direct naar inhoud van 5.5 Externe veiligheid
Plan: Nijmegen Woonpark Oosterhout 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP28000-VG01

5.5 Externe veiligheid

5.5.1 Algemeen

De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die, in dit geval, voornamelijk ontstaan door een hogedrukaardgasleiding. De kans dat er een zwaar ongeval met deze hogedrukaardgasleiding plaatsvindt, is zeer klein. De effecten van een dergelijk ongeval kunnen echter zeer groot zijn. In het bestemmingsplan voor Woonpark Oosterhout 2013, hoewel in zeer overwegende mate conserverend, moet van deze kans op een zwaar ongeval rekenschap gegeven worden: dit heet de verantwoording van het risico.

5.5.2 Algemeen

Criteria bij de invulling van de verantwoordingsplicht

In het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) en de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn criteria gegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordingsplicht. De gemeente Nijmegen heeft hiernaast haar eigen beleidsvisie over hoe om te gaan met de verantwoording.

Externe risico's bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013

Met betrekking tot externe risico's kunnen worden onderscheiden:

  • a. Risico's ten gevolge van inrichtingen en activiteiten die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen.
  • b. Risico's ten gevolge van vervoer van gevaarlijke stoffen.
  • c. Risico's ten gevolge van hogedrukaardgasleidingen

Ad a. Inrichtingen en activiteiten die gevaar opleveren, bijvoorbeeld inrichtingen vallend onder het Bevi, zijn in de naaste omgeving van het plangebied niet aanwezig.

Ad b. Vervoer van gevaarlijke stoffen.
Het plangebied ligt op ongeveer:

  • 590 meter uit het hart van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch;
  • 1375 meter uit het hart van de Betuwespoorlijn;
  • 1050 meter uit de rivier de Waal;
  • 1050 meter uit de A15;
  • 630 meter uit de Prins Mauritssingel

De bovenstaande vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter.

Ad c. Hogedrukaardgasleidingen

Aan de noordoostzijde wordt het plan doorsneden door twee naast elkaar gelegen hogedrukaardgasleidingen van 48 inch en 66 bar. Het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 ligt voor een groot deel binnen de 100% - 1% letaliteitscontour (invloedsgebied) van 540 meter aan weerszijden van de leidingen.

Plaatsgebonden risico (PR) en Groepsrisico (GR) en cumulatie van de onderscheiden risico's
De risico's worden voor wat betreft externe veiligheid nog nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsrisico's (GR). Bovendien dient er nog gekeken te worden naar de cumulatie van risico's omdat een groot deel van het plangebied ligt binnnen de risicocontouren van meerdere risicobronnen.

Plaatsgebonden risico (PR)
Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven

Groepsrisico (GR)
Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron.

Het groepsrisico wordt getoetst aan de hand van zogenaamde oriënterende waarden. Van deze oriënterende waarde kan in voorkomende gevallen eventueel worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico.

Cumulatie

Aan het eind van de verantwoording wordt ingegaan op de cumulatie van de risico's omdat binnen het plangebied de meeste risicocontouren elkaar overlappen.

Hieronder worden de onderscheiden risico's voor hogedrukaardgasleiding, de beide spoorlijnen, de rivier de Waal, de autosnelweg A15 en de Prins Mauritssingel verantwoord.

Voor de risicobronnen zijn in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen drie zones vastgesteld waarbinnen bepaalde verantwoordingsniveaus gelden. De zones zijn globaal gebaseerd op de reikwijdte van incidenten met gevaarlijke stoffen. Omdat verschillende risicobronnen verschillende rampscenario's hebben, verschilt ook de zone-indeling per risicobron. De zone-indeling is schematisch weergegeven in onderstaande figuur:

