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en/of waterkwaliteit zoals duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen en inlaten.
een voor het openbaar rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen kunstwerken, zoals bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
een complex van ruimten krachtens aard en indeling geschikt of bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en enig punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd-)gebouw, waar die afstand het kortst is.
het percentage van een bouwperceel dat met gebouwen mag worden bebouwd. Voor zover op de kaart bouwgrenzen zijn aangegeven wordt het bebouwingspercentage berekend over het gebied binnen de bouwgrenzen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeiboord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.
vanaf peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, balustrades, relingen en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, tot een maximum van 1,50 m.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bebouwing en voorzieningen.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, - niet zijnde voorzieningen ten behoeve van de opslag van mest - met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 2 m bedraagt.
In aanvulling op en in afwijking van het bepaalde in 3.2.1 mag één gebouw worden opgericht op de met 'specifieke vorm van agrarisch - schaapskooi' aangeduide gronden, met dien verstande dat de oppervlakte per aanduiding niet meer bedraagt dan 125 m² en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 7 m.
Het is verboden op of in de tot 'Agrarisch met waarden - Landschap' bestemde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de navolgende werken of werkzaamheden, geen normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden zijnde, uit te voeren:
De werken en/of werkzaamheden als genoemd onder 3.3.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen de agrarische waarde en functie en/of de landschappelijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Ter beoordeling van de toelaatbaarheid van de wijziging vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij betrokken worden de uitvoerbaarheid, waaronder begrepen de milieutechnische uitvoerbaarheid en toelaatbaarheid, de landschappelijke inpasbaarheid, de belangen van gebruikers of eigenaren van aangrenzende gronden en/of nabijgelegen agrarische bedrijven, en de waarden en functies van de gronden die het plan beoogt te beschermen, waaronder begrepen de landschappelijke en/of natuurlijke waarden.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in de voor 'Verkeer' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.
Op of in de voor 'Water' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
De bouwwerken, geen gebouw zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op of in de voor 'Woongebied' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van woningen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwerken gelden de volgende regels:
Totale oppervlakte van het bouwperceel | Maximaal toegestaan gezamenlijk oppervlak aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen |
tot 250 m2 | 50 m2 |
van 250 tot 500 m2 | 75 m2 |
van 500 tot 750 m2 | 100 m2 |
van 750 tot 1000 m2 | 125 m2 |
van 1000 m2 en meer | 150 m2 |
Voor het bouwen van erkers gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van overige gebouwen als bedoeld in artikel 7.2.1 onder c gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen ten aanzien van:
De in artikel 7.3.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder g, met uitzondering van rug-aan-rugwoningen, en toestaan dat woningen worden gebouwd met een grotere diepte, tot een diepte van maximaal 15,00 m voor vrijstaande woningen, twee-aaneengebouwde woningen en drie-aaneengebouwde woningen en maximaal 12,00 m voor rijen van meer dan drie aaneengebouwde woningen en gestapelde woningen, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.3 onder e en toestaan dat de maximale bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken hoger mag zijn dan 5,00 m, met dien verstande dat bouwhoogte niet meer dan 6,00 m mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.6 onder a1 en a2 en toestaan dat een erfafscheiding voor de voorgevelrooilijn en/of in de zijtuin hoger mag zijn dan 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,00 m mag bedragen.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.6 onder a3 en toestaan dat een carport of overkapping wordt gebouwd op minder dan 3,00 meter achter de voorgevelrooilijn, mits:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.2.2 onder h1 en h2 en toestaan dat de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens kleiner mag zijn dan 3,00 meter, mits
Onder gebruiken en/of het laten gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Een aan huis verbonden beroep als bedoeld in 7.1 onder b is, met uitzondering van rug-aan-rugwoningen en kwadrantwoningen, toegestaan in een deel van de woning en/of de daarbij bijbehorende aan-, uit- en bijgebouwen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.5.1 onder b ten behoeve van de uitoefening van een bedrijf aan huis, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in artikel 7.5.1 onder c ten behoeve van het gebruik van een deel van de woning als afhankelijke woonruimte (inwoning), met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige middelhoge archeologische verwachtingswaarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning verlenen ter afwijking van lid 8.2 met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in lid 8.4.1 geldt niet voor werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 8.4.1 wordt alleen verleend indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind. Het bepaalde in lid 8.3 onder b. is overeenkomstig van toepassing.
Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien uit een archeologisch rapport blijkt dat zich in de gronden geen archeologische waarden bevinden.
De voor 'Waarde - Archeologische verwachtingswaarde 4' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud van en de bescherming van de ter plaatse aanwezige lage archeologische verwachtingswaarden.
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan omgevingsvergunning ter afwijking verlenen van lid 9.2 met inachtneming van de volgende regels:
Het is verboden om of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, voor zover geen bouwwerken zijnde uit te voeren:
Het verbod in lid 9.4.1 geldt niet voor werkzaamheden die:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 9.4.1 wordt alleen verleend onder die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de cultuurhistorische waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Het bepaalde in lid 9.3 onder b. is overeenkomstig van toepassing.
Alvorens omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen door de dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk te verwijderen, indien uit een archeologisch rapport blijkt dat zich in de gronden geen archeologische waarden bevinden.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden de volgende regels:
Het is verboden de gronden en bouwwerken in dit bestemmingsplan te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de gegeven bestemming(en).
Onder gebruiken in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en bouwwerken voor en/of als:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van de bestemmingsplanregels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, voor zover daaraan behoefte bestaat en zulks het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied niet schaadt, de ligging van bestemmings-, bouw- en aanduidingsgrenzen te wijzigen zodanig, dat:
Bij het stellen van nadere eisen, worden in ieder geval de volgende procedureregels in acht genomen:
Indien en voor zover in deze regels wordt verwezen naar andere wettelijke regelingen, dienen deze regelingen te worden gelezen, zoals deze luidden op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Bij de verlening van een omgevingsvergunning voor bouwen of een gebruiksverandering worden in ieder geval de volgende regels in acht genomen:
Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning verlenen in afwijking van het eerste lid onder artikel 16.2.1:
In het geval van strijdigheid van belangen tussen een bestemming en een dubbelbestemming gaat het belang van de dubbelbestemming voor.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De Nieuwe Koepel'.