Plan: | Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied - 1 (woningbouw) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.PH26001-VG01 |
Op 14 juni 2017 is het bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied vastgesteld. In het plangebied is ruimte voor maatschappelijke voorzieningen, bedrijven, detailhandel, kantoren, dienstverlening, sportvoorzieningen en woningen.
Uitgangspunt voor het geactualiseerde stedenbouwkundig plan is het vigerende bestemmingsplan. Toch zijn er een aantal aandachtspunten naar voren gekomen tijdens het planproces en de marktconsultaties, die aanleiding zijn om het vigerende bestemmingsplan op onderdelen te herzien. De gemeente wil uitvoering geven aan het recentelijk vastgestelde stedenbouwkundig plan. De onderhavige bestemmingsplanherziening is hiervoor opgesteld.
Dit houdt in dat het vigerend bestemmingsplan op onderdelen wordt gewijzigd, zodat het stedenbouwkundig plan binnen het bestemmingsplan past. In deze toelichting worden wijzigingen ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan beschreven en onderbouwd.
Met het plan wordt beoogd om meer appartementen te bouwen (vooral in noorderlijk deel Hof van Holland), dit is niet passend binnen de toegestane bouwhoogte en tevens blijkt uit het stedenbouwkundig plan dat er meer woningen worden gebouwd in het gehele plangebied dan de toegestane 1050 woningen.
Tevens is artikel 3.1 onder g aangepast zodat deze overeenkomt met de beschreven functies in de planregels van 12.2 Overige zone- uitsluiting gevoelige bestemmingen.
Het plangebied heeft betrekking op een deel van de Graaf Alardsingel en ten zuiden daarvan gelegen gronden. Het plangebied wordt aan de oostzijde begrensd door de spoorlijn Arnhem - Nijmegen. Ook bevindt zich daar de onderdoorgang naar het zogenoemde 'splitsingspunt' (scheiding Prins Mauritssingel / Graaf Alardsingel). Ten zuiden van het plangebied bevinden zich binnendijks gelegen gronden met onder meer Fort Beneden Lent. Het plangebied bevat een aan te leggen watersingel die deel uit maakt van het watersysteem van de Waalsprong.
Het plangebied beslaat een totaal oppervlakte van 32,5 ha.
Het vigerend bestemmingsplan betreft het bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied. Dit bestemmingsplan is door de raad op 14 juni 2017 vastgesteld; het plan is op 29 maart 2018 onherroepelijk geworden.
De beoogde ontwikkeling past niet in het vigerend bestemmingsplan, omdat het aantal woningen toeneemt in dit gebied en ook de toegestaande bouwhoogte wordt overschreden. Ook is de begrenzing van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - functiemengingsgebied' aangepast.
Onderhavige bestemmingsplanherziening vormt vanwege deze strijdigheid met het vigerend bestemmingsplan het juridisch en planologisch kader voor de beoogde ontwikkeling.
Deze partiële herziening is een wijziging op het vigerende bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied. De planregels van het vigerende bestemmingsplan blijven van toepassing, met uitzondering van de volgende regels
De toelichting bij deze partiële herziening is beknopt. Op grond van het bepaalde in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te bieden in de relevante planologische aspecten. Voorliggende partiële herziening betreft een ondergeschikte herziening/aanpassing van het bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied. Het beleid van de hogere overheden, is nog steeds van toepassing. Dit geldt eveneens voor het gemeentelijk beleid. De in het plan voorziene wijziging is wel een (nieuwe) stedelijke ontwikkeling. Artikel 3.1.6 lid 2 Bro is nader toegelicht onder paraaf 3.1.
Voor het plangebied van 'Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied zijn tijdens de planologische procedure de benodigde onderzoeken al uitgevoerd. Deze partiële herziening bevat geen zodanige aanpassingen dat nieuwe of aanvullende onderzoeken noodzakelijk zijn.
Het plangebied is momenteel onbebouwd en wordt bouwrijp gemaakt. In het plangebied bevindt zich alleen een fietsbrug "het Groentje" deze blijft gehandhaafd.
Bij de verdere uitwerking van de deelgebieden binnen Hof van Holland wordt duidelijk dat de aantallen woningen hoger worden dan thans is voorzien in het vigerende bestemmingsplan 'Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied'. Eveneens wordt steeds duidelijker welke functies en welk programma een plek gaat krijgen in het gebied.
Dit komt grotendeels door een verschuiving binnen het programma van grondgebonden stadswoningen naar appartementen (vooral in het noordelijke deel van Hof van Holland). Hiermee wordt meer voldaan aan de actuele vraag binnen de verschillende woning categorieën.
Een en ander leidt tot een aanpassing van de bouwhoogten op diverse plekken binnen het gebied. Hiermee wordt het meest stedelijke woonmilieu binnen de Waalsprong nog meer benadrukt. Het stadsbuurt milieu kenmerkt zich door een relatief hoge(re) woning- en bebouwingsdichtheid, in een mix van koop en huur, menging van functies. Het is daarmee een aantrekkelijk woonmilieu voor diverse leefstijlen en doelgroepen.
De stedebouwkundige hoofdstructuur wordt in hoofdzaak gehandhaafd en bestaat grotendeels uit gesloten en half-open bouwblokken, relatief smalle straatprofielen, pleintjes en parkjes. Het bewonersparkeren wordt grotendeels opgelost binnen de bouwblokken zoveel mogelijk in combinatie met een pocketparkje binnen het blok en het bezoekersparkeren voor de woningen hoofdzakelijk langs de straten. Pocketparkjes binnen de bouwblokken, bomen in de straten, groen ingerichte hofjes en een aantal grotere openbare groene parken dragen bij aan klimaatadaptatie en een aangenaam woonmilieu.
De oorspronkelijke bouwhoogten zijn grotendeels gehandhaafd. Op enkele stedebouwkundig markante plekken binnen het gebied wordt de dichtheid en maximum bouwhoogte vergroot. Zo wordt aan het centrale plein in het winkelcentrum Hart van de Waalsprong een accent voorzien van circa 35 meter hoogte. Langs de James Gavinsingel en Graaf Alardsingel blijft de minimale bouwhoogte van 10 meter van kracht maar wordt onder andere bij de twee entrees de bouwhoogte vergroot. (zie verbeelding). In deze wandbebouwing is plaatselijk een hogere bouwhoogte als accent toegestaan. Om dit mogelijk te maken is langs de Graaf Alardsingel de maximaal toegestane bouwhoogte vergroot. (zie verbeelding).
Inmiddels is bekend dat in Hof van Holland op de hoek Graaf Aardsingel/Italiestraat een sporthal zal worden gerealiseerd passend binnen de maximale bouwhoogte van 24 meter. Daarnaast is er binnen deze zone ruimte voor woningbouw en verschijnt hier ter zijnertijd nog een basisschool, zo mogelijk gecombineerd met woningen.
