Plan: | Nijmegen Woonpark Oosterhout 2013 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP28000-VG01 |
De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die, in dit geval, voornamelijk ontstaan door een hogedrukaardgasleiding. De kans dat er een zwaar ongeval met deze hogedrukaardgasleiding plaatsvindt, is zeer klein. De effecten van een dergelijk ongeval kunnen echter zeer groot zijn. In het bestemmingsplan voor Woonpark Oosterhout 2013, hoewel in zeer overwegende mate conserverend, moet van deze kans op een zwaar ongeval rekenschap gegeven worden: dit heet de verantwoording van het risico.
Criteria bij de invulling van de verantwoordingsplicht
In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn criteria gegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordingsplicht. De gemeente Nijmegen heeft hiernaast haar eigen beleidsvisie over hoe om te gaan met de verantwoording.
Externe risico's bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013
Met betrekking tot externe risico's kunnen worden onderscheiden:
Ad a. Inrichtingen en activiteiten die gevaar opleveren, bijvoorbeeld inrichtingen vallend onder het Bevi, zijn in de naaste omgeving van het plangebied niet aanwezig.
Ad b. Vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het plangebied ligt op ongeveer:
De bovenstaande vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter.
Ad c. Hogedrukaardgasleidingen
Aan de noordoostzijde wordt het plan doorsneden door twee naast elkaar gelegen hogedrukaardgasleidingen van 48 inch en 66 bar. Het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 ligt voor een groot deel binnen de 100% - 1% letaliteitscontour (invloedsgebied) van 540 meter aan weerszijden van de leidingen.
Plaatsgebonden risico (PR) en Groepsrisico (GR) en cumulatie van de onderscheiden
risico's
De risico's worden voor wat betreft externe veiligheid nog nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsrisico's (GR). Bovendien dient er nog gekeken te worden naar de cumulatie van risico's omdat een groot deel van het plangebied ligt binnnen de risicocontouren van meerdere risicobronnen.
Plaatsgebonden risico (PR)
Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven
Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron.
Het groepsrisico wordt getoetst aan de hand van zogenaamde oriënterende waarden. Van deze oriënterende waarde kan in voorkomende gevallen eventueel worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico.
Cumulatie
Aan het eind van de verantwoording wordt ingegaan op de cumulatie van de risico's omdat binnen het plangebied de meeste risicocontouren elkaar overlappen.
Hieronder worden de onderscheiden risico's voor hogedrukaardgasleiding, de beide spoorlijnen, de rivier de Waal, de autosnelweg A15 en de Prins Mauritssingel verantwoord.
Voor de risicobronnen zijn in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen drie zones vastgesteld waarbinnen bepaalde verantwoordingsniveaus gelden. De zones zijn globaal gebaseerd op de reikwijdte van incidenten met gevaarlijke stoffen. Omdat verschillende risicobronnen verschillende rampscenario's hebben, verschilt ook de zone-indeling per risicobron. De zone-indeling is schematisch weergegeven in onderstaande figuur:
Figuur 3.2: zone-indeling
Zone 1 | Zone 2 | Zone 3 | |
Rijks- en spoorwegen, provinciale- en gemeentelijke wegen |
30 meter (invloedsgebied plasbrand) |
200 meter (aandachtsgebied BLEVE) |
1500 meter (invloedsgebied toxisch) |
Vaarwegen | 25 meter (invloedsgebied planbrand) |
90 meter (invloedsgebied BLEVE) |
1500 meter (invloedsgebied toxisch) |
Aardgastransport- leidingen |
PR 10-6 contour | 100% Letaalgrens | 1% letaalgrens |
LPG tankstations | PR 10-6 contour | 150 meter (invloedsgebied) |
- |
LNG tankstations | PR 10-6 contour | 300 meter (invloedsgebied) |
- |
Overige Bevi-inrichtingen | PR 10-6 contour | PR 10-8 contour | Invloedsgebied |
Algemeen
Door het noordoostelijk deel van het plangebied lopen twee naast elkaar gelegen hogedruk- aardgastransportleidingen (48 inch, 66 bar). Om die reden moet dit bestemmingsplan worden getoetst aan de eisen op het gebied van externe veiligheid. Deze eisen zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Met betrekking tot de verantwoording en de beschrijving van het te verwachten risico's is van de volgende risicoanalyse externe veiligheid (QRA) gebruik gemaakt: Gasunie Groot Oosterhout 2008A-524-KR-033t/m035 en A-533-KR-033t/m035 d.d. 12 mei 2008.
