direct naar inhoud van 3.1 Cultuurhistorische en landschappelijke ontwikkeling
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

3.1 Cultuurhistorische en landschappelijke ontwikkeling

Het landschap van Nijmegen noord is zo'n tienduizend jaar geleden gevormd en kent een geschiedenis van regelmatige overspoeling en klei- en zandafzettingen. Nog voor het begin van de jaartelling is het eeuwenoude geulenstelsel in het gebied dichtgeslibd. Het natuurlijke proces heeft een landschap opgeleverd met relatief vruchtbare zandgronden. Een ondergrond die zich uitstekend leent voor akkerbouw en tuinbouw, zoals in de negentiende en twintigste eeuw ook is gebeurd. Het voor overstromingen gevoelige gebied is al in de periode vóór de Bataven ontgonnen. Daarbij maakte de natuurlijke begroeiing steeds meer plaats voor akkers en weidegebieden. Door het graven van sloten werd de afwatering verbeterd. De boerenbevolking bouwde boerderijen op de hoger gelegen delen en legde in het geval van de kleine nederzettingen ook weer greppels rondom. (zie ook vindplaats 8) In de Middeleeuwen heeft een nieuwe ontginningsslag plaats gevonden. In deze periode kregen de bewoners te maken met het opdringende water van de Waal. Ze groeven sloten en geulen en wierpen kades en verhoogde wegen op. De grondwerken hadden dikwijls een dubbele functie. Kades dienden behalve als waterkering ook als begrenzing van de verschillende dorpspolders en de afwateringssloten (pijp of zeeg genoemd) dienden vaak als parochiegrens.

Ook in deze periode werden de boerderijen op de hoger gelegen delen gebouwd. Bij solitaire boerderijen gebeurde dat op een woerd of terp. Bewoningskernen waren vaak langgerekt en volgden de smalle, vaak kronkelende overloopgeulen. De verkaveling kreeg de vorm van langgerekte stroken die in noord/zuid richting naast elkaar lagen. In de Middeleeuwen is uiteindelijk ook de zogenaamde Waalbandijk opgeworpen. Een dijklichaam dat de rivier de Waal op een organische manier volgde. De dijk is door de jaren heen regelmatig verlegd en verder opgehoogd als het gevolg van verschillende dijkdoorbraken. De scherpe hoek in de dijk ter hoogte van het landgoed Oosterhout is de uitwerking van de laatste dijkverlegging. De dijk is achter de verschillende doorbraakkolken (wielen) gelegd. Oudere dijken waren dus meer organisch van vorm en lagen dichter bij de Waal. In dit kader is de historie van de huizen Oosterhout en Waaijenstein ook opmerkelijk. De Waalbandijk is ter hoogte van het huidige landgoed Oosterhout op verschillende momenten doorgebroken (1709, 1809, 1820). Dit was aanleiding om het huis af te breken en op een nieuwe plek op te bouwen. In 1809 ging het huis Waaijenstein (1659) al in de golven ten onder. Restanten van het huis liggen nu in de kolk (wiel) Waaijenstein ten zuiden van de Waalbandijk.

Het plangebied Landschapszone is in feite een dwarsdoorsnede van Nijmegen noord. Dit heeft tot gevolg dat de ontstaansgeschiedenis van Nijmegen noord in deze specifieke zone ook in al zijn verscheidenheid aanwezig is. Het gebied wordt doorsneden door een aantal sterke landschappelijke lijnen die in het verleden hebben gefunctioneerd als kades, dijken en/of watergangen.