De locatie bij station Lent, de entree van het gebied hof van Holland, was vanwege de ligging op een knooppunt van openbaar vervoer en de verknoping van een aantal doorgaande (snel) fietsroutes bij uitstek de plek om verdichting en een hogere bouwhoogte mogelijk te maken. Hier kan een concentratie van appartementen worden gerealiseerd (circa 450). De eerder voorgestelde bouwhoogte van maximaal 37 meter zou leiden tot lange blokken van alleen die hoogte. Om een interessanter woonmilieu met meer variatie te kunnen realiseren is de bouwhoogte voor een gedeelte hier vergroot naar 60 meter, waarmee de entree van het gebied, het openbaar vervoersknooppunt en het centrum van de Waalsprong worden gemarkeerd in de vorm van een toren, terwijl andere delen lager kunnen blijven om zo onder andere een goede overgang te vormen naar de rest van het gebied. In de verbeelding is een zonering aangegeven met een variatie aan bouwhoogten, waarbij rekening is gehouden met de zichtlijnen vanuit Van der Valk Hotel Nijmegen - Lent.
Langs de randen van de kersenboomgaard wordt een maximale bouwhoogte van 22 meter toegestaan, direct aansluitend op de zone nabij station Lent, aflopend via maximaal 20 meter tot maximaal 18 meter. Hiermee wordt meer variatie in bouwhoogte en daarmee een variatie in woningtypen mogelijk, zoals bijvoorbeeld grondgebonden stadwoningen in 3 tot 4 lagen, afgewisseld met kleine gestapelde volumes/appartementenblokjes (5 tot 7 lagen), beneden-bovenwoningen etc.
De verdichting van dit meest stedelijke deel van de Waalsprong en het hart van het gebied betekent dat er ook voldoende groene ruimte in de vorm van stadspark moet worden gerealiseerd in de directe nabijheid. De mogelijkheid wordt onderzocht de huidige kersenboomgaard te transformeren naar een stadspark waarin recreëren, ontmoeten en verblijven voor de wijk centraal komt te staan met deels behoud van het karakter. Goede aansluitingen met de omliggende buurten zijn van belang.
Specifieke criteria voor hoogbouw
Vanuit de hoogbouwnotitie zijn de volgende aanvullende criteria van toepassing.
Daarnaast dient bijzondere aandacht te worden besteed aan de zogenaamde 5e gevel, het dak en de inrichting en afwerking daarvan. Installaties, zonnepanelen en groene daken.
De inbedding van de hoogbouw in de omgeving
De inbedding van het hoogbouw dient enerzijds gezien te worden in relatie met het te ontwikkelen centrumgebied (o.a. winkelcentrum/Hart voor de Waalsprong) met functiemenging. Daarvan vormt station Lent een essentieel onderdeel. Dit is een kooppunt van vervoersbewegingen: openbaar vervoer, stedelijk wegennet voor auto's en knooppunt van doorgaande (snel)fietsverbindingen.
Anderzijds is hoogbouw een belangrijk oriëntatiepunt met markante bebouwing bij de benadering vanuit verschillende richtingen (vanuit het Noorden en vanuit de stad, via Waalbrug en Oranjesingel en via De Oversteek, de Graaf Alardsingel, aansluitend op de stadsring, S100.
Stedenbouwkundig is het uitgangspunt dat hoogbouw altijd ingebed moet worden in de omgeving. Het ontwikkelingsbeeld Waalsprong 2007 en de notitie Hoogbouw 2005 zijn daarbij uitgangspunt. In het ontwikkelgebied Hof van Holland wordt voorzien in een compact stedelijk gebied in een overwegende laagbouwsetting met enkele hoogteaccenten.
Windhinderonderzoek
Bij de verdere planuitwerking (omgevingsaanvraag) dient rekening gehouden te worden met het treffen van windafschermende maatregelen voor bebouwing in de directe omgeving.
Plannen dienen te worden vergezeld van een windhinderonderzoek. De conclusies hieruit kunnen leiden tot aanpassingen in het bouwplan, teneinde een acceptabel verblijfsklimaat te creeëren.
Woonvisie Nijmegen
De gemeente Nijmegen heeft in haar Woonvisie 2015-2020: Samen werken aan goed wonen het woonbeleid voor de komende jaren beschreven. Ambitie is dat Nijmegen een aantrekkelijke en toekomstbestendige woonstad blijft voor iedereen. De gemeente wil dat het in Nijmegen goed wonen is voor arm en rijk, jong en oud, autochtoon en allochtoon, nu en in de toekomst. Bewoners binden in een ongedeelde stad, dat is de constante in ons woonbeleid door de jaren heen. Betaalbaarheid van het wonen is daarvoor een belangrijke voorwaarde. Wonen kan ook duurzamer, met minder energiegebruik en lagere woonlasten. De gemeente wil toekomstbestendige en gevarieerde wijken die voorzien in de woningbehoefte. Dit betekent op stedelijk niveau een mix van woonmilieus en per wijk een wisselende mix van woningtypen. De gemeente ontwikkelt en beheert met respect voor de identiteit van buurten en wijken. Want elke wijk is anders. Nijmegen wil een moderne sociale stad zijn met ruimte en kansen voor iedereen.
Coalitieakkoord 2018-2022
In het coalitieakkoord Nijmegen “Samen Vooruit” 2018-2022 zijn de contouren voor het woonbeleid van de komende jaren beschreven: bouwen aan een aantrekkelijke stad. We maken groei mogelijk en zorgen dat de bestaande stad aantrekkelijk blijft. In de periode tot 2022 besteden we extra aandacht aan de behoefte van sociale huur en middeldure huur. We bouwen in deze periode 2000 extra sociale en middeldure huurwoningen. De aandacht voor de woningbouwopgave in de Waalsprong en het Waalfront is onverminderd. Daarbij zetten we op een stedelijk niveau in op een mix van woonmilieus en per wijk een wisselende mix van woningtypen. Daarbij is nadrukkelijk ook groei mogelijk voor de bestaande stad waarbij we zorgen dat de bestaande stad aantrekkelijk blijft, waarbij we op geschikte locaties inzetten op extra sociale en middeldure huurwoningen. We hebben blijvende aandacht voor de kwaliteit en binnenklimaat van woningen en de betaalbaarheid van de energierekening.
Woningbouwopgave
Bij de nieuw te ontwikkelen woongebieden zetten we ons in voor de ongedeelde stad, we bouwen voor de uitbreidingsbehoefte met voldoende differentiatie in prijs en type en zetten ons in voor versnelling van de woningbouwproductie en een extra opgave van sociale en middeldure huurwoningen. Daarbij zetten we ons in voor voldoende geschikte en betaalbare woningen voor jongeren en voor voldoende goedkope en betaalbare huurwoningen en voldoende rolstoelwoningen voor: ouderen, hulpbehoevenden, mensen met een beperking en kwetsbare doelgroepen; we zorgen voor voldoende aanbod van beschut wonen (en waar nodig beschermd wonen) voor ouderen.