Figuur 3.2: zone-indeling

  Zone 1   Zone 2   Zone 3  
Rijks- en spoorwegen,
provinciale- en gemeentelijke wegen  
30 meter
(invloedsgebied plasbrand)  
200 meter
(aandachtsgebied BLEVE)  
1500 meter
(invloedsgebied toxisch)  
Vaarwegen   25 meter
(invloedsgebied planbrand)  
90 meter
(invloedsgebied BLEVE)  
1500 meter
(invloedsgebied toxisch)  
Aardgastransport-
leidingen  
PR 10-6 contour   100% Letaalgrens   1% letaalgrens  
LPG tankstations   PR 10-6 contour   150 meter
(invloedsgebied)  
-  
LNG tankstations   PR 10-6 contour   300 meter
(invloedsgebied)  
-  
Overige Bevi-inrichtingen   PR 10-6 contour   PR 10-8 contour   Invloedsgebied
 

5.5.3 De hogedrukaardgasleiding

Algemeen
Door het noordoostelijk deel van het plangebied lopen twee naast elkaar gelegen hogedruk- aardgastransportleidingen (48 inch, 66 bar). Om die reden moet dit bestemmingsplan worden getoetst aan de eisen op het gebied van externe veiligheid. Deze eisen zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Met betrekking tot de verantwoording en de beschrijving van het te verwachten risico's is van de volgende risicoanalyse externe veiligheid (QRA) gebruik gemaakt: Gasunie Groot Oosterhout 2008A-524-KR-033t/m035 en A-533-KR-033t/m035 d.d. 12 mei 2008.

Plaatsgebonden risico (PR)
Uit de hierboven aangehaalde rapportage blijkt dat er geen 10-6 PR risicocontour is te bepalen, deze ligt op de leidingen voor zover te bepalen, omdat het PR hiervoor in feite te laag ligt. Het PR vormt daarom geen beperking voor het bestemmingsplan. Dit PR hoeft dus niet verder te worden beoordeeld.

Groepsrisico (GR)
De hogedrukaardgasleidingen lopen door het plangebied, hiermee ligt tevens een aanzienlijk deel van het Woonpark Oosterhout binnen het invloedsgebied van de leidingen, dat loopt tot 540 meter ter weerszijden van de leidingen.

Verantwoording groepsrisico hogedrukgasleidingen

In de QRA is aangegeven wat het verwachte groepsrisico wordt na realisering van het plan Groot Oosterhout. Dit plan is als zodanig nog in uitvoering, maar voor wat het Woonpark Oosterhout betreft kan opgemerkt worden dat dit nagenoeg volledig gerealiseerd is en het bestemmingsplan daarom in zeer overwegende mate conserverend van aard is. Er zullen zich daarom met betrekking tot de hogedrukaardgasleiding nu en in de toekomst geen wijzigingen van belang meer voordoen. Een substantiële stijging van de aantallen aanwezigen tengevolge van het realiseren van de diverse woningbouwplannen binnen het afwegingsgebied is daarom op zijn minst genomen niet aannemelijk. Er kan daarom nu en in de toekomst rekenkundig niets significants aan het groepsrisico worden toegevoegd.

Uitgangspunten Groepsrisicoverantwoording hogedrukaardgastransportleiding

  • A. Algemene beschouwing
  • Beschouwen van personendichtheid binnen invloedsgebied;
  • De hoogte van het huidige en toekomstige groepsrisico en de ligging daarvan ten opzichte van de oriëntatie waarde;
  • De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst;
  • De aanwezigheid van beperkt zelfredzame groepen.

B. Noodzaak

  • Noodzaak van de ontwikkeling op deze risicovolle locatie moet worden aangetoond;
  • Voor- en nadelen van veiliger alternatieven worden inzichtelijk gemaakt.

C. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen

  • Mogelijkheid beperking ontwikkeling beschouwen;
  • Mogelijkheden om afstand tot risicobron vergroten beschouwen;
  • Beschouwen oriëntatie van de bebouwing ten opzichte van risicobron;
  • Minimaal twee van de risicobron afgerichte externe vluchtwegen.

D. Bronmaatregelen

  • Beschouwen mogelijke veiligheidsmaatregelen aan de bron.

E. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen

  • Beschouwen mogelijkheden bouwtechnische veiligheidsmaatregelen;
  • Beschouwen mogelijkheden intern ontruimingsplan afstemmen op externe veiligheid;
  • Beschouwen interne vluchtwegen en ten opzichte van de risicobron;
  • Beschouwen mogelijkheden ter verbetering van alarmering;
  • Beschouwen mogelijkheden ter verbetering van alarmering;
  • Beschouwen mogelijkheden tot centraal afsluitbaar ventilatiesysteem.

F. Zelfredzaamheid

  • Advies van veiligheidsregio met betrekking tot zelfredzaamheid inwinnen en beoordelen.

G. Bestrijdbaarheid

  • Advies van veiligheidsregio met betrekking tot bestrijdbaarheid inwinnen en beoordelen.

Hieronder volgt de puntsgewijze afhandeling van de uitgangspunten GR verantwoording.

  • A. Algemene beschouwing
  • Met betrekking tot de personendichtheid binnen het invloedsgebied van de hogedrukaardgasleiding gelegen plandelenkan opgemerkt worden dat deze gezien het conserverende karakter van het bestemmingsplan niet zal wijzigen en nu en in de toekomst stabiel zal blijven op rond de 42 pers./ha.
  • Het groepsrisico als bepaald voor 2008 bedraagt ten hoogste 0,56 x de oriënterende waarde. Deze waarde is al inclusief de realisatie van de planvorming zoals deze in 2012 grotendeels is gerealiseerd. Nieuwe elementen zijn hieraan slechts in een dergelijk marginale wijze toegevoegd, dat hieruit geen significante wijzigingen van het groepsrisico kunnen voortkomen. Ook in de toekomst zijn op basis van dit bestemmingsplan significante wijzigingen niet mogelijk.
  • Met betrekking tot de te nemen maatregelen zijn vooral die voortvloeiende uit het beheer van de leiding en het op een juiste manier handhaven van de zakelijk rechtstrook van 5 meter ter weerszijden van de leidingen van belang. Hier zijn vooral regelingen als de grondroerdersregeling van belang. Het falen van hogedrukaardgasleidingen wordt in overwegende mate door beschadigingen door derden veroorzaakt. Opgemerkt dient wel te worden dat een juist beheer van de leidingen echter niet behoort tot de competentie van de gemeente Nijmegen maar tot die van de Gasunie.
  • De invulling van het bouwplan omvat binnen het invloedsgebied in zeer overwegende mate kwetsbare bestemmingen, voornamelijk bestaande uit normale gezinswoningen. Woningen/verblijfsruimten voor beperkt zelfredzame personen welke worden aangemerkt als zeer kwetsbare objecten zijn slechts in zeer beperkte mate binnen het plangebied aanwezig. Het betreft hier in het bijzonder het wijkcentrum De Klif, dat echter op tenminste 400 meter van de hogedrukaardgasleiding is gelegen.

B. Noodzaak

  • Het plan beoogt de actualisatie van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2002. Een verdere noodzaak voor dit bestemmingsplan is niet aan te geven omdat het een conserverend karakter heeft.
  • Vanuit ruimtelijk oogpunt zijn in verband met het bovenstaande dan ook geen alternatieven meer mogelijk omdat het plan al nagenoeg is gerealiseerd. In het verlengde daarvan kan een andere invulling dan ook niet aan de orde zijn.

C. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen

  • De hogedrukaardgasleiding loopt over een afstand van ongeveer 300 meter door het bestemmingsplangebied. Aangezien het plan thans grotendeels gerealiseerd is zijn ruimtelijke maatregelen in het kader van dit conserverende bestemmingsplan niet meer te treffen.
  • Mogelijkheden om de afstanden van de bebouwing tot de hogedrukaardgasleiding te vergroten zijn niet aanwezig aangezien het plan al grotendeels is gerealiseerd.
  • Met betrekking tot de oriëntatie van de bebouwing tot de hogedrukaardgasleidingen kan opgemerkt wordt dat de afstand tot kwetsbare bestemmingen tenminste 50 meter bedraagt (woningen) en tot beperkt kwetsbare objecten (kleine kantoren etc.) tenminste 20 meter. Overdrachtsbeperkende maatregelen zijn binnen het overdrachtsgebied ten behoeve van het plangebied niet te treffen.
  • Er zijn met betrekking tot de kwetsbare bestemmingen alswel de beperkt kwetsbare bestemmingen meerdere van elkaar onafhankelijke ontvluchtingsmogelijkheden van de hogedrukaardgasleidingen af aanwezig.

