direct naar inhoud van Artikel 9 Wonen
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

Artikel 9 Wonen

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. kamerverhuur door de eigenaar, tevens zijnde de hoofdbewoner, van maximaal drie kamers in een woning;
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. hoofdgebouwen
  • b. aan- uit- en bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

9.2.2 Specifieke bouwregels

Voor het bouwen gelden voor:

  • 1. hoofdgebouwen

de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:

  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden opgericht;
  • b. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven;
  • c. de goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven.

Indien ten aanzien van één van deze punten niets op de kaart is aangegeven gelden daarvoor geen regels.

2. overige gebouwen

de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:

  • a. aan het hoofdgebouw mogen achter en/of terzijde van het hoofdgebouw aan- en uitbouwen worden gebouwd. De diepte van de aan- of uitbouw achter het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3 meter, vermeerderd met de diepte van de onder “2” bedoelde bebouwing;
  • b. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste de hoogte van de tweede bouwlaag bedragen;
  • c. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 5 meter bedragen;

3. bouwwerken, geen gebouw zijnde (voor zover niet vallend onder 4:

de volgende regels:

  • a. de hoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • b. aan het hoofdgebouw mogen ondergeschikte bouwwerken, zoals luifels en balkons, worden gebouwd met een maximale diepte van 3 meter, mits de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, niet zijnde de perceelsgrens tussen twee aaneensluitende woningen, minimaal 2 meter bedraagt;
  • c. de hoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen;
  • d. de hoogte van andere bouwwerken, geen gebouw zijnde (uitgezonderd die, die vallen onder 'b') en overkappingen, antennes en/of antennemasten (uitgezonderd die, die vallen onder '4'), mag niet meer dan 4 meter bedragen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde op daken (uitgezonderd de daken van overkappingen als bedoeld onder 'a'), ten behoeve van het gebruik als bedoeld in lid 3.4.1. onder 2a zijn toegestaan, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 1,30 meter mag bedragen;
  • f. zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken mogen alleen gebouwd worden op onbebouwde grond en alleen in en/of achter het bouwvlak of het verlengde daarvan;
  • g. de totale bebouwde oppervlakte van zwembaden, jacuzzi's en gebouwde vijvers, alsmede de daarvoor benodigde bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50% van het buiten en achter het bouwvlak gelegen bouwperceel, waarbij de overige regels van kracht blijven;

4. voor antennes en antennemasten:

de volgende regels:

  • a. het bouwwerk moet voldoen aan het Besluit bouwvergunningvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken, zoals dat van kracht was ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan;
  • b. de afstand tot de perceelgrens dient, indien het bouwwerk licht-bouwvergunningplichtig is, minimaal 2 meter te bedragen;

5. de gezamenlijke bebouwing:

de volgende regels:

  • a. de gezamenlijke bebouwde oppervlakte van,

- de onder 2 en 3a bedoelde bebouwing en;

- de in artikel 18 “Ondergronds bouwen” bedoelde ondergrondse bouwwerken, waarboven geen bebouwing is opgericht, uitgezonderd bebouwing binnen de aanduiding “ondergronds bouwwerk”, mag ten hoogste 50% van het bijbehorend erf bedragen, met een maximum van 50 m², tenzij de oppervlakte van het bijbehorend erf meer bedraagt dan 300 m2. In dat geval mag een zwembad maximaal 50 m2 en de totale oppervlakte maximaal 100 m2bedragen;

  • b. om uitvoering te kunnen geven aan de Wet Voorzieningen Gehandicapten, mag de onder “a” bedoelde totale bebouwde oppervlakte ten hoogste 60% bedragen, met een maximum van 75 m², waarbij de verruiming uitsluitend is toegestaan voor de bouw en/of uitbreiding van aan- en uitbouwen en onder de voorwaarde dat het aantal woningen niet mag worden vermeerderd.

9.3 Specifieke gebruiksregels
9.3.1 Toegelaten gebruik

1. van hoofdbebouwing, aan- en/of uitbouwen:

a. ten behoeve van de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 19.

2. van buitenruimten, niet zijnde onbebouwde grond:

a. het gebruik ten behoeve van dakterrassen van:

b. daken van gebouwen binnen het bouwvlak, alsmede van aan- en/of uitbouwen als bedoeld in lid 9.2.2 onder 2a;

c. aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen en overkappingen tot op maximaal 3 meter van het hoofdgebouw,

mits de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, niet zijnde de perceelsgrens tussen twee aaneensluitende woningen of met openbare grond, minimaal 2 meter bedraagt.

3. Het hiervoor bedoelde gebruik is alleen toegestaan indien en voor zover het gebruik of het gevolg daarvan geen aantasting veroorzaakt van enige aan het hoofdgebouw en/of zijn omgeving toegekende waarden, zulks ter beoordeling van het college van Burgemeester en wethouders gebaseerd op een advies van de Commissie Beeldkwaliteit.