We staan open voor nieuwe woonvormen, waaronder woongroepen, collectief particulier opdrachtgeverschap (cpo) en woonexperimenten. Duurzaamheid in brede zin speelt een belangrijke rol bij planontwikkeling: energiezuinig, gasloos, met weinig milieubelasting, flexibel met een goede gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Het is daarbij belangrijk dat de nieuw te bouwen woningen aanpasbaar en levensloopbestendig gebouwd worden, zodat de woningen eenvoudig geschikt te maken zijn voor meerdere levensfasen ook als men ouder en hulpbehoevend wordt.
Kortom we zetten ons in voor duurzame stedelijke ontwikkeling met realisatie van aantrekkelijke woonmilieus met een gevarieerd woningaanbod naar prijs, kwaliteit en type: vraaggericht en toekomstbestendig.
Duurzaamheidsladder
Nijmegen is een stad die sterk groeit en voorlopig blijft groeien. Dit wordt veroorzaakt door een geboorteoverschot en door een immigratieoverschot. Demografische trends laten zien dat jongeren, hoogopgeleiden en ouderen naar de steden trekken vanwege het woonmilieu, de werkgelegenheid en voorzieningen. In Nijmegen wordt dit versterkt door de aantrekkingskracht van Universiteit en Hogeschool. Daardoor komen er veel jongeren naar de stad. Een deel van hen blijft hier ook wonen. Daarmee heeft Nijmegen een jonge bevolking. Nijmegen is met ruim 176.000 inwoners (per 1 januari 2018), de 10e stad van Nederland.
Volgens de prognoses van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) blijft de bevolking voorlopig groeien. De laatste prognoses gaan voor Nijmegen uit van groei tot in ieder geval 2040. Daarmee is Nijmegen in de regio de stad die sterk en het langst doorgroeit. De bevolkingsgroei en de grote woningvraag waarbij de woningvraag in Nijmegen ruimschoots het aanbod overstijgt, maakt de verdere ontwikkeling van Nijmegen Noord noodzakelijk. Er is nu zelfs sprake van overspannenheid op de woningmarkt. Er is dringend behoefte aan nieuwe woningbouwplannen en plancapaciteit om invulling te geven aan de gewenste versnelling van de woningbouwopgave.
In de Woonvisie Nijmegen 2015-2020 (vastgesteld door raad op 27 januari 2016) is ook uitgegaan van de uitbreidingsbehoefte van woningen in de Waalsprong. Het plangebied Hof van Holland behoort hier toe. Dit plan maakt onderdeel uit van een bouwopgave van in totaal circa 12.000 woningen voor de Waalsprong. De keuze om in het Waalspronggebied te voorzien in de uitbreidingsbehoefte van Nijmegen, is al gemaakt in de jaren negentig van de vorige eeuw (Vinex). Hierover heeft besluitvorming plaatsgevonden op Rijks-, provinciaal en gemeentelijk niveau. Gezien de snelle groei van de stad en de beperkte uitbreidingsmogelijkheden in de stad, is de Waalsprong en deze ontwikkeling van Hof van Holland noodzakelijk om in die groei, woningbouwbehoefte en versnellingsopgave van woningbouw te voorzien. In (sub)regionaal verband zijn afspraken gemaakt over de woningbouwaantallen. De regio heeft daarbij afspraken gemaakt over de kwantiteit en kwalitatieve woningbouwopgave. Dit plan met een aanvulling van stedelijke woningen en appartementen valt binnen de gemaakte afspraken over de woningbouwaantallen van 12.050 tot 2027 voor Nijmegen. Oorspronkelijk is in de plannen uitgegaan van 1050 woningen. Door veranderingen op de woningmarkt met een grotere vraag naar betaalbare en goedkopere woningen voor de groeiende doelgroepen van één en twee persoonshuishoudens en daarbij de vergrijzing en extramuralisering, maken dat er meer kleinere en betaalbare woningen komen die inspelen op deze woningbouwbehoefte. Deze kwantitatieve vraag past geheel in lijn bij de kwalitatieve vraag voor dit centrumgebied van de Waalsprong. Een en tweepersoonshuishoudens zoals jongeren, ouderen en kwetsbare personen moeten hier ook hun woning kunnen vinden. Maar ook de doelgroep die aangewezen is op de middeldure huur willen we hier bedienen. Daarnaast is er veel aandacht voor het thema duurzaamheid, energieneutraliteit, klimaatbestendigheid waarbij de woningen gasloos en energiezuinig worden gebouwd, er komt een energieneutraal winkelcentrum met een mix van woningen en functies voor verblijf en ontmoeting, ook wordt er gelet op flexibel bouwen met een goede gebruikskwaliteit en toekomstwaarde. Het is daarbij belangrijk dat de nieuw te bouwen woningen aanpasbaar en levensloopbestendig gebouwd worden, zodat de woningen eenvoudig geschikt te maken zijn voor meerdere levensfasen ook als men ouder en hulpbehoevend wordt. Kortom we zetten ons in voor duurzame stedelijke ontwikkeling met realisatie van aantrekkelijke woonmilieus met een gevarieerd woningaanbod naar prijs, kwaliteit en type: vraaggericht en toekomstbestendig. De extra woningen passen in het gewenste stedelijker woonmilieu met compact bouwblokken en een diversiteit aan woningen voor diverse doelgroepen van jong tot oud. Daarbij een mix van functies met winkels en voorzieningen, maakt Hof van Holland tot een aantrekkelijk woonmilieu. Samenvattend: het plan met de ontwikkeling van 850, aanpassen extra woningen passend bij de urgente woningvraag met een passend woningaanbod voor diverse doelgroepen, waaronder juist ook de doelgroepen die kwetsbaar zijn of lastiger aan een geschikte woning komen: ouderen, mensen met een zorgvraag, kwetsbare doelgroepen, doelgroepen die aangewezen zijn op de betaalbare sociale en middeldure huur. Kortom het plan past geheel binnen de gewenste kwantitatieve en kwalitatieve invulling voor het gebied. Ook past het plan binnen de gemaakte afspraken over de woningbouwaantallen van 12.050 tot 2027 voor Nijmegen.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Bedrijven en milieuzonering van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Economische Zaken van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolg voor het hogere waardenbesluit, de aantallen passen binnen dit besluit en het bijbehorende akoestisch onderzoek die onderdeel uitmaakt van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Trillingshinder van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Luchtkwaliteit van het totale bestemmingsplan. De extra 850 woningen passen binnen de ontwikkeling van de Waalsprong welke als IBM-project is opgenomen in het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL).
Stikstofdepositie
Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State (ABRvS) een aantal uitspraken gedaan over de PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) in relatie tot de vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet voor veehouderijen. In deze uitspraken heeft de Raad van State geoordeeld dat de PAS in strijd is met de wet. Dit betekent dat natuurvergunningen niet langer onder verwijzing naar de PAS verleend kunnen worden. Evenmin kan nog een beroep gedaan worden op de vergunningvrije ontwikkelingsruimte die in de PAS was begrepen. De uitspraken van de Raad van State gaan over vergunningen die verleend zijn op grond van de Wet natuurbescherming en niet over bestemmingsplannen. Volgens de Wet natuurbescherming was de PAS op bestemmingsplannen niet van toepassing. Dat is in het MER dat aan de bestemmingsplannen ten grondslag ligt ook onderkend. Daarom is in het kader van de m.e.r.-procedure nader onderzoek naar de stikstofdepositie uitgevoerd. Het betreft het ´Onderzoek stikstofdepositie´ van 30 juni 2016. In paragraaf 5 van dit onderzoek is geconcludeerd dat vanwege de (beperkte) stikstofdepositie een passende beoordeling moest worden uitgevoerd.
In opdracht van de gemeente heeft Bureau Waardenburg een passende beoordeling uitgevoerd. De bevindingen heeft Bureau Waardenburg vastgelegd in de ´Passende Beoordeling bestemmingsplan Hof van Holland (Nijmegen)´ van 19 september 2016. Uit de passende beoordeling blijkt dat naast het bestemmingsplan Hof van Holland ook Woenderskamp, Broodkorf en Dijkzone in de beoordeling betrokken zijn. Bureau Waardenburg concludeert in de passende beoordeling dat de minimale hoeveelheid additionele stikstofdepositie geen waarneembaar effect heeft op de groei van planten en habitattypen (zie paragraaf 4.2.1 van de passende beoordeling). In hoofdstuk 6 concludeert Bureau Waardenburg dat negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Rijntakken uitgesloten zijn. De passende beoordeling zit als bijlage bij de bestemmingsplantoelichting bij Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied. (appendix 4 MER).
Anders dan in de zaken die geleid hebben tot de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019, is in onderhavige bestemmingsplannen niet volstaan met een verwijzing naar de PAS. De effecten op de nabijgelegen Natura 2000-gebieden zijn door middel van de passende beoordeling in beeld gebracht en beoordeeld. In de passende beoordeling wordt geconcludeerd dat significant negatieve effecten op de nabijgelegen Natura 2000-gebieden uitgesloten zijn. Dat betekent dat de uitspraak van de Raad van State geen gevolgen heeft voor de onderhavige bestemmingsplannen.
De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die ontstaan door inrichtingen vallend onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Tevens wordt het plangebied beoordeeld op risicovolle transportroutes volgens het Besluit externe veiligheid transportroutes (Bevt) en buisleiding risico's volgens het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Voor het plaatsgebonden risico (PR) zijn grenswaarden voor kwetsbare objecten aangegeven en richtwaarden voor beperkt kwetsbare objecten. Het groepsrisico (GR) dient verantwoord te worden. De volgende risicobronnen hebben invloed op het bestemmingsplan gebied.
Transportrisico's
Er liggen dus geen bedrijven in de buurt die vallen onder het Bevi en een invloedsgebied hebben over het plangebied.
Toetsing aan Plaatsgebonden risico (PR)
Onder het PR wordt verstaan de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen van die bron. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden (PR*10-6) als toetsingswaarden aangegeven voor kwetsbare objecten en richtwaarden voor beperkt kwetsbare objecten. Daar waar gesproken wordt van een PR contour wordt de PR*10-6 contour bedoeld. Er ligt geen PR contour over het plangebied.
De verantwoording van het groepsrisico
Het groepsrisico geeft de kans weer op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers binnen het invloedsgebied van de beschouwde risicobron. Het groepsrisico dient verantwoord te worden.
Transportrisico's
Het vervoer van gevaarlijke stoffen in de omgeving van het plangebied leidt tot risico's in het plangebied. Naast het plangebied worden gevaarlijke stoffen vervoerd over het spoor van Nijmegen naar Arnhem v.v, de Betuwelijn, de Waal en de N325/Prins Mauritssingel.
Het spoor van Nijmegen naar Arnhem
Naast het plangebied ligt de spoorlijn van Nijmegen naar Arnhem. Hierover worden gevaarlijke stoffen vervoerd van de categorieën A,B2 C3, D3 en D4; respectievelijk 700, 200, 1050,50 en 50 wagons per jaar volgens de prognose van het 'basisnet vervoer gevaarlijke stoffen'. In werkelijkheid zijn in 2015 respectievelijk 1200, 46, 193, 11 en 5 wagons vervoerd over dit traject.
In het Bevt is een aandachtgebied gedefinieerd waarbinnen het groepsrisico verantwoord dient te worden (200 meter vanaf het spoor). Buiten deze zone dient in het invloedsgebied alleen ingegaan te worden op de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Het plangebied ligt voor een deel binnen deze 200 meter zone. In de Handleiding Risicoanalyse Transport (Hart, 2015) zijn vuistregels geformuleerd op basis waarvan een inschatting kan worden gemaakt van het groepsrisiconiveau. Hieruit blijkt dat een RBM II berekening noodzakelijk is.
De Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) heeft in 2016 voor het plangebied een berekening () gemaakt van het groepsrisico voor de bestaande situatie. Deze berekening is opnieuw gedaan met de nieuwe aantallen te ontwikkelen woningen en voorzieningen in het gebied voor het huidige bestemmingsplan. Hieruit blijkt dat het groepsrisico ter hoogte van het plangebied relatief laag is en ook niet substantieel toeneemt. Beide berekeningen zijn samengevat in één beter leesbaar document (Hvh spoor met extra woningen 2019).
In onderstaande figuur is het groepsrisiconiveau weergegeven van de hoogst belaste kilometer en het gehele traject na de beoogde planontwikkeling.
Groepsrisico (Fn curve) ter hoogte van het plangebied.
De dichtheid van het aantal personen in het gebied is momenteel zeer laag (<25 personen /ha) en neemt in enkele delen van het plangebied toe tot 120-150 personen per ha. Het berekende groepsrisico ligt echter ook in de nieuwe situatie nog ver onder de 0,1* de oriëntatiewaarde.
Hierdoor kan volgens het Bevt worden volstaan met een beperkte verantwoording van het groepsrisico (Bevt, art 8 lid 2a).
De woningen die worden gerealiseerd in het plangebied zijn kwetsbare objecten volgens de definitie van het Bevt/Bevi. Volgens de beleidsvisie externe veiligheid van Nijmegen (feb 2014) dient de groepsrisicoverantwoording zwaar te worden uitgevoerd indien (zeer) kwetsbare objecten worden gerealiseerd binnen de 200 meter contour van het spoor. Dit beleidskader is echter vooral gericht op een goede borging van de externe veiligheidsbelangen in het gebiedsontwikkelingsproces. Dit betekent dat er bij het ontwerpproces gezamenlijk gezocht wordt naar een verantwoorde ontwikkeling waarbij alle mogelijke risico's en beoogde functies integraal worden beoordeeld. De visie is daarnaast ook opgesteld voordat het basisnet vervoer gevaarlijke stoffen in werking is getreden. Met dit basisnet zijn de risico's langs het spoor aanzienlijk gereduceerd. Hierdoor staan aanvullende bouwkundige maatregelen niet meer in verhouding tot een eventueel verder reduceren van het risico. Alleen de zeer kwetsbare objecten worden uitgesloten binnen een veiligheidszone van 200 meter vanaf het spoor.