Plaatsgebonden risico (PR)
Uit de hierboven aangehaalde rapportage blijkt dat er geen 10-6 PR risicocontour is te bepalen, deze ligt op de leidingen voor zover te bepalen, omdat het PR hiervoor in feite te laag ligt. Het PR vormt daarom geen beperking voor het bestemmingsplan. Dit PR hoeft dus niet verder te worden beoordeeld.
Groepsrisico (GR)
De hogedrukaardgasleidingen lopen door het plangebied, hiermee ligt tevens een aanzienlijk deel van het Woonpark Oosterhout binnen het invloedsgebied van de leidingen, dat loopt tot 540 meter ter weerszijden van de leidingen.
Verantwoording groepsrisico hogedrukgasleidingen
In de QRA is aangegeven wat het verwachte groepsrisico wordt na realisering van het plan Groot Oosterhout. Dit plan is als zodanig nog in uitvoering, maar voor wat het Woonpark Oosterhout betreft kan opgemerkt worden dat dit nagenoeg volledig gerealiseerd is en het bestemmingsplan daarom in zeer overwegende mate conserverend van aard is. Er zullen zich daarom met betrekking tot de hogedrukaardgasleiding nu en in de toekomst geen wijzigingen van belang meer voordoen. Een substantiële stijging van de aantallen aanwezigen tengevolge van het realiseren van de diverse woningbouwplannen binnen het afwegingsgebied is daarom op zijn minst genomen niet aannemelijk. Er kan daarom nu en in de toekomst rekenkundig niets significants aan het groepsrisico worden toegevoegd.
Uitgangspunten Groepsrisicoverantwoording hogedrukaardgastransportleiding
B. Noodzaak
C. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen
D. Bronmaatregelen
E. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen
F. Zelfredzaamheid
G. Bestrijdbaarheid
Hieronder volgt de puntsgewijze afhandeling van de uitgangspunten GR verantwoording.
B. Noodzaak
C. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen
D. Bronmaatregelen
E. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen
Wettelijk adviseur
In verband met de aanwezigheid van (beperkt)kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van de hogedrukaardgasleidingen en ten gevolge van de verdere realisering van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013, en ondanks dat nu en in de toekomst de oriënterende waarde nergens wordt overschreden en ook niet zal stijgen, maakt een advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), als wettelijk adviseur op de punten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid onderdeel uit van de besluitvorming. Op de onderstaande wegingspunten wordt daarom pas ingegaan na analyse van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid:
F. Zelfredzaamheid
G. Bestrijdbaarheid
Het advies van de Veiligheidsregio luidt als volgt:
“Op 13 augustus 2012 hebben wij van de gemeente Nijmegen een verzoek om advies ontvangen voor het ontwerpbestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013. Dit ontwerpbestemmingsplan beoogt de actualisatie van het vigerende bestemmingsplan Woonpark Oosterhout van 2002, waarbij enkele kleine wijzigingen mogelijk zijn. Het ontwerpbestemmingsplan is echter voornamelijk conserverend van aard.
Door het plangebied lopen twee naast elkaar gelegen hogedruk aardgastransportleidingen (48 inch, 66 bar). Om die reden moet dit bestemmingsplan worden getoetst aan de eisen op het gebied van externe veiligheid. Deze eisen zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). In het Bevb staan twee risicomaten centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor het plaatsgebonden risico gelden grens- en richtwaarden. Voor het groepsrisico is een verantwoordingsplicht van toepassing. Binnen deze verantwoordingsplicht is het bestuur van de veiligheidsregio aangewezen als adviseur over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers.
