direct naar inhoud van 3.4 Cultuurhistorische en archeologische waarden
Plan: Nijmegen Vossenpels Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP22100-OH01

3.4 Cultuurhistorische en archeologische waarden

3.4.1 Cultuurhistorische waarden

In het projectgebied bevinden zich geen rijks- of gemeentelijke monumenten.

In het projectgebied zijn de volgende cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig:

  • Het karakter van de historische structuren Vossenpelssestraat, Steltsestraat en Laauwikstraat, met daaraan verspreid staande lintbebouwing, is typerend voor de historische ontwikkeling van het gebied. Kenmerkend zijn de lange bebouwingslinten, met de historische verkavelingsstructuren, bestaande uit langgerekte kavels waarop vrijstaande woningen zijn gesitueerd. De woningen bestaan over het algemeen uit één bouwlaag met een kapverdieping. Achter de woningen zijn de kassen gesitueerd.
  • Het restant van de voormalige Visveldse- of Boven Zeeg.
  • De kassencomplexen als herinnering aan het tuindersverleden van Lent.
  • Het voormalige waterpompstation met woning aan de Vossenpelssestraat 14-16. Het complexje heeft cultuurhistorische waarde, omdat het de eerste drinkwatervoorziening in Lent betreft. Het is illustratief voor de ontwikkeling van de moderne nutsvoorzieningen in de eerste helft van de 20ste eeuw, die zich aanvankelijk beperkten tot de stedelijke centra, maar in de loop van de jaren '20 en '30 ook het platteland steeds verder ontsloten. De architectuur van het complex is kenmerkend voor utiliteitsbouw in het interbellum. Waterpompstation en woning vormen samen een ensemble.
3.4.2 Archeologische waarden
3.4.2.1 Inleiding

Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, 1-9-2007).

Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die mede als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen.

Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld, waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones en hun waardering zijn aangegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0011.jpg"

3.4.2.2 Plangebied

De locatie Vossenpels Zuid ligt in een gebied met archeologische verwachtingswaarde 2 en 3. Bij eerder archeologisch onderzoek net ten westen van het plangebied zijn nederzettingsporen uit de late bronstijd, ijzertijd en Romeinse tijd aangetroffen. Verder zijn er ten zuiden en ten westen van het plangebied diverse graven uit de vroege ijzertijd blootgelegd. Op een kaart die dateert uit de late 18e eeuw staan langs de Vossenpelsestraat diverse panden. Deze bebouwing dateert mogelijk al uit de late middeleeuwen.

In het najaar van 2011 heeft er in het plangebied een proefsleuvenonderzoek plaatsgevonden. Op basis van dit onderzoek heeft het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen) het besluit genomen dat archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is op die plaatsen waar de archeologische sporen niet beschermd kunnen worden in de bodem. De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe).

3.4.2.3 Voorwaarden

Het terrein krijgt de dubbelbestemmingen: waarde-archeologie 2 en 3 met bijbehorende regels. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen. Door het opnemen van deze dubbelbestemming zullen bouw- en sloopvergunningen voor het betreffende gebied eerst beoordeeld moeten worden op hun archeologische waarde.

3.4.2.4 Informatieplicht

Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht dit binnen drie dagen te melden (artikel 53 Monumentenwet 1988)bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed.