direct naar inhoud van Artikel 2 Gemengd - 1
Plan: Landschapszone
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP24000-OH01

Artikel 2 Gemengd - 1

2.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en/of herstel van de buitenplaats Oosterhout; bestaande uit de functies Natuur, Bos, Groen, Wonen, kleinschalige Kantoren en (maatschappelijke) Dienstverlening, alsmede Agrarisch met cultuurhistorische-, landschappelijke- en natuurwaarden
  • b. bijbehorende voorzieningen;
  • c. wadi's water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen.
2.2 Bouwregels
2.2.1 Algemene bouwregels

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:

  • a. gebouwen;
  • b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

2.2.2 Specifieke bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen een op de kaart aangegeven bouwvlak;
  • b. de totaal bebouwde oppervlakte aan bijgebouwen en aan- en uitbouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak' mag per bouwvlak niet meer bedragen dan 50 m2;
  • c. achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw mogen uitsluitend aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden opgericht op tenminste 3 meter achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw;
  • d. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mogen niet meer bedragen dan op de kaart is aangegeven;
  • e. de goothoogte van bijgebouwen mag ten hoogste 3 meter bedragen en de bouwhoogte mag ten hoogste 4,5 meter bedragen;
  • f. de goothoogte van aan- en uitbouwen mag ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw bedragen en de nokhoogte mag ten hoogste de hoogte van de tweede bouwlaag bedragen;
  • g. de hoogte van overkappingen mag ten hoogste 3 meter bedragen;
  • h. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 10 meter.
  • i. De parkeernorm bedraagt het gemiddelde van de minimale en maximale norm voor de functie, berekend op basis van de CROW norm (nr. 182) conform bijlage 1 van deze voorschriften.

2.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in:

  • a. lid 5.2.2 onder b voor het overschrijden van de oppervlakte voor bijgebouwen en aan- en uitbouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot maximaal 50 m2 per bouwvlak;
  • b. lid 5.2.2 onder c, indien het voorschrift zou leiden tot een onlogische situering, gelet op de bijzondere situering van gebouwen op het landgoed.

2.4 Specifieke gebruiksregels

2.4.1 Maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kantoren

Ten aanzien van de in 2.1 genoemde functies maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kantoren geldt de volgende bepaling:

  • a. maatschappelijke voorzieningen, dienstverlening en kantoren zijn toegestaan in de gebouwen binnen een bouwvlak;
  • b. de commerciĆ«le dienstverlenende functie en kantoorfunctie mogen alleen worden uitgeoefend indien er geen sprake is van een overwegende baliefunctie;
  • c. de functies moeten kleinschalig zijn, derhalve maximaal 300 m2 per vestiging;
  • d. de activiteiten mogen geen hinder voor andere functies binnen deze bestemming opleveren;
  • e. parkeren vindt plaats op eigen erf;

2.4.2 Wonen
  • a. wonen is uitsluitend toegestaan in de gebouwen binnen een bouwvlak;
  • b. aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan conform artikel 19 van deze voorschriften.
2.5 Aanlegvergunning

2.5.1 .

Het is verboden op of in de lid 2.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
  • b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodem verlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
  • c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
  • d. diepploegen;
  • e. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
  • f. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.

2.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 2.5.1 vervatte verbod geldt niet voor werken of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;

2.5.3 Toelaatbaarheid

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 2.5.1 zijn slechts toelaatbaar voor zover de cultuurhistorische-, natuur-, en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden geschaad.

2.5.4 Adviesprocedure voor aanlegvergunningen

Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in;

  • a. bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de cultuurhistorische- en/of landschappelijke waarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden, en,
  • b. bij de Stadsecoloog omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de natuurwaarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden