4.2.2 Specifieke bouwregels
Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende bepalingen:
-
a. woningen zijn slechts toegestaan indien middels akoestisch onderzoek wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de voorkeurswaarden van de Wet geluidhinder;
-
b. de bouwhoogte van een appartementengebouw bedraagt maximaal 16 meter, uitgezonderd een bebouwingsaccent ter grootte van maximaal 10% van de bebouwde oppervlakte tot maximaal 20 meter;
-
c. de bebouwde oppervlakte voor appartementengebouwen bedraagt maximaal 5.000 m2;
-
d. parkeren ten behoeve van de appartementen vindt plaats op eigen terrein en is uitsluitend toegestaan in gebouwde parkeervoorzieningen, dan wel aan het zicht op maaiveld onttrokken;
-
e. de parkeernorm bedraagt het gemiddelde van de minimale en maximale norm voor de functie, berekend op basis van de CROW norm (nr. 182) conform bijlage 1 van deze voorschriften.
-
f. grondgebonden woningen zijn uitsluitend toegestaan op een kavel van 1500 tot 2500 m2;
-
g. het bebouwingsoppervlak voor grondgebonden woningen bedraagt maximaal 15% per bebouwingsvlak;
-
h. de goot- en bouwhoogte voor grondgebonden woningen bedraagt maximaal 10 meter;
-
i. bij de grondgebonden woningen worden minimaal twee parkeerplaatsen op eigen terrein gerealiseerd;
-
j. erfafscheidingen dienen natuurlijk en/of transparant uitgevoerd te zijn;
-
k. achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw mogen uitsluitend aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden opgericht op tenminste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
-
l. de totaal bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m²;
-
m. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de nokhoogte mag ten hoogste 4,5 meter bedragen;
-
n. een gebouw voor scouting is toegestaan tot een maximum van 350m2 en een maximale bouwhoogte van 3 meter.
-
o. de hoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
-
p. voor de inhoud en hoogte van gebouwen en overkappingen ten algemene nutte is het bepaalde in artikel 17 van toepassing;
-
q. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen ten behoeve van het wonen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen.
-
r. ter plaatse van de aanduiding “veiligheidszone-vervoer van gevaarlijke stoffen” mag slechts worden gebouwd na een positief schriftelijk advies van de beheerder van de leiding.
-
s. ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding uitgesloten art. 15/17” mag geen bebouwing op grond van art. 15, alsmede geen bebouwing ten algemene nutte op grond van art. 17 plaatsvinden;
-
t. in de bestemmingsvlakken grenzend aan de Prins Mauritssingel mogen maximaal 3 werken van beeldende kunst worden gebouwd tot een maximale (bouw)hoogte van 10 meter;
-
u. ter plaatse van de aanduiding “Zandwinning” is bebouwing conform art. 15.2.2 toegestaan
-
v. leidingen en installaties ten behoeve van zandwinning zijn toegestaan.