De veiligheidsregio Gelderland Zuid heeft in haar advies aangegeven dat de bereikbaarheid van het plangebied voldoende is. Ook is in de directe omgeving van het spoor voldoende bluswater voorhanden. Voor wat betreft de stedebouwkundige inrichting van het plan wordt geadviseerd de personendichtheid in de directe omgeving van het spoor te beperken en voor voldoende vluchtmogelijkheden te zorgen die van het spoor af leiden.
Betuwelijn
De Betuwelijn ligt op ongeveer 2,5 km van het plangebied. De ongevalsscenario's die het plangebied kunnen bereiken dragen niet bij aan een toename van het groepsrisico. In de beleidsvisie van de gemeente Nijmegen (Beleidsvisie, februari 2014) is hiervoor een standaardverantwoording opgesteld op pagina 33.
Routering vervoer gevaarlijke stoffen over N325
Over de N325 worden gevaarlijke stoffen vervoerd. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg en het daaraan gepaard gaande externe veiligheidsrisico over de weg is relatief laag (zie Beleidsvisie, februari 2014). De weg wordt gebruikt ter bevoorrading van langs de weg gelegen risicovolle inrichtingen. Vervoerde stoffen zijn voornamelijk brandbare vloeistoffen (LF1/2) met een invloedsgebied van 30 meter en een beperkte hoeveelheid brandbaar gas (GF3) met een invloedsgebied van ongeveer 300 meter. Op basis van een telling van Rijkswaterstaat van 2007 kan worden ingeschat dat het vervoer van (zeer) brandbare vloeistoffen 1000 wagens is en van zeer brandbare gassen 130 is. De beoogde ontwikkeling ligt echter buiten het invloedsgebied van een plasbrand (30 meter). Het groepsrisico van deze weg ligt dan ook ruim beneden de oriëntatiewaarde. De kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen op de weg in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000. Gezien het beperkt risico van de weg zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen voor de risico's op van de weg niet realistisch. Voor ontwikkelingen binnen een afstand van 30-200 meter van deze weg is in de Beleidsvisie EV van de gemeente Nijmegen op pagina 34 een standaard verantwoording opgenomen.
Waal
Het plangebied ligt in het invloedsgebied van de Waal. De afstand vanaf de oeverlijn is echter dusdanig (>300 meter van de hoofdvaarweg) dat alleen zeer onwaarschijnlijke toxische scenario's het plangebied kunnen bereiken. Deze ongevalsscenario's dragen niet bij aan een toename van het groepsrisico. In de beleidsvisie van de gemeente Nijmegen (Beleidsvisie, februari 2014) is hiervoor een standaardverantwoording opgesteld op pagina 33.
Cumulatie en domino-effecten:
De kans op domino-effecten is verwaarloosbaar. Hiervan zou alleen sprake kunnen zijn indien bijvoorbeeld een spoorwagon met gevaarlijke stoffen ontspoort en op een vrachtauto met gevaarlijke stoffen botst. De kans daarop is nihil mede vanwege het feit dat de Oversteek niet gebruikt wordt als routering vervoer gevaarlijke stoffen. Ook de cumulatie van risico's in het plangebied leidt niet tot andere inzichten. De overlap van risicozones in het plangebied (Waal, spoor, weg, etc.) bestaat veelal uit zeer onwaarschijnlijke toxische scenario's. Het grootste risico komt van het spoor waarvan uit bovenstaande berekening al blijkt dat het risico zeer laag is. Het optellen van deze zeer kleine risico's leidt tot een nieuw zeer klein geaccumuleerd risico en is derhalve ook acceptabel.
Eind conclusie
Externe veiligheid vormt geen belemmering voor de planontwikkeling
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Bodem van het totale bestemmingsplan. In 2017 is de grond milieukundig onderzocht volgens de NEN 5740 en NEN 5707 en NEN 5720. Plaatselijk worden licht verhoogde gehalten aan zware metalen, minerale olie, PAK en PCB gemeten. In lijn met de verwachting blijkt dat in de bovengrond van het gehele plangebied, met inbegrip van de (voormalige) boomgaarden, licht verhoogde gehalten aan bestrijdingsmiddelen bevat. Binnen het plangebied moesten op drie locaties bodemsanerende maatregelen getroffen worden. Het gaat hier om twee locaties met voormalige bebouwing en erfverharding waar asbest is aangetroffen in gehalten boven de interventiewaarde, en een lijnvormige olieverontreiniging in de grond. Sanerende maatregelen zijn in de planexploitatie voorzien en zijn gefaseerd uitgevoerd. Er kan geconcludeerd worden dat het plan uitvoerbaar is.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Water van het totale bestemmingsplan, het vehard oppervlak zat niet toenemen.
De extra 950 woningen vallen binnen de opgestelde PLAN MER en dus zijn geen gevolgen voor de paragraaf Flora en Fauna van het totale bestemmingsplan.
De Wet natuurbescherming is 1 januari 2017 inwerking getreden. Deze wet staat in het teken van de verbinding tussen ecologie en economie en bescherming van natuur. Het uitgangspunt van de wet is dat geen schade mag worden gedaan aan beschermde dieren of planten, tenzij dit uitdrukkelijk is toegestaan. Onder de Wet natuurbescherming geldt, dat onderzocht moet worden of (ruimtelijke) ingrepen effect hebben op beschermde gebieden, beschermde soorten en beschermde houtopstanden.
Beschermde soorten
De soortenbescherming regelt de bescherming van dier- en plantensoorten. De wet hanteert daarbij het "nee, tenzij principe". Alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten zijn in principe verboden. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe moet een Wet natuurbescherming ontheffing voor soorten bij de Provincie aangevraagd worden. Daarnaast is in de wet een zogenaamde 'algemene zorgplicht' opgenomen. De zorgplicht houdt in dat een ieder voldoende zorg in acht moet nemen voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. Bij uitvoering van activiteiten moeten negatieve gevolgen zoveel mogelijk worden voorkomen dan wel beperkt of ongedaan gemaakt worden.
Soortenmanagementplan Nijmegen de Waalsprong (SMP-N)
In het ontwikkelgebied 'de Waalsprong' worden de komende jaren nog duizenden woningen met bijbehorende voorzieningen gebouwd. Gebleken is dat er op een effectievere en efficiëntere manier kan worden omgegaan met de onder de Wet natuurbescherming beschermde diersoorten die in de Waalsprong voorkomen. Onder andere daarom heeft de gemeente Nijmegen voor het ontwikkelgebied 'de Waalsprong' meegedaan aan een pilot Soortenmanagementplan (SMP-N) van de provincie Gelderland. Via het SMP-N wordt ook deels invulling gegeven aan de aangenomen raadsmotie 'Natuurinclusief bouwen' van 14 november 2018.