D. Bronmaatregelen

  • Met betrekking tot de mogelijke bronmaatregelen wordt opgemerkt dat het beheer en alles wat daartoe behoort niet tot de competenties van de gemeente Nijmegen behoort. Zij kan hierop nauwelijks invloed uitoefenen. Wel kan de kans op een calamiteit beperkt worden door het in acht nemen van onder meer het volgende. In de strook van vijf meter ter weerszijden van de hoge druk aardgastransportleidingen dienen alle handelingen achterwege te blijven die een veilig en bedrijfszeker gastransport in gevaar kunnen brengen. Hierbij valt te denken aan het aanbrengen van diepwortelende beplanting en/of bomen, het indrijven van voorwerpen in de grond, het wijzigen van maaiveldniveau door ontgronding of ophoging, het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal spit- en ploegwerk, het permanent opslaan van goederen, het oprichten van enig bouwwerk, zware transporten over de gastransportleiding heen zonder toepassing van een ontlastende constructie van bijvoorbeeld draglineschotten.

E. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen

  • Het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 is hoofdzakelijk gerealiseerd, zeker wat betreft de meest nabijgelegen kwetsbare bestemmingen (woningen) naast de hogedrukaardgasleidingen. Aan de gerealiseerde (beperkt)kwetsbare bestemmingen zijn nauwelijks nog nadere voorzieningen te treffen. Nadere bouwtechnische voorzieningen zijn niet/nauwelijks af te dwingen.
  • Met betrekking tot de interne vluchtwegen in de in de omgeving gelegen bebouwing wordt opgemerkt dat deze alle beschikken over één of meerdere vluchtroute(s) van de risicobronnen af. Gezien de aard van de bebouwing, voornamelijk eengezinswoningen, zijn interne ontruimingsplannen niet als een nuttige toevoeging ter verhoging van de veiligheid aan te merken. Waar dit binnen het plangebied en binnen de invloedssfeer van de hogedrukaardgasleidingen wel aan de orde zou zijn, valt het nut met betrekking tot de relatief grote afstand tot de hogedrukaardgasleidingen te betwijfelen.
  • Actieve risicocommunicatie levert naar verwachting een positieve bijdrage aan het maken van een juiste gevaarinschatting door burgers die verblijven in de directe omgeving van de hogedrukaardgasleidingen (en dus ook binnen dit bestemmingsplangebied). Een juiste gevaarinschatting draagt bij aan de zelfredzaamheid van personen. Met betrekking tot het bestemmingsplan dat (gedeeltelijk) binnen het invloedsgebied van 540 meter vanaf de gasleidingen is/nog wordt gerealiseerd, zal specifieke voorlichting worden verstrekt over de risico's van een calamiteit met betrekking tot de hogedrukaardgasleidingen en hen te (laten) informeren over hoe te handelen in geval van een incident met de hogedrukaardgasleiding. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) is daartoe in samenwerking met alle regiogemeenten een risicocommunicatiecampagne gestart. Onder de naam “Gelderland-Zuid denkt vooruit” zijn er diverse tools ontwikkeld om de inwoners te informeren over de mogelijke risico's en zijn er voor de twee belangrijkste handelingsperspectieven, te weten vluchten en schuilen, instructiekaarten aangemaakt. Burgers ontvangen standaard een folder als zij zich inschrijven bij de burgerlijke stand. Verder zal in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd worden door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding.
  • Het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 ligt voor wat betreft de hogedrukaardgasleidingen niet binnen het invloedsgebied van een toxisch scenario, een centraal afsluitbaar ventilatiesysteem levert daarom vanuit de veiligheidsproblematiek van de hogedrukaardgasleidingen geen nuttige bijdrage aan de veiligheid van de betrokken verblijvenden/aanwezigen.

 

Wettelijk adviseur

In verband met de aanwezigheid van (beperkt)kwetsbare bestemmingen binnen het invloedsgebied van de hogedrukaardgasleidingen en ten gevolge van de verdere realisering van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013, en ondanks dat nu en in de toekomst de oriënterende waarde nergens wordt overschreden en ook niet zal stijgen, maakt een advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), als wettelijk adviseur op de punten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid onderdeel uit van de besluitvorming. Op de onderstaande wegingspunten wordt daarom pas ingegaan na analyse van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid:

F. Zelfredzaamheid

G. Bestrijdbaarheid

Het advies van de Veiligheidsregio luidt als volgt:

“Op 13 augustus 2012 hebben wij van de gemeente Nijmegen een verzoek om advies ontvangen voor het ontwerpbestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013. Dit ontwerpbestemmingsplan beoogt de actualisatie van het vigerende bestemmingsplan Woonpark Oosterhout van 2002, waarbij enkele kleine wijzigingen mogelijk zijn. Het ontwerpbestemmingsplan is echter voornamelijk conserverend van aard.

Door het plangebied lopen twee naast elkaar gelegen hogedruk aardgastransportleidingen (48 inch, 66 bar). Om die reden moet dit bestemmingsplan worden getoetst aan de eisen op het gebied van externe veiligheid. Deze eisen zijn vastgelegd in het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). In het Bevb staan twee risicomaten centraal: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Voor het plaatsgebonden risico gelden grens- en richtwaarden. Voor het groepsrisico is een verantwoordingsplicht van toepassing. Binnen deze verantwoordingsplicht is het bestuur van de veiligheidsregio aangewezen als adviseur over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers.

Via dit schrijven informeren wij u dat wij in dit specifieke geval geen gebruik zullen maken van ons adviesrecht over de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en zelfredzaamheid. De reden daarvoor is dat het bestemmingsplan overwegend conserverend van aard is en de actualisatie van dit plan dus geen of nauwelijks veranderingen ten opzichte van de huidige externe veiligheidsrisico's tot gevolg heeft.Dit betekent uiteraard niet dat een mogelijk ongeval met de hogedruk aardgastransportleidingen geen gevolgen kan hebben voor personen in het plangebied. Hoewel de kans op een dergelijk ongeval zeer gering is, kunnen de gevolgen zeer groot zijn (grote aantallen slachtoffers). Een deel van de in het verleden voorziene bebouwing in het plangebied is nog niet gerealiseerd. Gezien de aanzienlijke effecten van een mogelijk ongeval binnen en nabij het plangebied adviseren wij u om voor de gebieden binnen de 100%-letaliteitscontour van de leidingen waar op dit moment nog geen bebouwing staat, maar waarop wel een woonbestemming of kantoorbestemming rust, een andere bestemming te overwegen met een lagere personendichtheid.”

Reactie op het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

Uit het bovenstaande blijkt dat de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) geen inhoudelijk advies met betrekking tot zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid geeft, gezien de marginale wijzigingen die het bestemmingsplan nog mogelijk maakt. Maar wel een advies verstrekt met betrekking tot een (wat) lagere personendichtheid voor de nog in te vullen restdelen van het bestemmingsplan. Hieronder wordt kort ingegaan op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid.

