direct naar inhoud van Artikel 5 Wonen - 1
Plan: Wezep, Bovenheigraaf
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0269.WZ102-VG01

Artikel 5 Wonen - 1

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Wonen - 1 ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. woningen, al dan niet in combinatie met ruimten voor een aan-huis-verbonden beroep of een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit;
  • b. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

met daarbij behorende:

  • c. andere werken;
  • d. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • e. erven en tuinen.
5.2 Bouwregels

Op de voor ' Wonen - 1 ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Bebouwde oppervlakte

De totale bebouwde oppervlakte van het bouwperceel mag niet meer bedragen dan 50% van de oppervlakte van het bouwperceel.

5.2.2 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd;
  • b. de hoofdgebouwen dienen qua maatvoering te voldoen aan de eisen die in de onderstaande tabel zijn gesteld:

Maximale goothoogte Maximale bouwhoogte
4 meter 10 meter

  • c. een hoofdgebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • d. indien niet anders op de verbeelding is aangegeven, dient de afstand van het hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrenzen ten minste 3,00 meter te bedragen;
  • e. indien niet anders op de verbeelding is aangegeven, dient de horizontale diepte van het bouwvlak niet meer dan 15,00 meter te bedragen.
5.2.3 Aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen op een bouwperceel gelden de volgende regels:

  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dienen qua maatvoering te voldoen aan de eisen die in de onderstaande tabel zijn gesteld:

Maximale goothoogte gebouwen Maximale bouwhoogte gebouwen Maximale bouwhoogte overkappingen Maximale gezamenlijke oppervlakte incl. een zwembad per woning
3,50 meter 5,50 meter 3,00 meter 100 m2
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen dienen minimaal 1,00 meter achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan te worden gebouwd;
  • c. bij het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen dient één strook van ten minste 3,00 meter evenwijdig aan een zijdelingse perceelgrens onbebouwd te blijven.

5.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen gelegen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, mag niet meer dan 2,00 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen gelegen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw, mag niet meer dan 1,00 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen voor de achtergevel en het verlengde daarvan, mag bij hoekwoningen niet meer dan 1,00 meter bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, mag niet meer dan 3,00 meter bedragen;
  • e. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6,00 meter bedragen;
  • f. met de oppervlakte van een zwembad mag de maximale gezamenlijke oppervlakte zoals vermeld in 5.2.3 onder a niet overschreden worden.
5.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • b. een goede woonsituatie;
  • c. de milieusituatie;
  • d. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de verkeersveiligheid.
5.4 Specifieke gebruiksregels
5.4.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 7.2 sub b van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden als standplaats voor één of meer kampeermiddelen;
  • c. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep en/of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit, indien de bedrijfsvloeroppervlakte meer is dan 40% van de totale gebruiksoppervlakte van de gebouwen, met een maximum van 100 m²;
  • d. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor bedrijvigheid anders dan voor een aan-huis-verbonden beroep en/of voor een aan-huis-verbonden bedrijfsactiviteit;
  • e. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor de opslag en voor de stalling van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken rij-, vaar-, voer- en/of vliegtuigen;
  • f. het gebruik van de gronden en van de daarop voorkomende bouwwerken voor een seksinrichting;
  • g. het gebruik van de gronden voor de opslag van afbraak- en bouwmaterialen, bodemspecie, grond, puin en schroot en voor het storten van vuil;
  • h. het gebruik van een woning en van de daarbij behorende bebouwing door meer dan één afzonderlijk huishouden.
5.4.2 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.4.1, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels
5.5.1 Omgevingsvergunning

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van een bed en breakfast voorziening, waarbij:

  • a. de oppervlakte voor de bed en breakfast voorziening niet meer mag bedragen dan 40% van de gebruiksoppervlakte van de woning, waarbij de gebruiksvloeroppervlakte voor een bed en breakfast voorziening ten hoogste 110 m² mag bedragen;
  • b. onder de gebruiksvloeroppervlakte voor een bed en breakfast voorziening vallen bad-, douche-, en toiletruimte(n) die niet gedeeld worden met de bewoner(s), slaapkamer(s) en een gemeenschappelijke ruimte waarvan de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 30m², zonder een separate kookvoorziening;
  • c. op eigen terrein dient per kamer voldoende ruimte te worden gereserveerd voor minimaal één parkeerplaats, waarbij de afstand tussen de parkeerplaatsen en de perceelgrens minimaal tien meter bedraagt.
5.5.2 Afwegingskader

Bij het verlenen van de omgevingsvergunning als bedoeld in 5.5.1 vindt een evenredige belangenafweging plaats waarbij het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden betrokken worden.