Het SMP-N is een eigen plan van de gemeente waarin zij aangeeft hoe in de ontwikkelgebieden van de Waalsprong wordt omgegaan met de daar voorkomende soorten i.c. de steenuil, ransuil, kerkuil, buizerd, roek, grote modderkruiper, rugstreeppad en poelkikker. Op basis van het SMP-N kan een zogenoemde gebiedsontheffing soorten Wet natuurbescherming (Wnb) verkregen worden. Deze ontheffing is alleen mogelijk als in de eindsituatie een duidelijke 'plus' voor (beschermde) soorten wordt gecreëerd. Door uitvoering van het SMP-N wordt bewust een plus voor de natuur gecreëerd in de groenstructuur en in de gebouwen. Op die manier wordt ook de natuurbeleving van mensen in hun woonomgeving versterkt.
Een aanvraag om ontheffing is op 4 februari 2019 ingediend. Op 14 maart 2019 heeft Gedeputeerde Staten van Gelderland besloten om de gevraagde ontheffing te verlenen. Het ontwerpbesluit heeft gedurende zes weken ter inzage gelegen, binnen deze termijn is geen zienswijzen ontvangen zodat op 8 mei 2019 Gedeputeerde Staten van Gelderland heeft besloten om de gevraagde ontheffing definitief te verlenen.
Groenstructuur, landschappelijke zone
Zowel voor de ontwikkel- als de eindfase geeft het SMP-N de ambitie en de integrale aanpak om te komen tot een duurzame instandhouding van op dit moment in het gebied de Waalsprong voorkomende beschermde diersoorten steenuil, ransuil, kerkuil, buizerd, roek, rugstreeppad, grote modderkruiper en poelkikker.
Daartoe wordt de landschappelijk zone rondom de meer stedelijke woningbouwlocaties van de Waalsprong zodanig ingericht en beheerd dat er kansen worden geboden voor de beschermde soorten en er voor biodiversiteit in algemene zin een plus wordt behaald.
Als ontwerpkader is gekozen voor elementen en sfeerbeelden van de historische inrichting van het landschap zoals dat aanwezig was, voor de opkomst van de kassentuinbouw in de zestiger jaren van de vorige eeuw. Door het accent te leggen op het behouden, terugbrengen en versterken van karakteristieke landschapselementen (zoals houtwallen, groepjes/solitaire bomen of bomenrijen, struweelheggen, en kruidenrijke graslanden) wordt een heel natuurlijk passend kader geschapen voor de (her)inrichting van de landschappelijke zone van de Waalsprong. Deze zone zorgt ook voor een directe ecologische verbinding en aansluiting met omringende groene gebieden. De landschappelijke zone bedient hiermee zowel de woningbouw (ruimtelijke kwaliteit, beleving inwoners) als de natuur (met landschapselementen die afgestemd zijn op de specifieke soorten).
In de ontwerpen per deelgebied is aandacht besteed aan de samenhang tussen de inrichtingselementen en zijn er verschillende milieus gecreëerd waardoor er per soort accenten zijn gelegd. Door deze verschillende accenten ontstaan gebieden die geschikt zijn voor de soort maar die ook gebruikt kunnen worden door andere soorten.
Natuurinclusief bouwen
Via het SMP wordt ook deels invulling gegeven aan de aangenomen raadsmotie 'Natuurinclusief bouwen' van 14 november 2018. Ter uitvoering van de raadsmotie wordt in de Waalsprong een wijk ontwikkeld waar rekening wordt gehouden met allerlei aspecten van de natuur of die nou zeldzaam en beschermd zijn of niet. In dit licht is een korte handleiding Natuurinclusief bouwen opgesteld die makkelijk toepasbare brokjes biedt waaruit gekozen kan worden, afhankelijk van wat in welke situatie mogelijk is (bijlage 5 van het SMP-N).
Het systeem richt zich in eerste instantie op de gebouwgebonden soorten gewone dwergvleermuis, huismus, gierzwaluw maar op basis van de ecologische potenties en behoeften, worden er binnen de deelgebieden bepaald op welke soorten en aanvullende maatregelen de focus wordt gelegd.
Het SMP-N is op 12 maart 2019 door het college vastgesteld.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Cultuurhistorie van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Archeologie van het totale bestemmingsplan.
Het Nijmeegse mobiliteitsbeleid is vastgesteld in de nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar. In de Nota Nijmegen Duurzaam Bereikbaar is verkeersveiligheid de randvoorwaarde voor alle ontwikkelingen in Nijmegen. Nieuw aan te leggen infrastructuur wordt aangelegd conform de richtlijnen van Duurzaam Veilige Weginrichting.
Gemotoriseerd verkeer:
De stedelijke hoofdwegen in de Waalsprong zijn onderdeel van de toegangswegen naar de stad en vervullen een functie voor het verbinden van stadsdelen en de bereikbaarheid met de regio.
De ontsluitingsstructuur voor gemotoriseerd verkeer wordt in belangrijke mate gevormd door de Graaf Alardsingel (GAS). De GAS is een belangrijke gebiedsontsluitingsweg in het Nijmeegs verkeerssysteem en verbindt de Prins Mauritssingel met stadsbrug De Oversteek. De weg maakt onderdeel uit van de S100, de belangrijkste doorstroomroute in de stad. De doorstroming en verkeersafwikkeling op de S100 heeft op stedelijk niveau de hoogste prioriteit, evenals HOV-bus.
Afbeelding : S100 met ligging Hof van Holland
De knip Griftdijk Noord is van invloed op de verkeersafwikkeling op de Graaf Alardsingel. Doorgaand verkeer wordt geweerd van de Griftdijk Noord door middel van een bewonersvriendelijke knip. De knip ligt ten zuiden van de Terralaan (busbaan) en ten noorden van de Italiëstraat. Tot het instellen van de knip - evenals tot het nemen van aanvullende verkeersmaatregelen - heeft de raad op 13 juli 2016 besloten.
De knip is in de eerste fase gerealiseerd in de vorm van een spitsknip. Tijdens werkdagen kunnen alleen ontheffingshouders tijdens de ochtend- en avondspits gereguleerd voorbij de knip. Met deze maatregel wordt de verkeersintensiteit in deze fase van de ontwikkeling van de Waalsprong voldoende beheerst. Zodra de verkeersintensiteit toeneemt richting de oorspronkelijke verkeersintensiteit, wordt bepaald of de werking van de knip moet worden uitgebreid over een groter deel van de dag.
De knip is bewonersvriendelijk: bewoners in het ontheffingsgebied komen in aanmerking voor maximaal twee ontheffingen per adres. Hof van Holland ligt buiten het ontheffingsgebied.
