Plan: | Nijmegen Bottendaal Galgenveld |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP7000-VG02 |
Het Raamwerk is aan de Provincie, Vitens en het waterschap Rivierenland toegezonden.
De Provincie heeft in dat kader aangegeven dat de vertaling van het 'stand still/step forward'-principe onvoldoende in het Raamwerk is verwoord. Het toepassen van de vermelde milieutechnische maatregelen alleen voldoet niet aan de uitgangspunten van het principe. Het gaat daarbij met name om planologische maatregelen. De in het Raamwerk vermelde milieutechnische maatregelen zijn daar slechts uitvoering van. In dat kader is een nieuwe paragraaf opgesteld die aan de planologische maatregelen invulling geeft.
Als start van de herzieningsprocedure is een inloopavond gehouden waarin burgers, bedrijven en organisaties inhoudelijk konden reageren op de inventarisatie en het Raamwerk. Daarnaast konden wensen ten aanzien van het bestemmingsplan in het algemeen en de gebruiks- en bouwmogelijkheden voor de eigen locatie aangedragen worden. Bij het opstellen van het voorontwerpplan zijn de naar voren gebrachte wensen zoveel mogelijk meegenomen.
Het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft in de periode van 8 november tot en met 4 november 2009 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn (ruim) 200 inspraakreacties ingediend. Een groot deel van deze reacties heeft geleid tot een aanpassing van het bestemmingsplan en plankaarten. Voor de resultaten van de inspraak wordt verwezen naar de inspraaknota d.d. april 2010. Deze inspraaknota, met daarin een overzicht van degenen die een inspraakreactie hebben ingediend, de inhoud van deze inspraakreacties en de beoordeling ervan, maakt deel uit van deze plantoelichting.
Over het voorontwerp van het bestemmingsplan heeft vooroverleg ex artikel 3.1.1. Bro plaatsgevonden met:
Hieronder is de inhoud van de reacties weergegeven en voorzover noodzakelijk, de beantwoording ervan.
VROM-inspectie regio Oost
Inhoud reactie:
Milieukwaliteit en externe veiligheid (nationaal belang 09)
In het bestemmingsplan wordt geen aandacht besteed aan het aspect externe veiligheid. Verzocht wordt om het aspect externe veiligheid in de verdere besluitvorming te verwerken.
Nationaal cultureel erfgoed (nationaal belang 19)
Beschermd Stadsgezicht
Naar de mening van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoef (RCE) voorziet het plan nog niet in voldoende mate in de bescherming van het te beschermen stadsgezicht 19e eeuwse stadsuitleg. Om deze bescherming te bieden dient het plan op de volgende punten te worden aangepast:
Archeologie
De archeologische waarden worden in het bestemmingplan voldoende beschermd. Alleen het onderscheid tussen Waarde 2 en Waarde -3 is niet overal even duidelijk.
Beantwoording reactie:
Externe veiligheid Tekst aanpassen na aanpassing par. 9.4 John/Brandweer.
Voorafgaand aan het voorontwerpbestemmingsplan is er een raamwerk opgesteld.Dit raamwerk bevat een inventarisatie van de bestaande situatie en beschrijft de relevante wet-en regelgeving. Het Raamwerk maakt deel uit van de toelichting (vgl par 1.3, p. 7) Het aspect externe veiligheid is reeds behandeld in het Raamwerk (par.4.8, p.54). Aangezien er in de periode tussen de vaststelling van het Raamwerk en het voorontwerpbestemmingsplan geen wijzigingen zijn geweest in de wet-en regelgeving ten aanzien van externe veiligheid en er zich met betrekking tot dit onderwerp binnen het plangebied ook geen ontwikkelingen hebben voorgedaan, is dit aspect niet opnieuw beschreven in de toelichting op het voorontwerpplan.
Beschermd stadsgezicht
De (concept) Toelichting bij het besluit tot aanwijzing van het beschermd stadsgezicht De 19e eeuwse stadsuitleg gemeente Nijmegen is (als bijlage) in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen. Deze Toelichting geldt tevens als toetsingskader voor de ontheffing van het bouwverbod en de afgifte van een sloopvergunning. Wat moet worden verstaan onder het begrip "onaanvaardbaar geschaad" kan van geval tot geval verschillen en is dan ook lastig te omvatten in een algemene begripsbepaling. De interpretatie van dit begrip zal dan ook, aan de hand van de Toelichting van de RCE als toetsingskader, worden overgelaten aan de commissie Beeldkwaliteit. De rol van de commissie Beeldkwaliteit is beschreven in de planregels.
De bestemmingsomschrijving van de waarde-cultuurhistorie is aangepast. Daarnaast is er een begripsbepaling opgenomen met betrekking tot het beschermd stadsgezicht. Bovendien zijn er begripsbepalingen opgenomen ten aanzien van de begrippen: cultuurhistorische waarden, cultuurhistorisch onderzoek en beschermd stadsbeeld (om het onderscheid met het beschermd stadsgezicht te verduidelijken).