Via dit schrijven informeren wij u dat wij in dit specifieke geval geen gebruik zullen maken van ons adviesrecht over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid. De reden daarvoor is dat het bestemmingsplan overwegend conserverend van aard is en de actualisatie van dit plan dus geen of nauwelijks veranderingen ten opzichte van de huidige externe veiligheidsrisico's tot gevolg heeft.Dit betekent uiteraard niet dat een mogelijk ongeval met de hogedruk aardgastransportleidingen geen gevolgen kan hebben voor personen in het plangebied. Hoewel de kans op een dergelijk ongeval zeer gering is, kunnen de gevolgen zeer groot zijn (grote aantallen slachtoffers). Een deel van de in het verleden voorziene bebouwing in het plangebied is nog niet gerealiseerd. Gezien de aanzienlijke effecten van een mogelijk ongeval binnen en nabij het plangebied adviseren wij u om voor de gebieden binnen de 100%-letaliteitscontour van de leidingen waar op dit moment nog geen bebouwing staat, maar waarop wel een woonbestemming of kantoorbestemming rust, een andere bestemming te overwegen met een lagere personendichtheid.”
Reactie op het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid
Uit het bovenstaande blijkt dat de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) geen inhoudelijk advies met betrekking tot zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid geeft, gezien de marginale wijzigingen die het bestemmingsplan nog mogelijk maakt. Maar wel een advies verstrekt met betrekking tot een (wat) lagere personendichtheid voor de nog in te vullen restdelen van het bestemmingsplan. Hieronder wordt kort ingegaan op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.
F. Zelfredzaamheid
G. Bestrijdbaarheid en preventie
Ten opzichte van het advies met betrekking tot het realiseren van een (wat) lagere personendichtheid voor de nog in te vullen restdelen van het bestemmingsplan kan opgemerkt worden, dat voor zover het kwetsbare bestemmingen betreft in de noordoosthoek van het plangebied hier al gekozen is voor een wat ruimere invulling, zodat het gemiddelde van 42 pers./ha in dit deel van het plangebied zeker niet zal worden gehaald. Voorts kan worden opgemerkt dat de genoemde 42 pers./ha voor een dergelijk plangebied al als relatief laag kan worden aangemerkt. Met betrekking tot de locatie waar overwegend beperkt kwetsbare objecten, voornamelijk kleine kantoorachtige invullingen zullen komen, zal de personendichtheid gezien de kleinschaligheid van de invulling naar verwachting de gemiddelde personendichtheid ook niet halen.
Met het bovenstaande zal duidelijk zijn dat een specifieke uitvoering conform de aanbeveling van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in wezen al gerealiseerd gaat worden.
Conclusie groepsrisicobeoordeling hogedrukaardgastransportleiding
Het vorenstaande en met inachtneming van de maatregelen als in het bovenstaande opgenomen leidt tot de conclusie dat hier sprake is van een verantwoord groepsrisico.
Het plangebied ligt op ongeveer:
De bovenstaande vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter.
Met betrekking tot de ligging van het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 ten opzichte van de bovenstaande routes gevaarlijke stoffen kan het volgende worden opgemerkt:
Verantwoording groepsrisico vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal en de autosnelweg A15
Inleiding
Het plangebied bevindt zich op grote afstand van de risicobronnen. Op deze afstand is het toxisch scenario maatgevend. Effecten als gevolg van een plasbrand of blève reiken niet tot het plangebied.
Ontwikkeling groepsrisico
Vanwege de grote afstand tot de risicobronnen zal een toename van personendichtheden niet significant doorwerken in de rekenkundige hoogte van het groepsrisico. De beschouwing van het groepsrisico en de verantwoording daarvan is om deze reden volledig kwalitatief uitgevoerd.
Mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico
De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is op deze grote afstand tot een risicobron geen item. Zoals gesteld heeft op deze afstand een toe- of afname van personendichtheid geen invloed op het groepsrisico. Verder is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen is in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000 (10-6). Veiligheidsmaatregelen aan de bron zijn daarom niet realistisch.
De bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval
In geval van een calamiteit zal de brandweer ingezet worden aan de bron ter beperking van de effecten van de calamiteit. Het bestrijdbaarheidsvraagstuk in relatie tot de ontwikkeling op deze grote afstand van de risicobron wordt daarom niet verder beschouwd.
