direct naar inhoud van 2.2 Provinciaal beleid
Plan: Nijmegen Vossenpels Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP22100-OH01

2.2 Provinciaal beleid

2.2.1 Algemene structuurvisie Ruimtelijke Ordening provincie Gelderland

Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland 2005. Het streekplan is in september 2005 van kracht geworden. Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening per 1 juli 2008 heeft het streekplan Gelderland 2005 de status van structuurvisie gekregen.De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening.

Het streekplan verdeelt Gelderland ruwweg in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem – Nijmegen moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden.

2.2.2 Ruimtelijke Verordening Gelderland

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Kern van de nieuwe Wro is dat alle overheden hun ruimtelijke belangen vooraf kenbaar maken en aangeven hoe zij die belangen gaan realiseren. De wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie (voorheen: Streekplan Gelderland 2005). De RVG is d.d. 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hieronder volgen de voor dit plan relevante hoofdlijnen van de Ruimtelijke Verordening Gelderland.

Verstedelijking

De Ruimtelijke Verordening legt het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem-Nijmegen vast door met voorschriften die bepalen dat nieuwbouw voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt: binnen bestaand bebouwd gebied, binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en binnen de zoekzones bedrijventerreinen uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden. Het gaat dan om nieuwe bebouwing die functioneel gebonden is aan het buitengebied, bij functieverandering naar een niet-agrarische functie, bij oprichting van nieuwe landgoederen en voor uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven. Gedeputeerde Staten hunnen hiervan ontheffing verlenen, indien er sprake is van een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de genoemde gebieden en als de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Het plangebied ligt, zoals blijkt uit onderstaande kaart, overwegend binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0007.png"

Enkele percelen, zoals Vossenpelssestraat 14- 16 en 22 liggen buiten de contour. Dit betekent in principe dat nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken slechts mogelijk is nadat de raad een ontheffing heeft aangevraagd bij het College van Gedeputeerde Staten van Gelderland. In dit plan is niet méér dan de bouwvlakken uit de vigerende bestemmingsplan overgenomen.

Wonen

Het Gelders kwalitatieve woonbeleid gaat uit van regionale woningmarkten. Aan de hand van basisdocumenten levert de provincie aan de regio's informatie over de kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte voor de komende jaren. Deze informatie wordt per regio als indicatieve taakstelling door GS vastgesteld in het Kwalitatief Woonprogramma (KWP). De in een bestemmingsplan op te nemen nieuwe woonlocaties en de daar te bouwen woningen dienen te passen in het vigerende, door GS vastgestelde KWP voor de betreffende regio en de daarin opgenomen regiototaal aan woningen.

EHS

De provincie streeft naar het veiligstellen van de verscheidenheid en kwaliteit van de Gelderse natuur door het realiseren en beschermen van een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden, cultuurlandschappen en verbindingszones. In een bestemmingsplan worden in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast. In de ruimtelijke verordening wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen bestemmingen in EHS-gebied met de functie “Natuur”en bestemmingen in EHS-gebied met de functies “Verweving” en “Verbindingszone”

In afwijking hiervan kan een bestemmingsplan activiteiten, die mede tot doel hebben de kwaliteit van de EHS te vergroten, mogelijk maken voor zover door die activiteiten de kwaliteit van de EHS verbetert en het areaal van de EHS gelijk blijft/toeneemt of het areaal van de EHS vergroot en daarmee een beter functionerende EHS ontstaat. Daarnaast kunnen Gedeputeerde Staten onder bepaalde voorwaarden ontheffing verlenen voor bestemmingen in EHS-gebied. De hierbij geldende spelregels ten aanzien van mitigatie, compensatie en saldering zijn opgenomen in de streekplanherziening “Herbegrenzing EHS”.

Initiatiefnemers van ingrepen binnen de EHS zullen de effecten van de ingrepen op de kernkwaliteiten en omgevingscondities moeten onderzoeken. Deze zijn vastgelegd in de streekplanuitwerking “Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse Ecologische Hoofdstructuur”.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0008.png"

Uit de afbeelding blijkt dat het gebied ten oosten van de Vossepelsestraat onderdeel uitmaakt van de EHS en is aangewezen als ecologische verbindingszone.

Waardevol open gebied

Het ruimtelijk beleid voor waardevolle landschappen luidt: behouden en versterken van de landschappelijke kernkwaliteiten. In een bestemmingsplan worden geen bestemmingen toegestaan die de openheid van waardevolle gebieden aantasten. Een uitzondering wordt gemaakt voor de oprichting van windturbines binnen de zoekzones windenergie van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en de uitbreiding van agrarische bebouwing binnen of aansluitend aan een bestaand agrarisch bouwperceel. Ook voor nieuwe bestemmingen in een waardevol open gebied, die niet de openheid aantasten maar wel andere kernkwaliteiten, geldt een nee, tenzij-benadering.

Nationaal Landschap

In gebieden binnen een Nationaal Landschap met de aanduiding waardevol landschap, kunnen slechts bestemmingen worden toegestaan, voor zover deze de kernkwaliteiten van het gebied behouden of versterken. In de toelichting op een bestemmingsplan, dat binnen de grenzen van een nationaal landschap valt, wordt gemotiveerd hoe bij de bouw van nieuwe woningen rekening wordt gehouden met de optimale benutting van de mogelijkheden om binnen het nationaal landschap de woningbehoefte door herstructurering te ondervangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0268.BP22100-OH01_0009.png"

Uit bovenstaande afbeelding blijkt dat het plangebied, voor zover gelegen ten oosten van de Vossenpelsestraat deel uitmaakt van waardevol open gebied en het nationaal landschap.

2.2.3 Combineren met Natuur, mogelijkheden in de EHS

In september 2010 is de nota "Mogelijkheden in de EHS" in Gelderland verschenen. Daarin worden interessante voorbeelden van functiecombinaties in de EHS

2.2.4 Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan 2

Op weg naar duurzame mobiliteit - Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan 2 (PVVP2)

Het PVVP2 uit 2004 geeft invulling aan de provinciale taak ten aanzien van verkeer en vervoer volgens de Planwet Verkeer en Vervoer. De provincie Gelderland staat een duurzame balans tussen bereikbaarheid, veiligheid en leefomgeving voor ogen waarbij het kernwoord duurzame mobiliteit is. Negatieve effecten van de toegenomen verkeersdruk op de bereikbaarheid van steden, de betrouwbaarheid van verkeersnetwerken, doorstroming, verkeersveiligheid en de kwaliteit van de leefomgeving zijn een punt van zorg. Er moet ten aanzien van de mobiliteitsgroei een zorgvuldige afweging gemaakt worden met de wensen voor een krachtige economische ontwikkeling. Het streven naar een duurzame mobiliteit moet zich vertalen in een verkeers- en vervoerssysteem dat een sterke economie ondersteunt, de welvaart versterkt en de sociale integratie stimuleert. Het mobiliteitsbeleid dat de provincie wil voeren is gericht op maatregelen die de kwaliteit en daarmee de aantrekkelijkheid van het OV vergroten. De fiets speelt een belangrijke rol in de totale vervoersketen. Gelderland stimuleert fietsverkeer op korte en middellange afstand met name in stedelijke gebieden en naar economische centra, scholen en recreatieve voorzieningen. Voor de regio Arnhem Nijmegen liggen de accenten op de interne bereikbaarheid en internationale corridors.

2.2.5 Waterplan Gelderland 2010-2015

Het provinciale waterplan is opgesteld in 2009. In het plan wordt het rijks- en provinciaal waterbeleid doorvertaald naar een beleidskader voor gemeenten en waterschappen. Het bevat de doelstellingen en uitgangspunten voor de korte en lange termijn. Met name voor de Ruimte voor de Rivierprojecten, zoals de Dijkteruglegging Veur-Lent, is beleid aangegeven. Ook de uiterwaarden zijn genoemd, maar dit overlapt met het natuurbeleid voor die gebieden. Door functietoekenning worden deze doelstellingen gekoppeld aan het ruimtelijk ordeningsspoor en verkrijgen de aangewezen gebieden bescherming. De beleidslijnen hebben vooral betrekking op het landelijke gebied en spelen weinig op Nijmeegs grondgebied, m.u.v. de maatregelen in het rivierengebied:

  • waarborgen veiligheid tegen overstromingen;
  • realiseren van de kwantitatieve wateropgave in 2015, zoals vastgelegd in de provinciale verordening;
  • verbeteren van de (ecologische) waterkwaliteit zoals vastgelegd in de (deel) stroomgebiedplannen;
  • verbeteren van de watercondities ten behoeve van natte natuur (Natura 2000, TOP-lijst gebieden).