In plaats van de dubbelbestemming Waarde-cultuurhistorie is voor het beschermd stadsgezicht in het ontwerpbestemmingsplan de gebiedsaanduiding Waarde-cultuurhistorie opgenomen: Deze gebiedsaanduiding heeft de volgende voordelen:
De oorspronkelijke bebouwing in de 19e eeuwse stadsuitleg bevat veelal erkers en uitbouwen aan de voorzijde. Deze oorspronkelijke bebouwing is, voor zover deze meer dan 1 bouwlaag beslaat, opgenomen in het bouwvlak.Deze aan-uitbouwen mogen dus altijd worden vervangen en/of vernieuwd, mits de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.
Dit geldt ook voor de beperkte bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak (voor de voorgevelrooilijn). Het bestemmingsplan biedt, binnen de bestemming Tuin, bouwmogelijkheden aan de voorzijde van het gebouw, buiten het bouwvlak en buiten de voorgevelrooilijn. Deze bouwmogelijkheden zijn echter zeer beperkt: het gaat slechts om een aan-uitbouw grenzend aan het hoofdgebouw, van maximaal 1,5m diep met een goothoogte van maximaal de hoogte van de begane grondlaag en een bouwhoogte van maximaal de hoogte van de direct daarboven gelegen bouwlaag. Voor zover de aan-of uitbouw voor de voorgevelrooilijn wordt gerealiseerd geldt een maximale breedte van 60% van de betreffende gevelbreedte (voorgevel) van het hoofdgebouw. Bovendien moet de aan-of uitbouw geheel binnen de betreffende gevelbreedte van het hoofdgebouw worden opgericht. Hoewel de bouwmogelijkheden voor de voorgevelrooilijn dus eigenlijk (zeer) bepekt zijn, worden deze nog verder beperkt door de dubbelbestemming Waarde- Cultuurhistorie. Binnen deze dubbelbestemming geldt immers een bouwverbod dat slechts kan worden opgeheven indien , ter beoordeling van de commissie Beeldkwaliteit, vaststaat dat de cultuurhistorische waarden niet onevenredig worden aangetast.
Voor wat betreft het parkeren is in de bestemming Tuin expliciet opgenomen dat, verhardingen en parkeervoorzieningen niet zijn toegestaan voor zover de gronden zijn aangeduid als Waarde-cultuurhistorie. Bij de overige bestemmingen, bijvoorbeeld Wonen, en Kantoor is parkeren toegestaan als bijbehorende voorziening. Deze bestemmingen lopen echter niet door aan de voorzijde van de panden zodat er geen conflict ontstaat met het beschermde stadsgezicht. Indien de bestemming wel doorloopt aan de voorzijde van de panden, dan is er ter plaatse ook bebouwing gerealiseerd. Het parkeren dient dan te geschieden binnen de veelal aansluitende bestemming Verkeer
Provincie Gelderland Dienst REW
Inhoud reactie:
Archeologie
De opsomming van de specifieke bouwregels Waarde archeologie-2 (paragraaf 18.2.2 punt 4) is niet juist, er wordt verwezen naar de punten b en c. Dit moet zijn 2 en 3.
Voor wat betreft de paragrafen 18.3.2 en 18.4.2 geldt dat archeologisch onderzoek dient te resulteren in een onderzoeksrapport, op basis waarvan het selectiebesluit kan worden genomen. Daarnaast kan een sloopvergunning goed van pas komen bij de bescherming van archeologische waarden.
Overgangsrecht Wro
Als er een concreet verzoek om een bouwvergunning of een vrijstelling van het bestemmingsplan voorligt dat is ingediend voor 1 juli 2008 kan dit advies worden aangemerkt als een advies als bedoeld in artikel 10 Bro 1985 en kan het onderhavige voorontwerp-bestemmingsplan worden aangemerkt als een categorie van gevallen zoals bedoeld in artikel 19 lid 2 Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Voordat op een project op grond van dit plan de vrijstellingenprcedure van artikel 19 lid 2 WRO wordt toegepast, dient ook de VROM-inspectie hierover positief te adviseren.
Beantwoording reactie:
Archeologie
De opsomming in de planregels is aangepast. Voor het bouwen binnen de dubbelbestemming geldt een bouwverbod. Hiervoor kan ontheffing worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad.
In de planregels is een sloopvergunningenstelsel opgenomen.
Overgangsrecht Wro
Er spelen in het plangebied geen verzoeken om vrijstelling/bouwvergunning waarvoor afzonderlijk een artikel 19 lid 2 WRO-procedure gevoerd zou moeten worden.
Eventuele nieuwe ontwikkelingen moeten worden afgehandeld met een bestemmingsplanprocedure conform de (nieuwe) Wet ruimtelijke ordening (Wro).
Waterschap Rivierenland
Inhoud reactie:
Het voorontwerp bestemmingsplan geeft het Waterschap geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Deze reactie is aan te merken als wateradvies in het kader van de watertoetsprocedure. Het plan voldoet aan de eisen en wensen vanuit het beleid van het waterschap.
Stadsregio Arnhem-Nijmegen
Van de Stadsregio is in het kader van het vooroverleg geen reactie ontvangen.