Plan: | Nijmegen Ruimte voor de Waal |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0268.BP21000-OH01 |
De voor 'Natuur - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, waaronder duikers, kunstwerken en overbruggingen, met een maximale bouwhoogte van 5 m.
Ter plaatse van de aanduidingen 'dwarsprofiel 1', 'dwarsprofiel 2' en 'dwarsprofiel 3' worden voor de bouw, aanleg en instandhouding van bouwwerken en gronden dwarsprofiel 1, dwarsprofiel 2 respectievelijk dwarsprofiel 3, zoals opgenomen in de bij deze regels behorende bijlagen 2, 3 en 4, in acht genomen.
Onder een met de bestemming strijdige en dientengevolge verboden gebruik wordt in ieder geval verstaan het gebruik en laten gebruiken van gronden voor het planten of houden van opgaande gewassen hoger dan 30 cm ten opzichte van het maaiveld of de waterbodem ter plaatse gedurende de periode 1 november tot en met 31 maart, met uitzondering van de plekken die op de in bijlage 6 bij deze regels opgenomen ecotopenkaart zijn aangeduid als natuurlijk bos, zachthoutooibos en hardhoutooibos.
Binnen deze bestemming zijn ophogingen, met uitzondering van ophogingen ten behoeve van normaal onderhoud en beheer, niet toegestaan.
Burgemeester en wethouders kunnen telkens voor een termijn van ten hoogste vijf jaren bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 9.3.1 indien de gebruiker vooraf met betrekking tot planmatig onderhoud een verklaring van geen bezwaar van de waterbeheerder ingevolge artikel 3.1 van de Waterwet overlegt.
Het is verboden op of in de in artikel 9.1 bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te doen of te laten uitvoeren:
Het in artikel 9.5.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:
Werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 9.5.1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in dit artikel bedoelde gronden, welke het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.