Plan: | Putten Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0273.BP62113-0003 |
Algemeen
De historische ontwikkeling vormt een belangrijke drager van de huidige ruimtelijke invulling. De geschiedenis van de kern Putten gaat ver terug. Het oudste schriftelijke bewijs dateert uit 855, waaruit blijkt dat sprake was van een gemeenschap van mensen. De aanleg van de spoorlijn in 1863 zorgde voor een versnelde ontwikkeling van Putten. In de kern kwamen pensions, hotels en andere voorzieningen te voorschijn.
De ligging van Putten in een natuurlijke omgeving heeft ervoor gezorgd dat rondom de kern Putten veel recreatiebedrijven aanwezig zijn. De aantrekkelijke omgeving, vanwege de ligging nabij de Veluwe, en de vele ontspanningvoorzieningen maken Putten zowel voor recreanten als inwoners een geliefd dorp.
Het plaatselijk reliëf en de daaraan gerelateerde grondwaterstanden zijn in sterke mate bepalend geweest voor het nederzettingenpatroon. Putten is van oorsprong een kruispuntnederzetting. Het dorp is waarschijnlijk gevormd in de omgeving van het kruispunt 'de Pol'. De naam van het kruispunt duidt op een hoogte die ter plaatse aanwezig moet zijn geweest. Op deze hoogte kruisten oude wegen elkaar. Deze wegen heten nu de Achterstraat, Kerkstraat, Molenweg, Bakkerstraat en Garderenseweg.
Ruimtelijke ontwikkeling
Omstreeks 1850 bestond de dorpsstructuur uit de Dorpsstraat, de Verlengde Dorpsstraat, de Achterstraat, de Papiermakerstraat, de Kelnarijstraat, de Poststraat, de Molenstraat, de Krommestraat en de Kerkstraat. De bebouwing langs deze wegen bestond uit een mengeling van woonhuizen en boerderijen.
De unieke ligging aan de rand van het Veluwemassief en de aanleg van een spoorlijn in 1863 ten westen van het dorp hadden een toename van het toerisme en het forensisme tot gevolg.
Tot 1950 is het dorp op organische wijze gegroeid. De oudere toegangswegen van Putten werden volgebouwd met lintbebouwing. Hierna vonden de planmatige uitbeidingen plaats tussen de linten in noordelijke en oostelijke richting.
In de zeventiger en tachtiger jaren van de vorige eeuw werden woningen gebouwd op de Putter Eng.
Projectmatige woningbouw vond ook plaats in het centrum. "Molenzicht" en "De Vier Winden" zijn daar voorbeelden van.
Momenteel wordt het gebied ten westen van de Nijkerkerstraat en ten zuiden van de Stationsstraat ontwikkeld (Bijsteren). De ruimtelijke ontwikkeling van het dorp is ongeveer kloksgewijs verlopen.
Dorpsstraten
De Dorpsstraat was de hoofdstraat van het dorp en werd ook wel Heerenstraat genoemd. Vanaf 1830 maakte de straat deel uit van de rijksstraatweg tussen Hoevelaken en Katerveer (Zwolle). Toen veranderde de naam in Zuiderzeesche Straatweg. Dit gold evenzeer voor de Verlengde Dorpsstraat. De Achterstraat was oorspronkelijk een steeg en liep in hoofdzaak langs de achterzijde van huizen, die aan de Dorpsstraat waren gelegen. Zuidelijk van de steeg strekte zich de Putter Eng uit. De Kerkstraat was vroeger onderdeel van een belangrijke verbinding tussen Putten en Voorthuizen.
Voor de planmatige uitbreidingen van het dorp liep de Kerkstraat door tot aan de Engweg en sloot direct aan op de Voorthuizerstraat. De Papiermakerstraat en de Telgterweg (nu aan de overzijde van de Oude Rijksweg) werden vroeger de Papiermakersteeg genoemd. De steeg liep door tot aan de kruising Telgterweg-Beekweg. Daar was een papiermolen gelegen aan de Schoonderbeek. De Weverstraat was oorspronkelijk een voetpad. In 1906 is het voetbad verbreed en in gebruik genomen als openbare weg.
Afbeelding 3.1: historische situatie op huidige plattegrond
Gebouwen
De cultuurhistorie van Putten is deels af te lezen aan de historisch waardevolle gebouwen. Deze dragen tevens in belangrijke mate bij aan het ruimtelijk beeld van het centrum.
Nog steeds bestaande gebouwen zijn: de Oude Nederlands Hervormde kerk, de Gereformeerde Kerk, de Rooms Katholieke Kerk en het voormalig woonhuis van jonkheer Schimmelpenninck bij de kruising van de Dorpsstraat met de Oude Rijksweg (nu in gebruik als kantoor van de Woningstichting Putten).
Andere gebouwen zijn reeds afgebroken, zoals de eierhal, de graansilo en het "vacantiehuis" aan de vijfsprong. Op de plek van het huidige gemeentehuis stond vroeger een marktgebouw, de zogenaamde eierhal. Deze hal werd in 1898 gebouwd. Aan de Achterstraat werd in 1935 door de Coöperatieve Landbouwvereniging graansilo Gervenhorst gebouwd. In 1957 werd dit gebouw aanzienlijk uitgebreid. Later is het afgebroken ten faveure van de bouw van een woonwinkelcomplex.
De historisch waardevolle bebouwing draagt in positieve zin bij aan de verblijfskwaliteit van het centrumgebied. Oudere bebouwing in het centrumgebied wordt afgewisseld met nieuwbouw, waaronder appartementencomplexen. De bebouwingsdichtheid is relatief hoog; in sommige delen zijn ook de achterterreinen helemaal volgebouwd. De meeste bebouwing is direct aan de straat gelegen en staat in één rooilijn, waardoor het gebied een steenachtig karakter heeft. De bebouwing is echter nog steeds kleinschalig Samen met het nog grotendeels aanwezige wegen en paden patroon ademt het gebied de sfeer van een dorpscentrum uit.