Belijning

Binnen of grenzend aan de landschapszone zijn dominante oost/west en noord/zuidlijnen te herkennen. Het gaat hier allereerst om een deel van de Waalbandijk, op deze plaats de Oosterhoutsedijk genoemd en om de Van Boetzelaerstraat ten noorden van het landgoed Oosterhout. De belangrijkste noord/zuid lijnen zijn de Griftdijk, de Visveldsestraat/ Zwarte weg en de Woerdsestraat. Deze verticale belijning kan in samenhang met de Waalbandijk als ruggengraat van Nijmegen noord worden beschouwd. De Waalbandijk is op deze plaats heel bijzonder gezien de opvallende vorm die refereert aan de talloze dijkdoorbraken. Aan de landzijde van het dijktalud ligt de grenssteen van de voormalige gemeente Oosterhout. Dit is een gemeentelijk monument. Een derde belangrijke lijn is de Ressense wal die als een lichte verhoging en deels met bomen bezet in het landschap ligt. De lijn is de voormalige grenslijn tussen de polderdistricten Lent en Oosterhout en bepaalt aan de westkant van het spoor de richting van de verkaveling. Aan de oostzijde van het spoor krijgt hij een brokkelig, maar karakteristiek vervolg om te eindigen bij de Vossenpelsestraat. De vierde lijn is tenslotte het restant van de zeer oude watergang de Rietgraaf. Deze loopt vanaf de dijk landinwaarts in noordelijke richting en passeert het landgoed Oosterhout.

Naast de historische lijnen die het gebied doorkruisen en de op veel plaatsen nog herkenbare blokvormige verkaveling, zijn met name infrastructurele werken van belang voor de ruimtelijke structuur van het gebied. Kenmerkend is de bundeling van Prins Mauritssingel (de huidige A325) en spoorlijn die het Waalspronggebied in een oostelijk en westelijk deel verdeelt. In de buurt van de Waal lopen de twee lijnen verder uiteen, waarbij de spoorlijn het historische centrum van Nijmegen westelijk passeert, en de Prins Mauritssingel ten oosten van het stadscentrum loopt. Door de barrièrewerking van de Prins Mauritssingel en spoorlijn wordt het dorp Lent in twee delen verdeeld. Historische lijnen zoals de Griftdijk worden door de nieuwere infrastructuur doorsneden. Ten noorden van het Waalspronggebied sluit de Prins Mauritssingel aan op de A15 richting Tiel. Ten zuidwesten van het knooppunt van deze wegen is langs de Stationstraat, een historische lijn tussen de kernen Oosterhout en Bemmel, bedrijventerrein De Grift gesitueerd.

Gebruik

Als het gaat om de middeleeuwse verkavelingpatronen, dan levert de strokenverkaveling ten zuiden van het historische Ressen het meest gave beeld. De bebouwing langs de Woerdsetraat is typerend voor de verticale opbouw van het gebied en het bijbehorende occupatiepatroon. Net buiten het plangebied ligt nog de monumentale boerderij Keimate 5, een hallehuisboerderij met enkele vruchtbomen rondom, gelegen op een zeer hoge terp aan de rand van de lager gelegen gronden van het Vischveld. Aan de Ressense wal liggen, eveneens net buiten het plangebied twee historische bouwplaatsen. Boerderij en bouwplaatsen zijn cultuurhistorische elementen die op een karakteristieke wijze gesitueerd zijn in een open en groene omgeving.

Landgoed Oosterhout

Een bijzonder en ook omvangrijk element in het gebied is het landgoed Oosterhout. Het landgoed is een Rijksmonument terwijl zich op het terrein ook nog een aantal gebouwen bevindt van Rijks- of Gemeentelijke monumentenstatus. Het landgoed herbergt verschillende weilanden, een parkbos met slingerende wandelpaden, een sterrenbos, een pinetum uit de jaren dertig (20e eeuw) en een tuin naar een ontwerp van tuinarchitect Mien Ruys. In de oorspronkelijke opzet bestaat ook nog een boomgaard. Binnen het landgoed zijn vijf belangrijke oriëntatielijnen. De toegangsweg vanaf de Groenestraat, de zichtlijn vanaf het hoofdgebouw richting Van Boetzelaerstraat, de oude kweldijk richting Rietgraaf, de zichtlijn vanaf het hoofdgebouw richting Oostehoutsedijk (voor de dijkophoging richting Stevenstoren) en de voormalige allee (nu knotwilgenlaantje) tussen de Groenestraat en de Oosterhoutsedijk. Dit zijn structuurbepalende lijnen van het landgoed die, voor zover van toepassing, om aansluiting vragen bij de invulling van de landschapszone.