F. Zelfredzaamheid

  • In de naaste omgeving van de gasleiding zijn geen verblijfsvoorzieningen gesitueerd voor beperkt zelfredzamen. De invulling van het bestemmingsplan is tot ruim 400 meter uit de gasleiding gekenmerkt door kwetsbare objecten in vorm van voornamelijk normale gezinswoningen. In het verlengde daarvan kan worden gesteld dat de zelfredzaamheid van de aanwezigen/ verblijvenden als voldoende kan worden aangemerkt.
  • Zoals boven al eerder is opgemerkt, zijn de ontvluchtingsmogelijkheden van een calamiteit van de hogedrukaardgasleiding af in voldoende mate aanwezig binnen het plangebied.
  • Toch dienen de mogelijkheden tot zelfredding verder geoptimaliseerd te worden. De verwachting is namelijk dat burgers niet voor alle maatscenario's in staat zijn een juiste inschatting te maken van het gevaar. Daartoe zal specifieke voorlichting worden verstrekt over de risico's van een calamiteit met betrekking tot de hogedrukaardgasleidingen en hen te (laten) informeren over hoe te handelen in geval van een incident met de hogedrukaardgasleiding

G. Bestrijdbaarheid en preventie

  • De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) heeft er in voorgaand advies met betrekking tot de hogedrukaardgasleidingen op gewezen dat de rampenbestrijding- en hulpverleningscapaciteit tekort schieten bij het berekende rampscenario. Dit scenario gaat uit van een externe beschadiging van de gasleiding met als gevolg een breuk en het ontstaan van een fakkelbrand. Ter reductie van de kans op dit scenario wordt een aantal maatregelen voorgesteld. Hieronder worden deze adviezen, als ter zake doend, weergegeven voor zover van belang en realiseerbaar binnen het plan Woonpark Oosterhout 2013.
  • 1. Het aanbrengen van een waarschuwingslint boven de hogedrukaardgasleiding.
  • 2. Het vergroten van de dekking op de leiding om graafschade te voorkomen.
  • 3. Het aanbrengen van bovengrondse waarschuwingsborden evenals het aangeven van het tracé van de hogedrukaardgasleidingen in het veld.
  • 4. De bluswatervoorziening en bereikbaarheid binnen het plangebied laten voldoen aan de notitie “Randvoorwaarden en richtlijnen bluswater en bereikbaarheid van Brandweer Nijmegen”.

Ten opzichte van het advies met betrekking tot het realiseren van een (wat) lagere personendichtheid voor de nog in te vullen restdelen van het bestemmingsplan kan opgemerkt worden, dat voor zover het kwetsbare bestemmingen betreft in de noordoosthoek van het plangebied hier al gekozen is voor een wat ruimere invulling, zodat het gemiddelde van 42 pers./ha in dit deel van het plangebied zeker niet zal worden gehaald. Voorts kan worden opgemerkt dat de genoemde 42 pers./ha voor een dergelijk plangebied al als relatief laag kan worden aangemerkt. Met betrekking tot de locatie waar overwegend beperkt kwetsbare objecten, voornamelijk kleine kantoorachtige invullingen zullen komen, zal de personendichtheid gezien de kleinschaligheid van de invulling naar verwachting de gemiddelde personendichtheid ook niet halen.

Met het bovenstaande zal duidelijk zijn dat een specifieke uitvoering conform de aanbeveling van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in wezen al gerealiseerd gaat worden.


Conclusie groepsrisicobeoordeling hogedrukaardgastransportleiding

Het vorenstaande en met inachtneming van de maatregelen als in het bovenstaande opgenomen leidt tot de conclusie dat hier sprake is van een verantwoord groepsrisico.

5.5.4 Verantwoording vervoer van gevaarlijke stoffen

Het plangebied ligt op ongeveer:

  • 590 meter uit het hart van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch;
  • 1375 meter uit het hart van de Betuwespoorlijn;
  • 1050 meter uit de rivier de Waal;
  • 1050 meter uit de autosnelweg A15;
  • 630 meter uit de Prins Mauritssingel

De bovenstaande vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter.

