Plan: | Landelijk Gebied, Locatie Beukenlaan 4 en 4a Spankeren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0275.BPLG15-0002 |
De locatie waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft, ligt niet in een beschermd dorpsgezicht. Het pand is evenmin aangewezen als beschermd monument.
Niet alleen het bovengronds zichtbare kan een waarde vertegenwoordigen. Ook het behoud en de kennis van archeologische waarden vertegenwoordigt een waarde.
De bescherming van deze waarden is per 1 september 2007 wettelijk verankerd in de Monumentenwet 1988. Gemeenten moeten zorgdragen dat in de bestemmingsplannen het belang van de archeologische monumentenzorg wordt meegewogen. Gebeurt dit niet of onvoldoende, dan kan de provincie archeologische attentiegebieden aanwijzen waarvoor de gemeente binnen een door de provincie te bepalen termijn archeologievriendelijke bestemmingsplannen moet hebben vastgesteld. De gemeenteraad heeft in 2008 de archeologienota Uitgediept vastgesteld. Hierin wordt een aantal beleidsvoornemens ten aanzien van archeologie verwoord. Archeologie wordt op grond van deze nota voortaan beschermd via de bestemmingsplannen. Dit laat onverlet dat mogelijke (toevals)vondsten bij het verrichten van werkzaamheden in de bodem altijd zijn beschermd. Er geldt een meldingsplicht bij het vinden van (mogelijke) waardevolle zaken. Dat melden dient terstond te gebeuren. Of een vondst van archeologische resten uiteindelijk moet leiden tot behoud van deze resten of een opgraving wordt door de regioarcheoloog bepaald aan de hand van de in de archeologienota uitgewerkte selectiemethode.
In het plangebied zullen verscheidene bodemingrepen plaatsvinden, te weten door de geplande sloop en nieuwbouw. In het kader daarvan is een archeologishe onderzoek uitgevoerd. Archeologisch bureauonderzoek en gecombineerd verkennend en karterend booronderzoek, Beukenlaan 4 en 4a te Spankeren, uitgevoerd door Ecocunsultancy BV Doetinchem, gedateerd op 8 februari 2012 en genummerd 11126430, (Bijlage 11) Dit onderzoek is noodzakelijk om te bepalen wat de verwachtingswaarde is voor de aanwezigheid van archeologische waarden binnen het plangebied en of deze kunnen worden aangetast.
Geconcludeerd kan worden dat de aangetroffen archeologische indicatoren duiden op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats, waar tevens mogelijk ijzerwinning plaatsvond en/of een locaite van ijzerprocutie betrof. Voor het bepalen van het wel of niet aanwezig zijn van ondergrondse restanten van historische bebouwing, is de gehanteerde onderzoeksmetode niet geschikt, maar de aangetroffen archeologische resten duiden hier wel op.
Op grond van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek zal een vervolgonderzoek worden uitgevoerd, bestaande uit twee fasen. De eerste betreft de archeologische begeleiding van de sloop van de ondergrondse delen van de te slopen bebouwing binnen het plangebied. Hiermee kan mede bepaald worden of ondergrondse restanten van historische bebouwing wel of niet aanwezig zijn. De tweede fase betreft een proefsleuvenonderzoek in het gehele plangebied.
Voor beide fasen is een 'Programma van Eisen' opgesteld: Archeologisch Programma van Eisen, door Ecocunsultancy BV Doetinchem, gedateerd op 20 februari 2012 en genummerd 12025188. (Bijlage 2), opgesteld en goedgekeurd.
De uitvoering van voornoemd programma van eisen is een verieste bij het verlenen van de omgevingsvergunning en moet in overleg met de gemeente Rheden, danwel de regioarcheoloog, worden bepaald.