direct naar inhoud van 2.2 Gewenste situatie
Plan: Landelijk Gebied, Locatie Beukenlaan 4 en 4a Spankeren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0275.BPLG15-0002

2.2 Gewenste situatie

De eigenaar heeft de wens om de agrarische bestemming te wijzigen naar een woonbestemming. Het plan bestaat uit de sloop van circa 1020 m² aan bedrijfsgebouwen en circa 150 m² aan erfverhardingen, mestsilo's en sleufsilo's. De bestaande bedrijfswoningen en de karakteristieke schuur blijven behouden. In ruil voor de sloop van de voormalige bedrijfsgebouwen is de wens om een gebouw met twee wooneenheden te realiseren. Dit woongebouw zal een woonbestemming krijgen met de mogelijkheid om in één bouwlaag met een kap te bouwen en waarbij een maximale bouw- en goothoogte is opgenomen. Een eventueel bijgebouw is opgenomen in het volume van dit nieuwe woongebouw. Gewenst is om de vormgeving te laten bestaan uit een zogenaamde 'schuurarcitectuur', te weten een eenvoudige rechthoekige grondvorm met lage goten en een ingetogen uitstraling.

Het plan

De bestaande woningen aan de Beukenlaan 4 en 4a zullen een woonbestemming krijgen waarbij een bijgebouw is toegestaan. Het direct ten zuiden van de Beukenlaan 4 gelegen karakteristieke bijgebouw zal als 'bijgebouw met de aanduiding cultuurhistorische waarden' worden aangeduid, gezien de karakteristieke eigenschappen van dit gebouw. De oude boerderij is het hoofdgebouw, de overige gebouwen zullen hieraan ondergeschikt zijn. De samenhang op het erf ontstaat door een compact geheel van het erf te maken. De bebouwing wordt op een centrale manier gesitueerd en verkleind ten opzichte van de huidige bebouwing. Door de vorm, de materialisering en detaillering van de verschillende gebouwen op elkaar af te stemmen, ontstaat deze samenhang en zal ook de kwaliteit van het erf in ruimtelijke zin worden versterkt.

Een gedeelte van het erf zal de bestemming 'agrarisch met waarden' krijgen. Binnen deze bestemming zal de ruimtelijke kwaliteit van het landschap, het behoud en herstel van het karakteristieke landschapstype, worden gewaarborgd. Het landschap kan versterkt worden door het verwijderen van niet inheemse beplanting en het aanplanten van inheemse soorten. Voor de inrichting van het erf is een erfinrichtingsplan opgesteld. Dit plan maakt onderdeel uit van de regels van dit bestemmingsplan.