Met betrekking tot de ligging van het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 ten opzichte van de bovenstaande routes gevaarlijke stoffen kan het volgende worden opgemerkt:

  • voor alle routes geldt dat het bestemmingsplangebied ligt in zone 3;
  • met betrekking tot de spoorlijn Arnhem - Nijmegen -'s-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal en de autosnelweg A15 wordt daarom alleen nog rekening gehouden met de effecten van een toxische gaswolk. In dit gebied kan bescherming worden geboden door ramen en deuren te sluiten en een eventuele mechanische ventilatie uit te zetten. Voor deze objecten geldt verantwoordingsniveau 3A als aangegeven in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen.
  • met betrekking tot de Prins Mauritssingel, een gemeentelijke route gevaarlijke stoffen, kan opgemerkt worden dat omdat het vervoer van gevaarlijke stoffen over gemeentelijke wegen laag is. Hier kan worden volstaan met verantwoordingsniveau 3B als aangegeven in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen.
  • Ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen is voor de vier hierboven aangegeven vervoersassen geen 10-6 plaatsgebonden risicocontour (PR) te bepalen, het plaatsgebonden risico ten gevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen ligt daarvoor niet hoog genoeg. Het plaatsgebonden risico (PR) is daarom niet relevant voor de planontwikkeling. Op het plaatsgebonden risico (PR) van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal:, de autosnelweg A15 en de Prins Mauritssingel wordt in deze verantwoording dan ook niet verder ingegaan.

Verantwoording groepsrisico vervoer van gevaarlijke stoffen over de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal en de autosnelweg A15

Inleiding

Het plangebied bevindt zich op grote afstand van de risicobronnen. Op deze afstand is het toxisch scenario maatgevend. Effecten als gevolg van een plasbrand of blève reiken niet tot het plangebied.

Ontwikkeling groepsrisico

Vanwege de grote afstand tot de risicobronnen zal een toename van personendichtheden niet significant doorwerken in de rekenkundige hoogte van het groepsrisico. De beschouwing van het groepsrisico en de verantwoording daarvan is om deze reden volledig kwalitatief uitgevoerd.

Mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico

De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is op deze grote afstand tot een risicobron geen item. Zoals gesteld heeft op deze afstand een toe- of afname van personendichtheid geen invloed op het groepsrisico. Verder is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen is in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000 (10-6). Veiligheidsmaatregelen aan de bron zijn daarom niet realistisch.

De bestrijdbaarheid van de omvang van een ramp of zwaar ongeval

In geval van een calamiteit zal de brandweer ingezet worden aan de bron ter beperking van de effecten van de calamiteit. Het bestrijdbaarheidsvraagstuk in relatie tot de ontwikkeling op deze grote afstand van de risicobron wordt daarom niet verder beschouwd.

Mogelijkheden tot zelfredzaamheid

Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin de bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters. Nieuwe bouwwerken zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelinginstallaties met één druk op de knop uit te schakelen zijn.

Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert.

Verantwoording groepsrisico vervoer van gevaarlijke stoffen over de Prins Mauritssingel

Inleiding

Het plangebied en de geprojecteerde ontwikkeling bevinden zich binnen het invloedsgebied van een gemeentelijke weg, de Prins Mauritssingel, waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over deze weg en het daarmee gepaard gaande externe veiligheidsrisico met betrekking tot het vervoer over deze de weg is relatief laag (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Deze weg wordt voornamelijk gebruikt ter bevoorrading van binnen de gemeente gelegen risicovolle inrichtingen. Vervoerde stoffen zijn voornamelijk brandbare vloeistoffen (LF1/2) met een invloedsgebied van 30 meter en een beperkte hoeveelheid brandbaar gas (GF3) met een invloedsgebied van ongeveer 300 meter.

Het groepsrisico

Het groepsrisico van deze weg ligt ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Omdat het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op meer dan 30 meter van de weg ligt, reikt het invloedsgebied van een plasbrand (maatgevend scenario) niet tot het plangebied. De invloed van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op het groepsrisico zal dus nauwelijks tot niet significant zijn. Het lage groepsrisico zal door het bestemmingsplan dus niet of nauwelijks toenemen. De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is van weinig invloed omdat het plangebied buiten het invloedsgebied van een plasbrand ligt (en het vervoer voornamelijk brandbare vloeistoffen betreft). Ook is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen in deze gebieden vele malen kleiner dan 1/1.000.000 (10-6). Gezien het beperkt risico van de weg zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet realistisch.

