Plan: | Laauwik - 3 (partiële herziening) |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.PH25003-VG01 |
het bestemmingsplan Laauwik - 3 (partiële herziening) met identificatienummer NL.IMRO.0268.PH25003-VG01 van de gemeente Nijmegen.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
De regels behorende bij de bestemmingsplannen Laauwik en het facetplan Archeologie zijn onverminderd van toepassing op de gronden die betrokken zijn bij de onderhavige partiële herziening.
De regels behorende bij de bestemming Woongebied uit het bestemmingsplan Laauwik (NL.IMRO.0268.BP25000-VG01) zijn onverminderd van toepassing voor de onderhavige partiële herziening met uitzondering van artikel 3.3.1. lid c van het bestemmingsplan.
De algemene regels van het moederplan Laauwik blijven van toepassing.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 3.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 3.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 3.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Artikel 3.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van de partiële herziening 'Laauwik - 3 (partiële herziening)'.