direct naar inhoud van Hoofdstuk 5 Juridische opzet en bestemmingen
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

Hoofdstuk 5 Juridische opzet en bestemmingen

De regels van dit bestemmingsplan zijn conform de SVBP 2008 die mede met het oog op de nieuwe Wro een uniformering van planregels beoogt. Het bestemmingsplan is daarom geschikt om volledig gedigitaliseerd te worden. Volledige digitalisering is op het moment van definitieve besluitvorming nog niet verplicht, omdat de invoeringstermijn daarvan een tweede maal is uitgesteld (was 01-07-2009). Hieronder zijn, bij wijze van voorbeeld, twee kaarten opgenomen waarop één digitale “laag” van de plankaart/verbeelding is te zien.

De aanpassing aan de wetgeving zorgt voor een aantal wijzigingen ten opzichte van het voorontwerpbestemmingsplan.

Plankaart en voorschriften archeologie

Op de plankaart moeten terreinen met een archeologisch belang expliciet worden aangegeven. Dit kan via de aanduidingen 'Archeologisch onderzoeksgebied' respectievelijk 'Archeologisch waardevol terrein' op de plankaart op te nemen, binnen een dubbelbestemming Waarde. De hiervoor opgenomen “Archeologische waardenkaart” is daarvoor de basis. De aanduidingen sec hebben geen juridisch bindende status. Deze ontstaat door in de Algemene bepalingen een specifiek voorschrift met een verwijzing naar de plankaartaanduidingen op te nemen. Vervolgens wordt in dat voorschrift aangegeven tot welke gebruiksbeperkingen deze aanduidingen leiden. In de doeleindenomschrijving bij de verschillende bestemming(en) moet worden verwezen naar de aanduiding en worden verwoord dat realisering van de bestemming slechts kan plaatsvinden als is voldaan aan het bepaalde in artikel xx of yy. De keuze voor 'aanduiding' bij de weergave van archeologie op de plankaart en in de voorschriften is in lijn met de landelijke richtlijnen voor digitale uitwisselbare ruimtelijke plannen (BRBP 2006 en SVBP 2008).

Tot op heden werden zones met een middelhoge en hoge archeologische verwachting doorgaans niet op de bestemmingsplankaart aangegeven. Uit de Memorie van Toelichting bij de Wet op de archeologische monumentenzorg (29.259-3) blijkt dat de wetgever het opnemen van verwachtingsgebieden expliciet toelaat. Ook de Raad van State heeft het belang van het belang hiervan recentelijk nog in de zaken Coevorden (200507106/1) en Tiel (200509593/1) onderstreept. In de Toelichting bij het bestemmingsplan moet helder worden uiteengezet of het om bekende of verwachte archeologische waarden gaat en moet verder worden ingegaan op (eerder) uitgevoerd onderzoek, de motivatie bij te behouden archeologische waarden en de inpassing daarvan in het (stedenbouwkundig) plan. In onderstaande standaardvoorschriften zijn deze verwachtingszones vertaald in de aanduiding 'Archeologisch onderzoeksgebied'.

Voor de archeologische bescherming is in de bestemming Waarde-archeologie (dubbelbestemming) een specifieke beschermende regeling opgenomen. In het plangebied komen alle categorieën voor. Voor een beeld van de digitale laag is hieronder een themakaart voor de archeologische aanduidingen opgenomen, met excuses voor de “gedraaide”versie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP24000-OH01_0013.png"

Kaartbeeld overig

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP24000-OH01_0014.png"

Bovenstaande kaart toont digitale laag van de begrenzingen van aanduidingen (in dit geval de zoekgebieden voor nieuwbouw en bijbehorende ontwikkelingen) zoals die op de plankaart opgenomen kunnen worden. Op de analoge plankaart zijn de begrenzingen van aanduidingen soms lastig te zien.

De actualisatie en digitalisatie van de bestemmingsplannen maakt het noodzakelijk voor de opzet en invulling van het bestemmingsplan over een standaardopzet en –invulling te kunnen beschikken. Op 1 juli 2008 is de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening in werking getreden en hierin wordt verplicht om per 1 juli 2009 alle bestemmingsplannen digitaal en uitwisselbaar te maken (DURP).

De vorige Wet op de Ruimtelijke Ordening bevatte geen bepalingen over de opbouw en de verbeelding van bestemmingsplannen. Hierdoor zijn veel verschillende bestemmingsplannen ontstaan en deze waren moeilijk vergelijkbaar. Hierdoor ontbrak het aan duidelijkheid voor de gebruiker van het bestemmingsplan. Het gaat bij bestemmingsplannen om de belangen van burgers en bedrijven. Zij dienen zich snel en op eenvoudige wijze een juist beeld te kunnen vormen van de planologische mogelijkheden en beperkingen op één of meer locatie(s). Daarnaast is de vergelijkbaarheid van ruimtelijke plannen van groot belang voor degenen die deze plannen in grotere samenhang wensen te bezien.

De Standaard Vergelijkbare Bestemmings Plannen (hierna SVBP2008) maakt het mogelijk om bestemmingsplannen te maken die op vergelijkbare wijze zijn opgebouwd en op dezelfde manier worden verbeeld. Vergelijkbare bestemmingsplannen leiden tot een betere dienstverlening en tot een effectievere en efficiëntere overheid.

De bestemmingen

De belangrijkste voor dit bestemmingsplan relevante wijzigingen die door de gewijzigde regels zijn veroorzaakt, zijn het vervallen van de bestemming Recreatie en het verplichte gebruik van de bestemming Gemengd indien sprake is van twee of meer gelijkwaardige hoofdfuncties. Deze wijzigingen leiden tot het opnemen van twee gemengde bestemmingen op de kaart; voor het landgoed Oosterhout en voor het leisurepark.

Voor het wonen is een indeling gemaakt in bestaande woningen (Wonen) en nieuwe woningen (Woongebied). Alleen de nieuwe woning aan de Griftdijk heeft de bestemming Wonen gekregen omdat het om één kavel gaat.

Voor de geprojecteerde groen- en natuurwaarden is hoofdzakelijk de bestemming Groen opgenomen. Dit omdat voor de bestemming Natuur in het algemeen weinig of geen inrichting plaatsvindt.

Ten behoeve van de waterberging en de zandwinning is gebruik gemaakt van de dubbelbestemming Waterstaat. De zandwinning is middels een aanduiding daarbinnen mogelijk gemaakt. De aanduiding Zandwinning is ook van toepassing verklaard binnen aangrenzende bestemmingen waar mogelijk zandwinning zal plaatsvinden en/of de mogelijkheid van gebruik als werkgebied noodzakelijk is.

Het verplichte stelsel aan dubbelbestemmingen heeft ook geleid tot dubbelbestemmingen voor kabels- en leidingen.

Voor de wijzigingsmogelijkheid ten behoeve van de waterwoningen is gebruik gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid.

Ook aanduidingen kennen inmiddels een verplicht stelsel dat is toegepast. De indicatieve routes die in het voorontwerpbestemmingsplan waren aangegeven zijn vervangen door de aanduiding “ontsluiting” op de punten waar het plangebied of bestemmingen worden ontsloten. Aanduidingen op de verbeelding/plankaart zijn alleen mogelijk als deze ook een rol spelen in de regels. Daar waar bouwmogelijkheden niet worden beoogd, mede in verband met de regels voor grondexploitatie, zijn deze uitgesloten middels een bijzondere bouwaanduiding.

Nieuw is dat voor de parkeerregulering regels in het bestemmingsplan opgenomen moeten worden. Net als voorheen op basis van de bouwverordening wordt uitgegaan van de CROW-normen.