Mogelijkheden tot zelfredzaamheid
Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin de bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters. Nieuwe bouwwerken zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelinginstallaties met één druk op de knop uit te schakelen zijn.
Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert.
Verantwoording groepsrisico vervoer van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel
Inleiding
Het plangebied en de geprojecteerde ontwikkeling bevinden zich binnen het invloedsgebied van een gemeentelijke weg, de Prins Mauritssingel, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg en het daarmee gepaard gaande externe veiligheidsrisico met betrekking tot het vervoer over deze de weg is relatief laag (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Deze weg wordt voornamelijk gebruikt ter bevoorrading van binnen de gemeente gelegen risicovolle inrichtingen. Vervoerde stoffen zijn voornamelijk brandbare vloeistoffen (LF1/2) met een invloedsgebied van 30 meter en een beperkte hoeveelheid brandbaar gas (GF3) met een invloedsgebied van ongeveer 300 meter.
Het groepsrisico
Het groepsrisico van deze weg ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Omdat het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op meer dan 30 meter van de weg ligt, reikt het invloedsgebied van een plasbrand (maatgevend scenario) niet tot het plangebied. De invloed van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op het groepsrisico zal dus nauwelijks tot niet significant zijn. Het lage groepsrisico zal door het bestemmingsplan dus niet of nauwelijks toenemen. De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is van weinig invloed omdat het plangebied buiten het invloedsgebied van een plasbrand ligt (en het vervoer voornamelijk brandbare vloeistoffen betreft). Ook is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000 (10-6). Gezien het beperkt risico van de weg zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet realistisch.
Het plangebied ligt binnen de elkaar gedeeltelijk overlappende risicocontouren van twee evenwijdig verlopende hogedrukaardgasleidingen en vier routes voor gevaarlijke stoffen, de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal, de autosnelweg A15 en de Prins Mauritssingel. De cumulatie van deze vijf risico's wordt hieronder verantwoord. Domino-effecten ontstaan wanneer het falen van de ene risicobron leidt tot het falen van een de ander. Cumulatie van risico's is het optellen van het risico van twee afzonderlijke bronnen. Voor zowel domino-effecten als cumulatie van risico's geldt dat kwantificering lastig, zo niet onmogelijk is. Tevens bestaat er geen landelijk toetsingskader waaraan getoetst kan worden. Afwegen van domino-effecten en cumulatie is onderdeel van groepsrisicoverantwoording. Indien relevant, worden beide aspecten in de verantwoording kwalitatief beschouwd bij de interpretatie van fN-curves. Gelet op de ligging van de aardgasleiding en de overige vier routes voor gevaarlijke stoffen is hier geen sprake van relevantie omdat de afstand van het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 tot aan de vier routes gevaarlijke stoffen zeer groot zijn, en daarom kwantitatief in feite niets aan de cumulatie kunnen toevoegen. Daarom is op deze locatie het toegevoegde risico van domino-effecten evenals die van cumulatie zeer beperkt. Beide aspecten werken daarom niet door in de groepsrisicoverantwoording.
In het vorenstaande zijn de relevante wegingspunten met betrekking tot alle vijf risicobronnen opgevoerd. Doordat het plan in zeer overwegende mate conserverend van aard is, onder meer onderbouwd door het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), blijkt dat er nauwelijks/geen beïnvloeding van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op het groepsrisico sprake is. Het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 is acceptabel vanwege de onderstaande redenen:
Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en achten het groepsrisico, dat ten gevolge van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 stijgt noch daalt, nu en in de de toekomst, aanvaardbaar. Rekening houdend met het bovenstaande kan opgemerkt worden dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013.
Gelet op het gegeven dat er een risico voor wat betreft externe veiligheid bestaat en ondanks het feit dat het advies van de Veiligheidsregio Gelderland–Zuid (VRGZ) in het verleden zoveel als doenlijk is binnen het plangebied is/nog zal worden uitgevoerd, dit echter niet kwantitatief in berekeningen kan worden vervat en dit bovendien niet leidt tot een risico zijnde nul (0), zal er een zogenaamd restrisico overblijven. Dit restrisico wordt door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen expliciet geaccepteerd.
Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de (concept)Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen van april 2012 en de daarin gemaakte keuzes.