5.5.5 Verantwoording cumulatie groepsrisico's

Het plangebied ligt binnen de elkaar gedeeltelijk overlappende risicocontouren van twee evenwijdig verlopende hogedrukaardgasleidingen en vier routes voor gevaarlijke stoffen, de spoorlijn Arnhem - Nijmegen - 's-Hertogenbosch, de Betuwespoorlijn, de rivier de Waal, de autosnelweg A15 en de Prins Mauritssingel. De cumulatie van deze vijf risico's wordt hieronder verantwoord. Domino-effecten ontstaan wanneer het falen van de ene risicobron leidt tot het falen van een de ander. Cumulatie van risico's is het optellen van het risico van twee afzonderlijke bronnen. Voor zowel domino-effecten als cumulatie van risico's geldt dat kwantificering lastig, zo niet onmogelijk is. Tevens bestaat er geen landelijk toetsingskader waaraan getoetst kan worden. Afwegen van domino-effecten en cumulatie is onderdeel van groepsrisicoverantwoording. Indien relevant, worden beide aspecten in de verantwoording kwalitatief beschouwd bij de interpretatie van fN-curves. Gelet op de ligging van de aardgasleiding en de overige vier routes voor gevaarlijke stoffen is hier geen sprake van relevantie omdat de afstand van het bestemmingsplangebied Woonpark Oosterhout 2013 tot aan de vier routes gevaarlijke stoffen zeer groot zijn, en daarom kwantitatief in feite niets aan de cumulatie kunnen toevoegen. Daarom is op deze locatie het toegevoegde risico van domino-effecten evenals die van cumulatie zeer beperkt. Beide aspecten werken daarom niet door in de groepsrisicoverantwoording.

5.5.6 Conclusie

In het vorenstaande zijn de relevante wegingspunten met betrekking tot alle vijf risicobronnen opgevoerd. Doordat het plan in zeer overwegende mate conserverend van aard is, onder meer onderbouwd door het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), blijkt dat er nauwelijks/geen beïnvloeding van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 op het groepsrisico sprake is. Het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 is acceptabel vanwege de onderstaande redenen:

  • 1. Het plan heeft geen verhogende invloed op het groepsrisico.
  • 2. Het plangebied ligt als geheel weliswaar grotendeels binnen het invloedsgebied van twee evenwijdige hogedrukaardgasleidingen en een viertal routes gevaarlijke stoffen, echter alleen de aardgasleidingen zijn relevant met betrekking tot het groepsrisico en dit groepsrisico blijft ruim onder de oriënterende waarde.
  • 3. Het bestemmingsplan kent geen specifieke bestemmingen voor beperkt zelfredzame
    personen, en waar deze eventueel groepsgewijs aanwezig kunnen zijn bevinden zij zich op tenminste 400 meter afstand van de hogedrukaardgasleiding.

Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en achten het groepsrisico, dat ten gevolge van het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013 stijgt noch daalt, nu en in de de toekomst, aanvaardbaar. Rekening houdend met het bovenstaande kan opgemerkt worden dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor het bestemmingsplan Woonpark Oosterhout 2013.

Gelet op het gegeven dat er een risico voor wat betreft externe veiligheid bestaat en ondanks het feit dat het advies van de Veiligheidsregio Gelderland–Zuid (VRGZ) in het verleden zoveel als doenlijk is binnen het plangebied is/nog zal worden uitgevoerd, dit echter niet kwantitatief in berekeningen kan worden vervat en dit bovendien niet leidt tot een risico zijnde nul (0), zal er een zogenaamd restrisico overblijven. Dit restrisico wordt door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen expliciet geaccepteerd.

Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de (concept)Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen van april 2012 en de daarin gemaakte keuzes.