Afbeelding: Locatie knip Griftdijk
Afbeelding: Ontheffinggebied knip Griftdijk Noord
Er zijn twee geregelde ontsluitingen voor de bereikbaarheid van de wijk: ter hoogte van de Margaretha van Mechelenweg en Italiëstraat (Woenderskamp). Alle autoverkeer en vrachtverkeer (waaronder expeditieverkeer) maakt gebruik van deze geregelde ontsluitingen. Gezien de bebouwingsdichtheden (2/3 oostelijk, 1/3 westelijk) zal de oostelijke aansluiting meer verkeer te verwerken krijgen. De interne ontsluiting moet hierop berekend zijn.
Afbeelding: principeprofiel Graaf Alardsingel
Binnen het gebied Hof van Holland zijn leidende principes voor de afwikkeling van het autoverkeer als volgt:
Hof van Holland wordt ingericht als verblijfsgebied en krijgt een autoluw karakter. Alle woonstraten hebben een maximumsnelheid van 30 km/u. Doorgaand verkeer in de woongebieden wordt voorkomen. Autoverkeer wordt zo snel en effectief mogelijk op de hoofdinfrastructuur afgewikkeld. Dat geldt nadrukkelijk voor winkelgerelateerd verkeer. Een middel daarbij is compartimentering, waardoor autoverkeer niet tussen de deelgebieden kan stromen.
De woonstraten in het gebied moeten voldoende maat hebben om de veiligheid van het verkeer te kunnen waarborgen, ook op aansluitingen (voldoende zicht) . Daarbij speelt mee dat de bouwblokken direct aan de openbare ruimte grenzen.
Uitgangspunt is een korte lus te maken vanaf de westelijke aansluiting Graaf Alardsingel naar de oostelijke aansluiting, zodat zo min mogelijk autoverkeer het gebied doorkruist.
Er is speciale aandacht voor de ontsluiting van het centrumgebied en het parkeerareaal bij de winkels en commerciële voorzieningen. De bereikbaarheid van de winkels moet goed zijn, maar verkeersbelasting van woonstraten in het gebied moet worden voorkomen. Gemotoriseerd verkeer in het gebied wordt dan ook gebundeld zodat onnodige verkeersbelasting van woonstraten in het gebied wordt voorkomen.
In de toekomst is aan de zuidkant van het plangebied een uitbreiding vanuit de dijkzone geprojecteerd. Hiervoor zal een apart bestemmingsplan moeten worden opgesteld
Deze toekomstige woningen evenals verkeer naar Fort Beneden Lent worden afgewikkeld via de woonstraten in het gebied naar de Graaf Alardsingel. De Oosterhoutsedijk heeft geen functie voor gemotoriseerd uit Hof van Holland; er komen geen directe aansluitingen op de Oosterhoutsedijk voor gemotoriseerd verkeer.
De aansluiting van de westelijke ontsluiting op de Graaf Alardsingel moet ter hoogte van het kruispunt worden voorzien in voldoende ruimte voor opstelstroken. Hetzelfde geldt voor de oostelijke ontsluiting.
Afbeelding: indicatief uitvoeringsplan Fietsinfrastructuur Waalsprong
Langzaam verkeer:
De Waalsprong wordt ontsloten door een netwerk van doorgaande snelfietsroutes. Snelfietsroutes spelen een belangrijke rol in het stedelijk verkeerssysteem en de duurzaamheidsdoelen: mensen fietsen meer en autoritten worden meer en meer voorkomen.
Snelfietsroutes liggen waar mogelijk door de wijk en niet langs hoofdwegen voor autoverkeer. Lent en de binnenstad van Nijmegen liggen op korte afstand en zijn uitstekend bereikbaar per fiets. Snelfietsroutes maken stedelijke- en wijkbestemmingen makkelijk bereikbaar en zijn aantrekkelijk om te gebruiken.
Bij station Lent (knoop Lent) komen veel belangrijke snelfietsroutes in Nijmegen Noord samen. Het is een verdeelpunt richting fietsbrug De Snelbinder en de Waalbrug. Het netwerk van snelfietsroutes zorgt tevens voor goede verbindingen met andere bestemmingen in de stad en de regio. Het fietsbeleid voor de Waalsprong is vastgelegd in het Uitvoeringsplan Fietsinfrastructuur Waalsprong (zie afbeelding).
Om de S100 Graaf Alardsingel zoveel mogelijk te ontlasten is het uitgangspunt de kruisingen met fietsroutes ongelijkvloers op te lossen. Naast fietsbrug 't Groentje wordt daartoe een nieuwe fietstunnel gerealiseerd in het stadsbrugtracé ten westen van de Italiëstraat. Uitgangspunt is dat de fietsonderdoorgang naast de watersingel komt te liggen. Uitgangspunt is dat deze de kwaliteit en maatvoering van de bestaande Eisenhowertunnel en tunnel ter plaatse van de Laauwikstraat krijgt.
De fietstunnel wordt onderdeel van de snelfietsroute Lent-Oosterhout die door de wijk loopt. Deze verbindt station Lent met Waaijenstein en Oosterhout. In het plangebied wordt de snelfietsroute voor een belangrijk deel uitgevoerd als fietsstraat. De fietsstraat is autoluw, autoverkeer is te gast, en biedt bereikbaarheid voor aanliggende percelen. Doorgaand autoverkeer over deze route wordt voorkomen.
Een tweede snelfietsroute in Hof van Holland is het RijnWaalpad via fietsbrug 't Groentje naar station Lent. Deze snelfietsroute is al bestaand en verbindt fietstunnel Eisenhowertunnel met De Snelbinder, fietsbrug over de Waal.
Gezien de ligging van de wijk is een hoog fietsgebruik kansrijk. De snelfietsroutes in het gebied zullen zwaar worden belast. De vormgeving van de fietsverbindingen wordt daarop vormgegeven. Uitgangspunt voor de hoofdfietsroutes door het gebied zijn directe verbindingen en die autovrij of autoluw zijn. Om de fietsstromen te spreiden wordt een mogelijke extra aansluiting op de Snelbinder onderzocht, ter hoogte van de Oosterhoutsedijk. Hiertoe zou ten westen van het spoortalud een doorgaande fietsverbinding moeten worden ingepast.
Expeditie / bevoorrading
Expeditie vindt plaats via de twee geregelde ontsluitingen aan de Graaf Alardsingel. Via de wijkontsluitingswegen worden alle voorzieningen direct benaderd. De profilering van deze wegen is ruimer dan de andere woonstraten. Bij de voorzieningen wordt bij voorkeur op eigen terrein een noodzakelijke laad en los voorzieningen gerealiseerd. Voorkomen moet worden dat vrachtverkeer achterwaarts de openbare weg op moet rijden en of achterwaarts de laad en los voorziening moet bereiken.
