direct naar inhoud van 5.3 Flora en fauna
Plan: Putten Centrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0273.BP62113-0003

5.3 Flora en fauna

Algemeen
Bescherming van natuurwaarden vindt plaats via de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet.
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. In de wet is geregeld dat bij ruimtelijke plannen met mogelijke gevolgen voor beschermde planten en dieren het verplicht is om vooraf te toetsen of deze plannen kunnen leiden tot overtreding van algemene verbodsbepalingen. Wanneer dat het geval dreigt te zijn, moet worden onderzocht of er maatregelen genomen kunnen worden om dit te voorkomen, of de gevolgen voor beschermde soorten te verminderen. Op grond van de Flora- en faunawet is iedere handeling verboden die schade kan toebrengen aan de op grond van de wet beschermde planten en dieren en/of hun leefgebied. Op grond van artikel 75 van de wet kan ontheffing van het verbod worden verleend en op grond van de ex artikel 75 vastgestelde AmvB gelden enkele vrijstellingen van het verbod. Voor vogelsoorten bestaat geen ontheffingsmogelijkheid.
Naast de hiervoor beschreven soortbescherming kan ook een gebiedsbescherming gelden op grond van de Natuurbeschermingswet. In en rondom het plangebied komen geen gebieden voor die vallen onder de Natuurbeschermingswet.

Ter wille van actualiteit en volledigheid wordt de vuistregel gehanteerd dat onderzoeken naar flora en fauna maximaal 3 jaar oud mogen zijn.

Plangebied
In de nabijheid van het plangebied liggen geen beschermde natuurgebieden, de dichtstbijzijnde gebieden liggen op een dusdanige afstand van het plangebied dat zij geen invloed hebben op dit bestemmingsplan.
In het plangebied zelf is een kleine hoeveelheid groen aanwezig. Omdat dit stadsgroen betreft en er verder geen ontwikkelingen worden voorzien die van invloed zijn op de flora en fauna in het plangebied is de verwachting dat het aspect flora en fauna geen belemmeringen oplevert.
Wanneer buiten het bestemmingsplan om sprake is van ontwikkelingen waarbij een reƫle kans bestaat op aantasting van de flora en fauna dan dient hier onderzoek voor uitgevoerd te worden.

Vooralsnog vormt het aspect flora en fauna geen belemmering voor dit bestemmingsplan.