Het parkeerbeleid is opgenomen in de Parkeernota “Kiezen en Delen” parkeren in Nijmegen, parkeernota 2013-2017 (Parkeernota). In een gebied zoals Hof van Holland is parkeren een belangrijk thema. De oplossingen die nu gekozen worden zijn van grote invloed op het leefklimaat, op het toekomstig autogebruik, de toekomstbestendigheid en op de verkoopbaarheid of verhuurbaarheid van woningen en voorzieningen. Omdat parkeren ruimte intensief is maakt het deel uit van de duurzame stedelijke ontwikkeling. Vooraf moet goed in beeld gebracht worden wat de effecten zijn van parkeeroplossingen. Voor bewoners en hun bezoekers. De invloed van geparkeerde auto's op verkeersveiligheid en de kwaliteit van de openbare ruimte meegewogen worden.
In de Nota Parkeernormen en in de beleidsregels wordt helderheid gegeven over het aantal te realiseren parkeerplaatsen bij diverse functies en de werkwijze bij het bepalen van de normen. De omgevingsvergunning wordt getoetst aan de op dat moment geldende parkeernormen conform de dan geldende beleidsregels. Bij het beoordelen van een ontwikkeling kijkt de gemeente of rekening is gehouden met het vereiste aantal parkeerplaatsen. Op deze manier wordt overlast in de omgeving zoveel mogelijk beperkt. De parkeernormering is bepaald aan de hand van de stedelijkheidsgraad. Nijmegen is aangeduid als sterk stedelijk. Conform de gebiedsindeling valt Hof van Holland grotendeels in de categorie 'Centrumgebied' en deels in 'Schil/overloopgebied'. Uitgangspunt is dat parkeren voor bewoners op eigen terrein moet gebeuren. Bezoekersparkeren moet openbaar toegankelijk zijn
Bij nieuwe planontwikkelingen moet rekening worden gehouden met normen voor fietsparkeren. Deze zijn opgenomen in de Herziening Nota Parkeernormen 2016.
In 2011 heeft de gemeente Nijmegen met Prorail BV een overeenkomst afgesloten over het project Knoop Lent.
In het plangebied worden separate fietsenstallingen juridisch mogelijk gemaakt, onder meer ten behoeve van het nabijgelegen NS station Nijmegen Lent. De maximale bouwhoogte van deze stallingen wordt in de planregels op 4 meter bepaald.
Het is ook mogelijk de fietsenstallingen inpandig te realiseren, bijvoorbeeld in de kelder of begane grond van gestapelde bouw.
Trein en HOV
Openbaar vervoer vormt een belangrijk onderdeel in het verkeerssysteem van de Waalsprong. Maatregelen op het gebied van (hoogwaardig) openbaar vervoer leveren een bijdrage aan de beperking van de groei van het autoverkeer. Openbaar vervoer bestaat uit trein, Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en uit stads-en streeklijnen.
Het plangebied is goed ontsloten per hoogwaardig openbaar vervoer (HOV). Dit is een uitwerking van de stedelijke bereikbaarheidsdoelstellingen en de duurzaamheidsdoelen. Hof van Holland ligt op korte afstand van station Lent. Vandaar rijden met hoge frequentie treinen vanuit de Stadsregiorail. De HOV bus over de Graaf Alardsingel, aansluitend op het plangebied zorgt voor een goede verbinding met de rest van de stad en de regio. Op de Graaf Alardsingel zijn twee HOV haltes beschikbaar. Bij de vormgeving van de wegaansluitingen op de Graaf Alardsingel krijgt de vormgeving van de looproutes naar de HOV haltes speciale aandacht. Gezien de acceptabele loopafstanden komt binnen Hof van Holland geen openbaar vervoer lijnvoering of haltes.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Klimaat van het totale bestemmingsplan.
De wijzigingen hebben geen gevolgen voor de paragraaf Gezondheid van het totale bestemmingsplan.
De digital 1e herziening Bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied - 1 (reparatieplan) treedt op een aantal kleine onderdelen in de plaats van het bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied.
Regels
De regels van het vigerende bestemmingsplan Nijmegen Hof van Holland - Centrumgebied zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening met uitzondering van:
wordt vervangen door
artikel 3.1 onder g ter plaatse van de functie-aanduiding "specifieke vorm van centrum- functiemengingsgebied" tevens voor maatschappelijke functies in categorie A, B van de kolom "functiemenging" van de omschrijving "maatschappelijke functies" van de Staat van bedrijvigheid, met dien verstande dat binnen de gronden met aanduiding "overige zone- uitsluiting gevoelige bestemmingen" zeer kwetsbare objecten zijn uitgezonderd;
wordt vervangen door
artikel 3.1 onder g ter plaatse van de functie-aanduiding "specifieke vorm van centrum- functiemengingsgebied" tevens voor maatschappelijke functies in categorie A, B van de kolom "functiemenging" van de omschrijving "maatschappelijke functies" van de de Staat van bedrijvigheid, met dien verstande dat binnen de gronden met aanduiding "overige zone- uitsluiting gevoelige bestemmingen peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, basisscholen niet zijn toegestaan.
Verbeelding
Op de verbeelding is de bouwhoogte verhoogd op enkele plaatsen;
Op de verbeelding is de aanduiding 'specifieke vorm - functiemengingsgebied aangepast.
De gemeente is eigenaar van het gehele gebied met uitzondering van twee percelen.
Het plangebied maakt deel uit van de grondexploitatie Waalsprong, deelplan Hof van Holland, welke door de gemeenteraad van Nijmegen is vastgesteld. Dit heeft tot gevolg, dat de financiële regie via de gemeentelijke grondexploitatie loopt. Voor de twee percelen die thans niet in eigendom van de gemeente zijn, zijn anterieure overeenkomsten afgesloten, waardoor ook voor die gronden van het plangebied kostenverhaal verzekerd is.
De grondexploitatie bevat onder andere kosten voor aankoop van grond, het bouw- en woonrijpmaken en de gemeentelijke plankosten. Dekking van de kosten vindt plaats door verkoop van kavels. Er is sprake van een sluitende deelexploitatie Hof van Holland, dit houdt in, dat alle kosten worden gedekt door de opbrengsten cq voorzieningen.
Derhalve kan gesteld worden dat de bestemmingsplanherziening financieel-economisch uitvoerbaar is. Via de grondprijs en de anterieure overeenkomsten is het kostenverhaal verzekerd en hoeft bij de vaststelling van het bestemmingsplan geen exploitatieplan als bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening te worden vastgesteld.
Voor deze partiële herziening is een vooraankondiging gepubliceerd. De zienswijzenprocedure wordt tevens als inspraak gezien. De partiële herziening heeft gedurende zes weken ter visie gelegen. In deze periode zijn geen zienswijzen ingediend. Wel zijn enkele ambtelijke aanpassingen doorgevoerd.
Er spelen geen rijks-, water dan wel provinciale belangen. Vooroverleg op grond van artikel 3.1.1. Besluit ruimtelijke ordening is niet nodig.